Megasnoek 157

Megasnoek 157

Door Co Sielhorst

Ik ben bezig met mijn voorbereidingen voor morgen. Dochter Liesbeth en haar vriend Bart zijn onderweg. Alles staat voor het grijpen. Dat is niet zo heel veel. Mijn auto wordt steeds meer viskar. Paraplu ligt er altijd in. Mijn grote landingsnet blijft er ook in liggen als het niet gebruikt is, meestal dus.

Ik trek de deur achter me dicht en loop naar de keuken. Toos heeft Liesbeth aan de telefoon. “Waar ben je?”, hoor ik Toos vragen. Bijna voor de deur begrijp ik. “Maar niet alleen,” krijg ik te horen. “We hebben een hond bij ons.” Toos is helemaal niet gek op dat gespring en gelik. Heeft zij altijd.

Ik wil wel eens kijken waar we mee te maken hebben. Ik open de poort. Meteen komt er een vriendelijk kwispelende, roodbruine labrador rondsnuffelen. Prachtbeest. Dat laten we toch niet buiten staan. Ze loopt zomaar een paar honderd meter mee, geen baasje te bekennen. Nog een stuk terug gelopen. Geen baasje. “Kom, we gaan naar binnen.” Hier gaat de hond heel rustig rondkijken en vooral neuzen.

We gaan dit klusje zo goed mogelijk oplossen. Eerst een bak water. Het beest slobbert de bak door de hele keuken heen. Ook nog wat eten dan? Ze kijkt me aan als ik tegen haar praat. Lijkt alles te verstaan wat ik zeg. Ik loop met de bak naar de werkplaats. Daar staat een grote zak hondenbrokken. Ik heb hier al heel wat hondenvriendjes mee gemaakt. Groot succes. Met de natte neus in de bak loopt ze mee tot in de keuken. Weer wordt de bak gulzig door de hele keuken gerost. Binnen enkele seconden is de bak alweer leeg.

“Nog meer?” Weer dat koppie schuin. Ik pak de bak op. Alsof het de gewoonste zaak van de wereld is loopt ze mee naar achter. Als deze bak ook leeg is wordt ze rustiger. “Zit,” zegt Bart… Meteen. “Lig”... Meteen. Dit beest luistert perfect. Ik ga het nummer van de dierenambulance zoeken. Ja, die kunnen er wel iets mee. “Binnen een half uur zijn we bij u.”

Dat gaat nog sneller dan verwacht. Even uitlezen. Ja hoor, gechipt. Dit al bijna opgelost.
De bel gaat. Iedereen naar de voordeur, de hond ook. Er staat een man voor de deur die vraagt of wij een roodbruine labrador gevonden hebben. De hond wringt zich tussen de ophoping voor de deur heen. Hé Saar. Saar springt haar baasje bijna in zijn armen.

De volgende dag krijgen we stralend weer. Ik denk een verstandige beslissing te nemen. Het wordt druk aan het water. Ik kan beter een natuurrondje gaan maken. Ik word altijd héél blij van de eerste vlinders in het voorjaar. Op zulke prachtige voorjaarsdagen komt het denken op de tweede plaats. Mijn instinct neemt het over. Ik kijk hooguit nog even naar de windrichting. Plekken waar ik leuke beesten verwacht, moeten bij voorkeur in de luwte liggen. Als die plekken ook nog vol in de middagzon liggen, dan wordt het genieten.

Westenwind, heel geschikt voor het Tichelterrein bij Buren. Gevarieerd gebied met kleine stukjes heel oud bos. Kastelen van bomen waar zelfs een havik broedt. In de wortelkluiten van omgewaaide bomen broeden een paar ijsvogels. Een rijk bestand aan libellensoorten, teveel om op te noemen. Rietplasjes met diverse kikkersoorten, kleine watersalamander en de wat zeldzamere kamsalamander. De eerste vlinders verlaten de ruigtes waar ze in overwinteren. De eerste die ik hier verwacht is de gehakkelde aurelia. Rood bruin, zwarte vlekjes.


Gehakkelde Aurelia
 
Ik kom bij een stil, zonnig hoekje. Hier gaat het gebeuren. Net het eerste kievitsei. Er gebeurt iets bij de lage braamstruikjes. Het is een kleine vos. Ook een vlinder met veel rood bruin en zwart. Er zit nog een subtiel wit vlekje bij de vleugelpunt. Het grootste verschil met de aurelia is een rij halve maanvormige blauwe vlekjes langs de vleugelranden. Een vlinder beschrijven is lang zo leuk niet als er gewoon naar kijken. Er komen regelmatig gehakkelde aurelia’s voorbij. De kleine vos verjaagt ze steeds.


Kleine Vos

Morgen vissen. Ik slaap tegenwoordig prima sinds ik niet meer voor dag en dauw opsta. Alleen onder die druk al slaap ik heel slecht. Het dagelijkse doucheritueel hoeft dan ook niet zo nodig rond kinderbedtijd afgerond te zijn. Ik kan nog wel beredeneren dat ik alles gedaan heb wat ik moest doen. Maar er is wel iets helemaal fout gegaan. Bij het afdrogen van mijn laatste voet leun ik op de smalle badrand. Ineens schiet die badrand onder mijn voet weg. Ik maak een enorme klap.

Kijk in de spiegel. Kan geen zichtbare schade ontdekken. Ook in de badkamer is alles nog intact. Ik vergeet het en kruip in mijn mandje. Ik heb het vermogen om ook in moeilijkere omstandigheden volledig te ontspannen en gewoon rustig te gaan slapen. Of ben ik gewoon lui? Kan ook natuurlijk.

De volgende dag voel ik spierpijn. Kan me nog maar net omdraaien in bed. Opstaan is een hel. Mijn sokken uit de onderste la pakken doet pijn. Mijn broek ophijsen kan ik niet alleen. Ik probeer me te realiseren wat er allemaal aan de hand is. Bij iedere beweging ga ik door de grond. Ja, ik heb best een klap gemaakt, maar waarom voel ik dat nu pas? Ik probeer het pijnpunt te lokaliseren. Kom bij de onderste ribben rechts uit. Die zwevende zweeft nog steeds.

Nu eerst even wat eten. Ik moet mezelf met mijn armen opdrukken, anders kom ik niet overeind. Dit zijn dus gekneusde ribben. Ik heb links eens en rib gebroken. Op een warme Koninginnedag een jaar of vijftien terug. Een woesteling van een karper stormde heel gluiperig onder alle ingewaaide bomen door. Heel slim allemaal.

Zijn laatste zet was niet zo slim. Dertig meter verderop zie ik steeds een flinke pluk plompenblad samensnoeren. Dat geeft me tijd. Bij de laatste boom is de lijn er ook flink onderdoor gehaald. Ik hang overboord over de rand van de boot. Sleur uit alle macht om de boom omhoog te krijgen. Plotseling een scherpe knak. Rib gebroken. Weinig last van gehad.

De middag vordert. Ik zit te creperen. We gaan naar de huisartsenpost in Tiel. Kermend als een ziek vogeltje zit in de hoek van de wachtkamer. Er word wat gekneed en geluisterd. “Waar zit de pijn precies?” “Ga even liggen…” Dat valt niet mee. Mijn eigen diagnose klopt. Ik krijg zware pijnstillers. De eersten sla ik achterover zodra Toos de auto weer voor de draaideuren heeft staan.

Het doet pijn ja, maar ik heb toch het gevoel dat ik een visdag verkwanseld heb voor een paar vlinders. Prognose is zes weken voor alles weer in orde is…

ANDEREN LAZEN OOK

image description
Co Sielhorst stopt met wekelijkse column Total Fishing
Total Fishing Import -
image description
Megasnoek 166
Total Fishing Import -
image description
Megasnoek 165
Total Fishing Import -