Megasnoek 127

Megasnoek 127

door Co Sielhorst

9 december 2006.
Ik moet er even tussenuit. Weg van de dodelijk saaie omgeving. Het maanlandschap langs de grote zandplas. Ik heb op vlinder en libellenexcursies in de mooiste natuurgebieden rondgebanjerd. Natuurlijk heb ik daar ook steeds één oog op het water gehad. Zelfs in de kleinste slootjes heb ik vis gezien.


Winterjuffer

Twee plasjes lijken snoekpotentie te hebben. Op de grootste valt niet te vissen. In een klein gaatje heb ik afgelopen zomer een snoek zien staan. Mooie vis. Zonder schade aan te richten valt er niet te vissen. Op het andere plasje ziet het er heel anders uit. Het is veel dieper. Er wordt in de zomer ook gezwommen door mensen uit de buurt. Steeds vaker heb ik de ondiepe kant vanaf een afstand bekeken. Gezien dat er vaak een school baarzen de zandplaat afschuimt. Daar staat vaak ook een snoek op te wachten.

Het is natuurlijk een topstek voor belevenissen boven water. Wat er onder water gebeurt, is nog een volkomen raadsel. Toch een overeenkomst met het water waar ik even afstand van moet nemen. Het grote verschil is dat het hier nooit lang kan duren voor ik hier alle geheimen ken.

Zaterdag zit ik er bijtijds. Ik ga in de rimboe zitten. Scherm het pad achter me af met de plu Hoop dat het belangstellenden af zal weren. Ik heb de zon op mijn bolletje. Het is veel te warm voor een dikke jas. Het bos geeft volledige windstilte. Ben ik ook al een poosje niet meer gewend. Met een loodje kom ik tot een verrassende vijf meter. Mooi! Voer wat vis rond de dobber. Spoel mijn handen af in het kristalheldere water en ga me installeren. Ik ben vergeten de warmtelaarzen in de auto te gooien. Daar liggen ze altijd, maar na een ongelukje heb ik ze voor de kachel moeten zetten om te drogen. Daar staan ze nu nog steeds. Het is goed te doen met de dunne laarsjes.
Ik zit niet ver van een eik. De bodem is bedekt met bewijzen. Ik herken de bladvorm. De talloze eikels die onder mijn laarzen kraken beginnen al uit te lopen.

Het is héél lang rustig. De stilte voor de storm misschien? Dan hoor ik gekrijs van kleine kinderen. Er dendert een hele schoolklas langs de overkant. Met veel kabaal vissen ze opdrachten van briefjes die kennelijk in de struiken hangen. Ik kijk goed om me heen. Vastbesloten om ze op een dwaalspoor te brengen als het spoor van aanwijzingen mijn kant op lijdt. Ik kan niets vinden. Gerustgesteld kruip ik weer achter mijn plu. Wat een fout. Vanaf de heuvel achter me wordt de meute verzameld. Verstoppertje spelen. Tussen de kale struiken en spichtige boompjes hoor ik het al aankomen. Zonder enige schroom krioelen er even later zestien kleuters over me heen. Het is zo absurd, midden in een natuurgebied.

 Even later is Ivar zoek. Paniek bij de leiding. Niet zo handig, een kleuterklas langs een diepe plas loslaten met de opdracht om te verdwijnen. Gelukkig overzie ik een groot deel van het spiegelgladde water aan deze kant van de plas. Het duurt nog vrij lang voor Ivar terecht is. Deze kleine rambo heeft de opdracht goed uitgevoerd. Laat zich pas overtuigen als duidelijk uitgesproken wordt dat hij tot de grote winnaar uitgeroepen wordt als hij zich weer bij de groep komt melden. Geschrokken verzamelt de leiding de groep en verliest ze niet meer uit het oog.

Het wordt kouder. Vooral aan de voetjes. Door de kale takken verliest de zon haar warmte. De overkant ligt in een gouden gloed. Ineens spatten de sterren uit het water. Het lijkt wel vuurwerk. Tientallen vissen in grote paniek vóór een imposante boeggolf uit. Even later klettert een grote voorn het water uit. Overal verschijnen scholen kleine visjes aan de oppervlakte. Hier wordt gejaagd. Met kunstaas is hier goed zaken te doen. Nee, ik geef er niet aan toe.

De volgende dag ben ik weer van de partij. De dag lijkt een spiegelbeeld van gisteren. Zelfs de overkant wordt weer net zo fraai gespiegeld in het water. Door een hoog hondencursus damesstemmetje krijg ik weer een angstaanval. Pluto, bal! Bal gaat te water. Pluto kijkt wezenloos om zich heen. Pluto gaat pootje baden. Hé een bal. Halen dat ding. Uitzinnige vreugde bij het vrouwtje. Commando en beloning lopen helemaal door elkaar. Goed zo, als het beest één poot in het water zet. Een brokje vóór er iets gepresteerd is. Die bal komt dus nooit meer terug. Zelfs niet als de baas de hond met geweld het water in flikkert. Het heeft me lang genoeg geduurd. Voor oogcontact is de afstand te groot. Kijken of gebarentaal werkt. Ik pak mijn mobieltje. Hoog stemmetje heeft scherpe ogen. Man en hond worden meegesleurd. Sommige mensen moeten helemaal niet aan honden beginnen.

De dag verloopt rustiger dan gisteren. Wéér ben ik iets vergeten. Over mijn wollige binnenpak draag ik altijd een stevige buitenbroek. Die ligt nu thuis. Later op de dag begint het te waaien. Dat voelt na verloop van tijd aan alsof ik in mijn blote kont zit. Er ligt nog een lekker warm jasje in de auto. Ik sla het om mijn benen als ik weer ga zitten. Vorstelijk.

De camera ligt klaar. Compleet met telelens. Ik verwacht net als gisteren weer die horde staartmezen. Daar gaat een wintervlinder. Een mannetje. Vrouwtjes van deze soort hebben geen vleugels. Bijzondere diertjes. Ze worden pas actief na de eerste nachtvorst. Bij libellen komt zoiets ook voor, daar is de winterjuffer heel goed in staat om de winter door te komen. Langs de rand van de zandplaat springt net als gisteren soms een vis. Er zijn ook baarzen op de zandbank. Ik zie ze schrikken van een overvliegende eend. De snoek gaat vandaag niet op jacht. Ook de kleine visjes laten zich niet zien aan de oppervlakte. Zelfs de staartmezen blijven weg. Er komt wel een ijsvogeltje mijn kant op. Prachtig, camera aan. Komt ie. Jammer, grotendeels achter een dikke tak. Wél heel dichtbij. Dat gaat me een dezer dagen een keer lukken.


In de rimboe



 

ANDEREN LAZEN OOK

image description
Co Sielhorst stopt met wekelijkse column Total Fishing
Total Fishing Import -
image description
Megasnoek 166
Total Fishing Import -
image description
Megasnoek 165
Total Fishing Import -