Megasnoek 141

Megasnoek 141 

Door Co Sielhorst

1 december 2007.
Ik ken Jack al heel lang. Verhalen met platen van gigantisch grote snoeken. Allemaal langs heel groot water gemaakt. Hij is een van die inspirerende figuren geweest. Die heb ik soms nodig om het heel lang op een heel groot water vol te houden. Na wat vluchtige contacten door de jaren heen hebben we elkaar gesproken op de roofvis beurs in Maurik. We maakten een afspraak om een keer samen te gaan vissen.

Een paar maanden later een mailtje. Hoe is het en ga je een keer mee vissen. Ik maak een geintje. Als je me naar het water draagt want mijn conditie is nog niet helemaal top. Geen enkel probleem is het antwoord.
Ik hak de knoop meteen door. Nooit zo vlot een afspraak gemaakt. Misschien een beetje te zuinig geweest op mijn gekoesterde eenzaamheid. Twee mailtjes verder zijn tijd en plaats bepaald. Het enige punt van zorg is het ruige weer. We gaan gewoon. Bekijken ter plekke morgen of het te doen is.


..Gedachten aan grote baars..

De volgende ochtend sta ik helemaal uit mijn hemd te waaien op de parkeerstrook. Ik ben aan de vroege kant. Er staat een lantaarnpaal in de bocht van het asfaltweggetje. Er probeert een torenvalkje op de lichtkap te landen. Het beestje wordt er keer op keer afgeblazen. Ik kan het water van hieruit zien. Even de kijker erbij. Witte schuimkoppen slaan op de kant. Ik zie aan de kleur van het water dat er een ondiepe plaat in de hoek ligt.

Daar komt Jack aan. Hij kijkt zorgelijk. Legt uit dat de topstek hier een flink eindje verderop ligt. Vol in de wind, precies ja, waar de schuimkoppen op de kant slaan.

We gaan naar de andere kant van het water. Gooien alle alternatieven even op een hoop. Hier is het wel te doen. Niet de topstek maar wél te doen. Een paar honderd meter lopen, dus dat is ook wel te overzien. Jack biedt grootmoedig aan om de spullen te dragen. Gooi hier maar neer dan haal ik het spul wel even op. Ik laat me niet kennen. Pak het handeltje op en ga in een rustig tempo lopen. Ik moet me gewoon niet te druk maken en rustig lopen. Als het dieseltje eenmaal draait dan kan ik het lang volhouden.

Jack heeft nogal wat verschillende technische oplossingen klaar. Mappen vol organisatie van staaldraad in allerlei diktes. Ik heb me er wat makkelijk vanaf gemaakt denk ik als ik dit allemaal zie. Een staaldraadje met één enkele haak. Alles al opgetuigd, ik hoef alleen maar een dobber in de connector te prikken.


Ik snuffel wat door de aasvissen. Kakelverse voorns en een paar baarsjes. Baarsje lijkt me wel wat. Even een elastiekje rond de staart lussen. Niet vergeten, even wat rondgooien met een loodje. Ik kom niet veel verder dan een meter of vier. Uit mijn geheugen diep ik op dat vier meter bij deze temperaturen best moet kunnen. Futen lijken dit te bevestigen. De wind trekt nog wat aan. Stoelen dreigen weg te waaien. De lucht wordt schoon geblazen. De onweer en hageldreiging is helemaal weg.

Tijd voor grote verhalen. Goverde op de praatstoel. Zou een dik boek kunnen worden.
Gaandeweg klaart het steeds meer op. De zon breekt stevig door. Ik merk steeds vaker dat Jack tandenknarsend naar de overkant kijkt. Dan doorbreekt een grote vis de oppervlakte. Niet ver van zijn linkerhengel. Dat geeft moed. Nu gaan we zeker niet meer weg. Een uur later gebeurt het nog een keer. Duidelijk roofvis die op jacht is. De eerste kan snoek geweest zijn. De tweede keer misschien roofblei. Veel zilver gespetter door de golven.

De wind kalmeert wat. In de linkerhoek strijkt een aantal opvallende eenden neer. Heel veel wit. Nog meer dan bij kuifeendjes. Even de kijker erbij. Ja hoor, IJsduiker. Een prachtige noordelijke eend. Scandinavische wateren zitten helemaal potdicht met ijs. Ze overwinteren in kleine groepjes op onze grote wateren. Wél bij de les blijven. Ik zie mijn dobber een keer schokken. Spannend op dit mysterieuze grote water. Ik hoor mijn hartslag bonken in mijn oren. Er gebeurt verder niets. Ik kan het niet gokken. Even de lijn strekken en voelen of er iets aan de hand is. Het voelt licht aan. Vanaf deze afstand voel ik al dat er iets niet klopt. Het baarsje is eraf gesnoept. Alleen het elastiekje hangt nog onder de haak.

Nieuw baarsje eronder. Ook weer een klein visje. Ik weet nu dat ook snoekbaarzen gek zijn op kleine baarsjes. Zelfs een baars pakt graag een kleinere soortgenoot. Baarzen kunnen niet zonder baarzen. Het baarsbestand moet een goede opbouw hebben wil een water grote baarzen voort kunnen brengen. Een soort piramide, met als basis een brede laag kleine eenjarige baarsjes. Daarboven een smallere laag tweejarige baarsjes. Al die kleinere baarsjes moeten genoeg kleine prooien kunnen vinden om te overleven. Tegelijkertijd moeten ze op hun hoede zijn voor de behoefte aan stevige kost van hun grotere soortgenoten.

 Aan de top van de piramide staan de onkwetsbaren. Baarzen van een halve meter en meer. Harnasdragers met stekelkammen in bijna al hun vinnen die nog maar één mogelijke vijand hebben. Nee, niet de mens. Die gaat deze schoonheid toch niet om zeep helpen. Snoek kan hier ook niets meer mee. Meerval kan nog een bedreiging zijn voor de grootste baarzen die er in ons land rondzwemmen.


De gedachten aan grote baars lijken te worden omgezet in een aanbeet. Het waait niet meer zo hard. Een voorzichtige aanbeet is duidelijk te volgen. Ik draai de lijn strak en sla zo hard mogelijk aan. Er volgt wat gespartel terwijl ik snel lijn win. Er rost een prachtige grote baars onder de top. Perfect in de broze bovenlip gehaakt. Een juweel om te zien. Even een plaatje. Het laatste uur gaan we heel hard aan grote snoek zitten denken. De dag, voorspeld met regen, onweer en zware windstoten eindigt met een bloedmooie zonsondergang. Pas als we de dobbers niet meer kunnen zien geven we het op.



ANDEREN LAZEN OOK

image description
Co Sielhorst stopt met wekelijkse column Total Fishing
Total Fishing Import -
image description
Megasnoek 166
Total Fishing Import -
image description
Megasnoek 165
Total Fishing Import -