Megasnoek 139

Megasnoek 139

door Co Sielhorst

17 november 2007.
Stralend weer. Strak blauwe hemel. Alleen een fris windje. Niet verstandig om nu op mijn favoriete stek te gaan zitten bedenk ik thuis al. Van een afstand zie ik al dat ik helemaal gelijk heb. Ik ben niet al te vroeg van huis gegaan.

De zon staat al hoog aan de hemel. Het is redelijk druk aan het water. Er zit zelfs iemand te karperen verderop. Hengels hoog naar de hemel gericht. Ik zie ook al wekenlang twee mensen knikkers voeren. Waarom ook niet.


Eenden op de plas….

Ik ben afgelopen week drie keer op karperpad geweest. Twee keer een korte trip naar een polderwater. Een keer vaste prik een avond met Arie. Alle keren heb ik wél iets gezien maar géén vis gevangen. Nu moet ik even iets anders verzinnen om zoveel mogelijk uit de kijker te blijven. Ik ga op een stek zitten die helemaal uit de loop ligt. Moet ik iets verder sjouwen maar dat lukt me wel.  Door het windje moet ik echt al snel alles aantrekken wat ik bij me heb.

Er zit maar een heel klein gaatje in de rietkraag. Daar moet ik precies achter gaan zitten om de dobber in het oog te kunnen houden. Door de kou ingegeven schuif ik het stuitje naar acht meter. De luwte achter het riet zorgt dat het water over tientallen meter spiegelglad is. Er staat iets te spitten achter de dobber. Een stoere bellenplaat vertelt precies wat hier aan de hand is. Ik put er moed uit. Rondom spittende karpers zijn vaak ook andere vissen actief. Misschien dat hier ook weer snoek op reageert.

Na een uur moet ik een keer ophalen. Stel je voor dat de bodem hier ook bedekt is met wier. Ik zie ook steeds meerkoeten boven komen met plukken groen, maar dat is op ondieper water.  De boel blijkt keurig in orde. Het filetje is wat verlept. Ik snij even een nieuw lapje. De rest van de vis voer ik weer om de dobber heen. De tijd verstrijkt zonder dat ik me zit te vervelen. Ik heb de kijker erbij gepakt om eens te kijken wat er zoal aan eenden op de plas huist.

Met grote regelmaat komen er smienten uit de lucht vallen. Met koppels van soms wel honderden tegelijk remmen ze hoorbaar af voor ze neerstrijken. De mannetjes zijn makkelijk met het blote oog te herkennen door de lichte vlek op hun voorhoofd, het lijkt wel goud. De vrouwtjes zijn ook tamelijk bont voor eendendames. De meeste vrouwtjeseenden zijn wat bescheiden van kleur.

Doordat ik goed verdekt opgesteld zit, zien veel beesten me pas op het laatst. Daar komen zes krakeenden aan. Bij deze soort zijn zelfs de mannen tamelijk elegant maar niet erg kleurrijk. Een kuifeenddame komt erbij, valt op door het priemende gele oog. Zonder kijker is dat niet te zien van deze afstand.
Dan schrik ik even. Tamelijk lomp komt er een opvallende grote muskuseend door het riet de kant op. Waggelt recht op me af en gaat me op een meter afstand aan staan kijken. Zo van “komt er nog wat of hoe zit het”.

Ik pak de camera om een plaatje van deze vreemde snuiter te maken. Daarbij rollen de reservebatterijen uit mijn tasje. Het beest stort zich er meteen bovenop. Gelukkig blijft de verpakking heel. Vier batterijen tegelijk is moeilijk weg te krijgen.  Ik geloof ook niet dat zo’n beest daar nou harder van gaat lopen.

Teleurgesteld waggelt de vreemde parkeend weer naar het water. Ik voel me bijna schuldig.Aan de overkant krijgt een buizerd het aan de stok met krijsende meeuwen. Een dodaars schrikt en duikt met een klap onder. Erg schuw beestje. Ik begin me af te vragen of die dobber vandaag ook nog een keer wegduikt.


Vreemde parkeend…

De zon is haar kracht aan het verliezen. Sluierbewolking begint langzaam meer zeker oranje te kleuren. Het waait niet meer maar het wordt wel een stuk kouder.  De karpervisser heeft zijn spullen al bij zijn auto staan. Het is langs het water ook een stuk rustiger geworden. Een eenzame wandelaar en nog een vader die met zijn zoontjes een rondje fietst. Ik ga inpakken en verkassen. Het lijkt misschien niet meer de moeite waard maar tegelijkertijd realiseer ik me dat het bijna vier uur is.

Op mijn favoriete stek is dat een absolute toptijd. Het is er nu ook helemaal uitgestorven. Door het sjouwen krijg ik het meteen weer weldadig warm. De dubbele sjouwpartij zorgt er zelfs voor dat ik weer warme voeten heb.  Tevreden zak ik weer op mijn stoeltje neer als alles op zijn plaats ligt. Meer kan ik er toch echt niet aan doen. Ook hier zoek ik wat dieper water op. Een stukje verder gooien en acht meter is binnen bereik.

Opvallend is dat er van hieruit geen enkele eend te bekennen is. Er strijken wel al een heel tijdje grote aantallen meeuwen neer. Dicht bij elkaar overnachten ze midden op de plas. Een enkeling probeert nog wat eten te bemachtigen. Vlak bij me staat er een iets heel grappigs te doen. Op een stukje kort modderig gras staat het beest ritmisch te trappelen. De bedoeling is dat wormen zich bedreigd voelen door de trilling en boven de grond proberen te vluchten. Dat een vogel zoiets leert is toch opmerkelijk.

De zon is nu verdwenen achter oprukkende bewolking. Erg donker zal het daardoor niet worden. De enorme lichtvervuiling in de verte wordt weerkaatst tegen het wolkendek. Ik blijf lekker nog een poosje zitten.  Pas als het echt helemaal donker is begin ik aan opstappen te denken. De bonusvis die ik hier in de duistere uren vaak meegepakt heb zit er vandaag kennelijk niet in. Ik hoef niet weg omdat ik de dobber niet meer kan zien. Het wolkendek is nu helemaal dichtgeschoven. Er weerkaatst een oranje gloed tegen die weerspiegeld wordt in het water. De zwarte dobber is nog steeds goed te zien. Binnenkort misschien maar eens een avondje gaan zitten hier.

 

 



ANDEREN LAZEN OOK

image description
Co Sielhorst stopt met wekelijkse column Total Fishing
Total Fishing Import -
image description
Megasnoek 166
Total Fishing Import -
image description
Megasnoek 165
Total Fishing Import -