Een kijkje in de diverse visserij onderzoeken van Marine Research Wageningen te IJmuiden.
Door Ron Smits
Zaterdag 09 februari mogen onder andere beroepsvissers, beleidsmakers, natuurorganisaties en sportvissers meekijken in de “onderzoekskeuken” van Marine Research Wageningen op hun locatie aan de Haringkade in IJmuiden.
We hebben in acht mini workshops onder andere gezien hoe een TAC ((T)otal (A)llowable (C)atch) tot stand komt, hoe de netten getest worden, zodat er selectief gevist kan worden en bijvangsten worden vermeden. Maar ook hoe de gevangen vissen in de netten worden gescheiden, overleving van platvis en rog als deze met pulsvisserij aan boord komen. Vaststelling van leeftijden van de diverse vissen, invloeden van onder andere windmolenparken op de Noordzee en gevolgde routes van bepaalde trekvissen.
De enthousiaste medewerkers van Wageningen Marine Research. In het midden op de voorgrond directeur Tamme Bult
We zijn bijzonder enthousiast en gastvrij ontvangen door de medewerkers van Marine Research Wageningen met koffie en allerlei lekkernijen. Tussen de acht mini workshops zijn we gastronomisch verrast door een heerlijke (visrijke) lunch tussen de middag.
Marco Kraal namens Sportvisserij Nederland kom ik regelmatig op dergelijke interessante bijeenkomsten tegen.
Twee miniworkshops tonen aan hoe de uiteindelijke TAC tot stand komt. In het onderstaande overzicht ziet u welke stappen er gezet dienen te worden om uiteindelijk tot een TAC te komen. De TAC wordt vastgesteld door politici (visserijministers) in de Europese Visserijraad in Brussel. Het is dus heel goed mogelijk dat het advies van ICES (International Council for the Exploration of the Sea) niet opgevolgd wordt. ICES geeft in het advies heel duidelijk, in diverse scenario’s, aan wat de gevolgen van het niet opvolgen van hun advies voor de komende jaren kunnen zijn.
U ziet ook dat, zodra het advies van ICES aan de Europese commissie in Brussel heeft afgegeven, er flink gelobbyd wordt om bepaalde landsbelangen voldoende te laten meetellen. Zo is er ook flink gelobbyd om de pulskor visserij te verbieden, ondank het positieve advies van ICES dat dit een duurzamere visserij is dan de traditionele boomkorvisserij. We hebben in mini workshops gezien hoe Wageningen Marine Research ervoor zorgt dat de diverse metingen en waarnemingen altijd uniform geschieden. De methoden en gebieden zijn altijd dezelfde, zodat de vergelijkingen altijd in hetzelfde gebied en op dezelfde manier geschieden.
Hierboven een overzicht hoe de wetenschappelijke waarnemingen uiteindelijk tot een TAC komen.
De voordelen op basis van het wetenschappelijk onderzoek door Wageningen Marine Research van de pulskor visserij even op een rijtje: Minder brandstofkosten (48%), omdat de pulskor visserij niet door de bodem woelt zoals de traditionele boomkor. Dit wil zeggen dat de bodem nauwelijks beroerd wordt. Door de stroomstoten komen de vissen uit de bodem omhoog en zwemmen in het net. Door de brandstofbesparing zijn sommige beroepsvissers overgestapt op het duurdere GTL in plaats van diesel. GTL is schoner en daarom nog weer beter voor het milieu. GTL bevat onder andere geen zwavel. Ook is deze brandstof schoner voor de motor. De bodem blijft nagenoeg intact.
In een andere mini workshop zien we dat de vangst in een pulskor, een toename van de tongvangst heeft met 14 % (in kg) en een lagere scholvangst van 41 % (in kg), dus ook minder ondermaatse schol, Een lagere totale vangsthoeveelheid van 33 %. Een hogere marktprijs opbrengst voor de schol van 7% (in euro/kg) en voor de tong van 5 %. Dit zegt ook iets over de conditie van de gevangen vis in een pulskor ten opzichte van een traditionele boomkor.
Onderzoek naar netten om selectiever te kunnen vissen. Hier kan d.m.v. een tweewegsysteem een scheiding van de vangst plaatsvinden.
Weer in een mini workshop wordt een ander onderzoek besproken namelijk de overleving van platvis en rog in de Noordzeevisserij. Dit heeft in eerste resultaat aangetoond dat van de d.m.v. pulskor gevangen ondermaatse schol gemiddeld 14% het overleeft en van de tong zelfs 19% (= bijna het vijfde deel van alle ondermaatse tong). Als de onderzoeken afgerond zijn wordt er bekeken of een verzoek tot ontheffing van de aanlandplicht voor deze beide vissoorten in de pulskor visserij voldoende onderbouwd kan worden.
Hier worden de overlevingskansen van een aantal vissoorten, zoals onder andere de tong en de schol onderzocht. 16 % van de teruggezette ondermaatse schar (gevangen in een pulskor) zal het overleven. Dit onderzoek loopt nog en dit is een eerst voorzichtig waarneming resultaat.
Alle vier zijn heel belangrijk en passeren de revue.
De gevangen vis wordt per net (bakje A of B) in gekleurde chocolaatjes afgebeeld. Ook zijn net als de vis de chocolaatjes verschillend van grootte en gewicht.
Zegt u het maar.
Het verschil in vangst van de beide netten wordt uiteraard niet op zicht geschat, maar wetenschappelijk onderbouwd: genoteerd wordt de totale vangst (kg) en de aanlandingen (kg), er wordt een monster genomen van de aangelande vis en de totale vangst, bovendien worden er foto’s gemaakt.
Hierboven een voorbeeld hoe men tot een besluit komt in de EU over het soort net voor een bepaalde visserij. Het begint met een probleem of vraagstelling in het rode vakje boven. Zoals u kunt zien gebeurt dit onderzoek niet alleen in het Wageningen Marine Research gebouw, maar eerst door de vissers zelf en later gaan er medewerkers van Wageningen Marine Research mee de zee op.
Onderzoek naar de soorten en hoeveelheid vislarven in plankton
Onderzoek naar de leeftijd van de diverse vissoorten wordt gedaan door de jaarringen te tellen op de otolieten (gehoorsteentjes) Dit lijkt heel eenvoudig maar op de otolieten zijn ook valse ringen te vinden. Onder een microscoop wordt dit bekeken en je hebt behoorlijk wat ervaring nodig om het verschil van een jaarring en valse ring te onderscheiden en zelfs dan nog kan het soms een dag duren voordat je de juiste leeftijd hebt bepaald. Deze otolieten worden uit de kop van de vis gesneden.
Otolieten of gehoorsteentjes
Hierboven vindt u enkele voorbeelden van de vaststelling van de leeftijd van enkele vissen.
Diverse vislarven
De twee afbeeldingen zijn nodig om tot een zo wetenschappelijk mogelijk advies voor de TAC te komen.
Om het habitat gebruik van vissen en de effecten van menselijk handelen (windmolenparken op zee, afsluitingen door het Deltaplan) te kunnen bepalen wordt er door Wageningen Marine Research onderzoek gedaan naar het gedrag van vissen uitgevoerd. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van verschillende merk -en zendertechnieken. Hieruit blijkt dat de kabeljauw behoorlijk honkvast is aan de voet van de windmolens.
Gekleurde elastomeren worden bij de glasaal ingebracht om deze te kunnen volgen. Deze lichten bij een UV-lamp op, zodat de glasaaltjes duidelijk zijn te herkennen en men weet waar deze gemerkt en uitgezet zijn. De glasaaltjes worden vaak in het donker gevangen en de UV-lamp zorgt voor een snelle telling cq. waarneming.
Er worden vissen gemerkt met labels en zenders. Het voordeel van een zender is dat deze vis door meerdere ontvangststations wordt waargenomen. Hier is het trekgedrag goed af te leiden. Een vis van een label voorzien geeft alleen informatie over wanneer en waar de vis is gemerkt en later nog mogelijke informatie bij zijn vangst. Je hebt dan alleen de uitzet en vangstgegevens met mogelijk het gewicht, lengte en leeftijd van de vis. Vooral bij migratie onderzoek worden de zenders en ontvangers gebruikt. De glasaaltjes zijn zo klein dat dit niet werkt. Hier gebruiken ze een elastomer (rubberachtige substantie), die bij de glasaaltjes door een injectienaald aangebracht wordt (onder verdoving).
Windparken op de Noordzee is een veel besproken onderwerp. Onderzoekers bekijken ook de gevolgen van deze parken voor de diverse vissen.
Diverse labels, die gebruikt worden.
In de pulskor visserij heeft een redelijk percentage van de gevangen ondermaatse vis nog een aanzienlijke overlevingskans. Hoe korter de tijd aan boord hoe groter de overlevingskans.
Vaak kom ik op de diverse bijeenkomsten dezelfde personen tegen, Peter Paul Schollema van Waterschap Hunze en Aa’s in gesprek met Erwin Winter van Wageningen Marine Research.
In het midden de VIS TV ster Sophie van Neitzel, behalve sportvisser ook werkzaam als Wageningen Marine Researchmedewerkster.
Een snelle blik in het kantoor van Sophie.
Zendertjes die in/aan de vis worden bevestigd om zo de trekroute van deze vissen te bepalen.
Het is een dag met heel veel informatie. Eén ding is wel zeker: de kwaliteit van het wetenschappelijk onderzoek in het algemeen en de kwaliteit van de waarnemingen is zeker goed geborgd. Het advies van de ICES met betrekking tot de TAG is volgens mij toch meer een kwestie van kennis en ervaring. Natuurlijk zijn er diverse waarnemingen en metingen op zee. Maar het juist interpreteren van de gegevens is en blijft het gezonde verstand.
Niet dat ik twijfel aan de kennis van de onderzoekers, zeker niet. Maar het omzetten van het advies van ICES naar een TAC door de verantwoordelijke ministers, met heel veel lobby werk om een landsbelang van een bepaald land toch wat meer prioriteit te geven, baart mij veel zorgen.
Temeer daar de medewerkers van Wageningen Marine Research, die ik gesproken heb, achter het wetenschappelijk onderzoek naar de pulskor visserij staan en dus ook achter het advies van ICES dat de pulskor visserij duurzamer en beter voor het milieu is. Waarschijnlijk legt de Visserijraad van de EU het advies van ICES terzijde en komt er een verbod voor de pulskor visserij.
Na de Brexit zal het te bevissen gebied kleiner worden, zeker als er ook nog windmolenparken verrijzen op de Noordzee. Waar pulskor vissers nog kunnen uitwijken naar Frankrijk zal dit voor de boomkor visserij niet mogelijk zijn. Een ontheffing voor de aanlandplicht van ondermaatse schol (14 % van de ondermaatse schol)en tong (bijna een vijfde deel van de ondermaatse tong) gaat er voor de boomkor visserij niet komen.
Sterker nog de discards van de boomkor visserij zal weer toenemen. Voor de kotters die van puls weer terug moeten naar boomkor visserij een toename van het brandstof verbruik en 78 % meer CO2 uitstoot. Bovendien gaat de scholvangst met 69 % omhoog.
Het vissen met de boomkor in plaats van pulskor wil zeggen dat er geen totale vangstvermindering van 33 % zal zijn. Ik heb hier nog niet de gevolgen voor de beroepsvisserij in meegenomen, maar de economische effecten voor onze beroepsvisserij is gigantisch.
Bedankt medewerkers van Wageningen Marine Research voor deze zeer interessante dag.