Met de waggler op de stroming
Door Patrick Princen
Deze manier van witvissen met de match wordt in Nederland eigenlijk slechts weinig toegepast. Te weinig, als je het mij vraagt. Echter de vissers aan de overkant van het Kanaal grijpen bij bepaalde omstandigheden, wanneer de stickfloat of Avon-dobber geen vis meer oplevert, wel naar die waggler. Wanneer de lijn niet meer vrij van het wateroppervlak gehouden kan worden, omdat de visafstand te groot wordt, is een goede controle over de stick of andersoortige driftdobber niet meer mogelijk. Ook een te harde wind of een ongunstige windrichting doet de Engelsen al gauw besluiten om over te schakelen op de waggler of aloude pauwenpen.
Vandaag neem ik u mee naar ‘De Raam’, een matig stromende beek die van uit de Peel in Zuidoost Brabant in noordelijke richting naar de Maas stroomt. Kenmerkend is de bruine kleur van het water, veroorzaak door de ijzerhoudende bodem van dit gebied. Het ijzer spoelt uit het zand en wordt door de Raam meegevoerd richting Maas. Onder het stadje Grave ligt een natuurgebied: Het Raamdal. Op deze plek is de Raam ongeveer 120 cm diep en 12 tot 15 meter breed. Een uitstekende plek om het eens te proberen met de waggler. Ik maak gebruik van twee matchhengels, beide met een holle top en een ‘through action’, zoals de Engelse zeggen. Dit betekent dat de hengels semi-parabolisch zijn en zeg zo halverwege de hengel zachter zijn dan de zogenaamde stickfloat hengels. Zo is er bij de aanslag van de vis een bepaalde veiligheidsmarge ingebouwd. Stickfloat hengels hebben een topactie, doordat ze voorzien zijn van een ‘spliced tip’. Zo’n versneden top zorgt er voor dat de haak bij een aanbeet wat feller en sneller gezet kan worden. Dit is nodig omdat de bocht die door de wind in het nylon wordt gedreven (de slack) eerst te niet gedaan moet worden. Omdat het nog betrekkelijk vroeg in het seizoen is en de vis naar verwachting nog niet op half water aast, ga ik het aas op de bodem aanbieden. De Engelsen noemen dit ‘dragging the bottom’. De waggler met insert vis ik met een kort sleepje over de bodem. De lange sleep is bestemd voor de straight waggler. Een lange sleep in combinatie met een insert waggler zal immers voor veel valse aanbeten zorgen.
We fixeren de insert waggler met 2 AA loodjes op de lijn. Om de waggler mooi tot aan de insert te laten wegzakken, knijpen we achtereenvolgens een BB, twee nummers 4 en twee nummers 8 op de lijn en centreren die tot een bulkloodje. Vlak onder dit bulkloodje maken we een klein lusje en knippen dit af zodat er een mooie knoop overblijft, waar zo dadelijk de onderlijn aangelust kan worden. Nu is het tijd voor enkele proefdriften. Zoek het punt op waar de waggler begint te wippen. Het bulklood raakt daar net wel, net niet de bodem. De waggler zit dus op de juiste plek. Stelt u zich eens voor:
u staat aan de oever van de Raam. Het water stroomt van rechts naar links. Wanneer u de montage dan recht voor u uit werpt (12.00 uur op de denkbeeldige klok) en de dobber vervolgens laat afdriften, komt er vast en zeker een bocht in de lijn, waarop u niet zit te wachten. Op stromend water is het altijd beter om de waggler iets schuin van je weg te werpen, schuin met de stroom mee. Richting 11.00 uur in ons geval. Je zult daarbij merken dat de lijn tussen hengeltop en dobber in een rechte lijn komt te liggen. Laat de waggler vervolgens weg driften en controleer de lijnafgifte met de wijsvinger op de spoelrand van de werpmolen. In tegenstelling tot het vissen met de waggler op stilstaand water is het beter om het nylon niet onder de oppervlakte te trekken. Op deze manier kun je namelijk beter gebruik maken van de stroming op het water. Wanneer er een windje tegen de stroomrichting in staat, is het mogelijk om de montage af te remmen! Ja, zeker ook de waggler kan afgeremd worden. Natuurlijk niet zo direct als de stickfloat of bolo-dobber, maar het is mogelijk. De wind zal het nylon als het ware terugblazen in een lus, waardoor de waggler wordt afgeremd en zich langzamer zal voortbewegen dan de snelheid van de watermassa. In sommige situaties kan dit in je voordeel werken, kwestie van uitproberen. Waait de wind uit de tegenovergestelde richting, trek dan het nylon onder het wateroppervlak! Anders zal het nylon de waggler tijdens de drift voorgaan en dat komt nooit ten gunste aan de aasaanbieding.
Voor aanvang werp ik een aantal voerballen op de voerstek, bestaande uit wat broodmeel, koekjesmeel, havermout en wat maïsmeel, aangelengd met wat leem. Bepaal je voerstek denkbeeldig met wat richtpunten zoals een boom of huis aan de overkant van het water. Zorg ervoor dat je voerplek zo’n meter voor de gekozen landingsplek van de waggler ligt. Hoewel je lijn vrij geeft tijdens de drift zal de waggler toch met een bocht naar de oever driften en zo als het ware het voerspoor kruisen. Het is dus van wezenlijk belang dat het voerspoor korter bij je viskist wordt gehouden, dan het driftspoor. Houd je daarmee geen rekening, dan zal de vis al het voer op peuzelen op plaatsen waar het haakaas nooit voorbij zak komen. En zie dan maar eens een visje te vangen! Het volledige artikel van Patrick en nog veel meer interessante informatie kunt u lezen in Witvis Totaal 9, dat nu te koop ligt in de hengelsportzaak of bij de kiosk. U kunt natuurlijk ook abonnee worden, dan weet u zeker dat u niets mist van al die boeiende en leerzame verhalen over het witvissen.