Megasnoek 153

Megasnoek 153

Door Co Sielhorst

Na de bevroren waterleiding is de narigheid nog niet afgelopen. Blij dat de boel weer ontdooit is, gaat de wasautomaat aan. Gelukkig staat Toos er naast als het eerste spoelwater weggepompt wordt. Het stroomt nog net niet van de trap af. De afvoer is ook dichtgevroren. Weer met die blazer aan de gang dus. Al dat gezeik kost best veel tijd.

Eindelijk kan ik weer eens naar het water. Ik ga meteen naar het wak in het riviertje. Als eerste valt me op dat er geen watervogels zijn. Ik kom dichterbij. Een drama. Het ijs is kapot gevaren. Er zit nogal wat bedrijvigheid langs de rivier. Er wordt vooral zand vervoerd. Ik heb er steeds over in gezeten. Jaren geleden is het net zo gegaan. Er is nog een groot verschil. Sneeuw. Nu is er bijna geen sneeuw op het ijs gevallen.

In de succesjaren is het over de gehele breedte inktzwart geweest onder water. Een dik pak sneeuw rond een groot open lichtvenster. Ik ben helemaal geen ijsfan maar nu had het nog wel even mogen duren. Hier lagen dikke kansen. De wind blaast me in het gezicht. De ijsschotsen worden over mijn stek geblazen. Er valt absoluut niet te vissen. Het heeft geen zin om bij de plassen te gaan kijken. Die zitten nog potdicht.

In het weekeinde ga ik weer op verkenning. Eerst langs de Lek. Daar woon ik heel dichtbij dus dat kost bijna geen tijd. Hemelsbreed zal die lastige rivier tweehonderd meter van mijn voordeur af liggen. Hoezo lastig? Door angst voor kruiend ijs zijn de stuwen er een poosje uit geweest gedurende de ijstijd. Op de kop van een krib staat gemiddeld wel een meter of drie water. De afgelopen week is het water zo ver gezakt dat ik gewoon omheen kon lopen.

Gelukkig zijn de stuwen weer gezakt. Het water stroomt niet meer zo waanzinnig hard. De reddingsbrigade komt langs stuiven met een waanzinnig snelle boot. Die gasten hebben er duidelijk lol in. Ze zijn heel wat beter gekleed dan ik op dit moment. Het wordt donker. Midden op de dag. Ik wil toch weer naar het vernielde wak. Het begint te hozen. Ik kan natuurlijk door de polder rijden. Kijken hoe het hier gesteld is met de waterstand. Lek in orde, polder ook dik in orde. Hier word ik toch weer een beetje blij van.

Het brengt me op een idee. Hier normale waterstand, dan ziet het op het fort ook weer normaal uit. Ik kom aanrijden. De laatste tonen van een Cold Play-nummer worden begeleid door een perfect getimede daverende klap onweer. Het wordt weer donker. Nachtzwart midden op de dag. Het is ijskoud geworden. Het waait hard en de hagel striemt op de autoruiten. Ik kijk vanuit de lekkere warme auto over de brugleuning. Het water is bruin, dat is meestal zo. Plukjes plantenresten komen tegen de wind in kruipen. Het gemaal draait zacht.

Het wordt snel weer licht als de bui overgetrokken is. De zon schittert even later alweer over het water. Ik ben benieuwd hoe het ervoor staat op mijn vertrouwde karperstek. De doodlopende arm is nog grotendeels bedekt door een grote plak fondantijs. Langs de kanten al tekenen van slijtage. Met een paar dagen is het hier ook weer ijsvrij. Ik denk stiekem al aan het aanslingeren van een voerstek met boilies. Nu voel ik al dat ik komend voorjaar al vroeg achter de karperstok zal zitten. Maar nu nog even niet. Koppie erbij houden.

Ik kom bij het wak aan en zie tot mijn stomme verbazing dat er helemaal geen ijs meer te bekennen is. Het plasje aan de overkant zit nog wel dicht. Wat moet ik hier nou mee? De ijsvrije winters liggen nog bovenop de stapel herinneringen aan deze stek. Zonder lange ijsperiodes heb ik hier nooit veel kunnen vangen. Ik twijfel. Zo snel ik me gek heb laten maken door dit wak, zo snel moet ik het ook maar vergeten denk ik. Van hier af is het niet zo ver meer naar de verre plas. Ik doe het, kijk hoe het er daar bij ligt.

De uitgestippelde route is best handig. Ik heb veel gezien onderweg. Het smalle weggetje naar de plas eindigt bij een doorwaadbare sloot. Moet wel even de laarzen aan. Door het tractorprofiel heb ik weinig moeite met de steile oevers. Ik zie loodgrijs, spiegelglad ijs door de bomen schemeren. Aan de overkant glinstert een vrolijke kabbel.

Het weer klaart tegelijkertijd met mijn stemming helemaal op. Er ligt nog een flinke ijsplaat op de plas. Op de betere stekken valt nog niet te vissen maar dat kan niet lang uitblijven. Er dreigt maar één donker wolkje. De weerberichten voorspellen nog één nacht matige vorst.
Is dat genoeg? Kan dat de verdere dooi belemmeren?


Nog niet…

Maandag laatste kans om een dag aan het water te zitten. Een korte trip om te kijken of de ijstijd al voorbij is. De Lek, met name de jachthaven kan een mooie indicatie zijn. Op weg daar naartoe kom ik langs beschutte stadsgrachten. De kasteeltuin, er heeft ooit in een ver verleden een kasteel gestaan, zit nog helemaal dicht. IJs met kroos, lijkt wel een nieuw bedacht ijsje van een topkok. De Lek staat stil. Slecht nieuws. De dooi heeft de aanval op het ijs nog niet helemaal door kunnen zetten.

Ik doe verder geen moeite. Er staat een stapel diabakken op me te wachten. Een eerste selectie ligt al bij de Fotodiscount. Voor een paar dubbeltjes zetten ze daar glorieuze beelden over op digitale media. Ik heb al een poosje zitten wroeten om de beste plaatjes op te duiken. Van iedere honderd dia’s kunnen er negentig de kliko in. Nee, bij het plastic afval natuurlijk. Het resultaat valt me wat tegen. Mijn eigen diascannertje krijg ik niet geïnstalleerd. Mijn laptop snapt het niet, ik nog minder.

Natuurlijk heb ik een selectie gemaakt van de grotere bakken. Er blijft er één bovendrijven. Een beest van bijna veertig pond. Past in het boek van Fred Buller, een Engelse verzamelaar van snoeken boven veertig lbs.Leuk natuurlijk, maar ik doe al genoeg aan publiciteit. Zal er nog zoiets rond schuimen op de verre plas?


Bijna veertig…


ANDEREN LAZEN OOK

image description
Co Sielhorst stopt met wekelijkse column Total Fishing
Total Fishing Import -
image description
Megasnoek 166
Total Fishing Import -
image description
Megasnoek 165
Total Fishing Import -