Na heel veel kleine vissen gevangen te hebben vanaf de kant op diverse plekken, brak eindelijk de dag aan waarop ik met de “Calrei” kon meevaren op jacht naar een droomvis. In mijn slaap had ik al diverse kromtrekkers gehad van een hengel, maar bij het ontwaken bleek het toch wat anders te zijn.
Natuurlijk slaap je wat onrustig en had ik de foto’s van de afgelopen weken op www.calreicharters.com dagelijks gevolgd om in te schatten wat mijn kansen waren. Yvonne kwam dan vaak even naast me staan bij de computer als ik weer een vis zag die bijna niet op mijn beeldscherm paste. “Dat zou toch een droom zijn hè Luc, als we toch eens zo’n prachtvis naar boven konden halen.” Maar tegelijk zag ik haar vragende blik.
De “Calrei” en zijn bemanning wacht op u en neemt u graag aan boord om u uw droomvis te laten vangen.
Hoe gaan we dat doen, dat wij gelukkig zijn met onze prachtvangst, maar dat ook de grote roggen en haaien er enigszins zonder schade vanaf kunnen komen om hun leven op de Canarische zand-en rotsbodem verder voort te zetten. Vader Marin en Randy Das bleken hiervoor een zeer visvriendelijke methode te hebben ontwikkeld die wel enige oefening baart en zeker niet voor leken weggelegd is.
Helaas gaan niet alle boten aan de Canarische kust zo goed met hun vis om en eigenlijk zou er een soort bewijs van goed gedrag moeten komen waarop je op deze prachtige vissoorten MAG vissen! Maar ik wil nog wel eens dromen op dat vlak, maar ieder beetje helpt om alle Canarische vissers bewust te maken dat het zowel in hun eigen belang is voor instandhouding van de visstand en dus voor de sportvisserij als voor de vis.
Ik gebruik de mannen van de “Calrei” graag als voorbeeld in deze omdat ik aan den lijve heb ondervonden dat zijn hun uiterste best doen om de vissen zo goed mogelijk te behandelen. Maar natuurlijk moeten wij als mens niet hypocriet zijn en weten we donders goed dat we altijd wel enige schade aanrichten aan de natuur.
Hoe land je een rog van 20 tot 70 kilo in een boot?
Zoals altijd bij het aangaan van een visserij die ik niet dagelijks onderneem, startte ik zeer bescheiden met mijn visvangst. Het was na een korte tijd een kleine adelaarsrog die boven water kwam en die ik van mijn leven nog nooit gevangen had. “De kleinste ooit door ons gevangen,” zei Randy wel 10 keer, maar dat deerde mij totaal niet. Hij was nog altijd een aantal keren groter dan de scharren die ik normaal vang.
Eerst vers aas vangen. Dit was al een hele leuke bezigheid!
En in al zijn kleinheid was het een prachtvis die er zeer futuristisch en bijna “batmanachtig"uitzag. De kop was eraf en ik wist nog niet wat Yvonne en mij allemaal te wachten stond. We waren met vier vissers aan boord, en dat is natuurlijk een ware luxe! Andere boten zag ik vaak met meer mensen erop, maar Randy en Marin hebben kwaliteit zeer hoog in het vaandel staan. Normaal betaal je (ik) hier graag meer voor, maar dat bleek niet te hoeven en de prijs was voor mij, maar is ook voor iedereen goed op te brengen.
Alles wordt voor u gesneden als u dat zelf niet kunt of wilt doen! De favoriet van Randy en Marin: de vers gevangen “boga” wordt geprepareerd voor de grote roggen.
Twee Deense jongens hadden de linkerkant van de boot tot zich genomen en Yvonne en ik de rechterkant. We begonnen eerst rondom onze plek voor de grote vis verse aasvis te vangen wat op zich al een hele leuke bezigheid was. Het lood ging met twee kleine haakjes beaasd met een stukje garnaal of inktvis, meteen naar 50 meter diepte. Bijna direct volgt er dan een aanbeet waar je ook meteen op dient te reageren en niet zoals hier aan zee eventjes door laten bijten, want dan ben je absoluut te laat bij deze snelle vissen die hier op de zeebodem voorkomen.
Langzaam (!) worden de lange lijnen voorzien van 500 gram lood met daaraan de hele vissen op gevoel en gecontroleerd naar de bodem gelaten.
Na enige oefening was het al snel raak voor mij en Yvonne en raakte de emmer met verse aasvis al snel vol met zo’n dertig a veertig vissen die naast de diepvriessardines en makreel als vers aas konden worden aangeboden. Vooral de ‘boga’ ofwel bokvis (latijn: boops boops) is zeer geliefd hierbij door zijn slanke vorm en sterke vlees. Aan beide kanten stonden drie hengels uit met daaraan een hele “boga”, een hele sardine óf een geflapperde makreel.
Dat de eerste vis, een kleine adelaarsrog, niet zo groot was, deerde mij niet. De kop was eraf!
Achter op de boot werden nog twee hengels uitgezet op bluefisch of wahoo. Daar werd het aas boven de bodem aangeboden d.m.v. ballonnetjes die op de lijn werden geknoopt. Kansen te over dus, maar nogmaals bleef het een kwestie van afwachten en hopen dat het geluk weer met “Lucky Luc” was. Alle hengels stonden op de ratel en waren voorzien van Gamakatsu circle hooks zodat we eigenlijk alleen maar het geluid van de ratel van de reel in de gaten hoefde te houden.
Maar de eerste zware aanbeet kwam aan de Deense kant bij Brian.
Inmiddels waren we allemaal voorzien van een “fighting-belt” zodat we voorbereid waren op de aanbeet van een echt grote vis. De Deense sportvissers waren als eerste aan de beurt en de Shimano Tiagra gilde het uit van plezier. Deze Deense jongens waren deze visserij absoluut niet gewend, vader Marin en zoon Randy moesten flink aan de bak met het geven van instructies om deze vis nog voor middernacht van de bodem af te krijgen.
Een prachtige vlinderrog (let op de vorm!) duikt op uit de diepte.
Als je de techniek niet beheerst en niet luistert naar deze mannen die 250 keer per jaar deze visserij beoefenen, kom je van een koude kermis thuis en ben je binnen 10 minuten totaal verzuurd en schreeuw je om verlossing. Luisteren is dus het devies!! Vooral de “roughtail stingrays”, oftewel gestekelde pijlstaartroggen hebben er een handje van om zich vast te zuigen aan de bodem en dan is het buigen of barsten geblazen.
En wordt met de vingers in het ‘spiraculum’ geland.
Dat barsten moeten we natuurlijk niet hebben, dus is het noodzakelijk dat je de instructies van vader en zoon ter harte neemt wil je de eerstkomende dagen niet het gevoel hebben dat je door een truck bent overreden. Maar Denen zijn eigenlijk net Nederlanders en Belgen, en we kunnen eigenlijk altijd goed met elkaar opschieten door onze gelijke instelling.
Wat een droomvis zo’n grote vlinderrog!
De Deense sportvisser Brian luisterde zeer goed naar de aanwijzingen en vandaar dat er na ruim een half uur een prachtige vlinderrog naar boven kwam. Helaas de enige die ik op mijn diverse trips zou zien landen, zodat er nog dromen overblijven voor volgend jaar. Wat een schitterende gevormde vis is dat zeg. Ik kon zoals gebruikelijk mijn emoties niet onderdrukken en slaakte menige vreugdekreten die over het water galmend in Mogan te horen moeten zijn geweest. En toen de vis aan boord moest worden getrokken, zag ik pas voor de eerste keer hoe vakkundig Randy en Marin met de vis omgingen. De grote vlinderrog van meer dan 20 kg werd niet gegaft, maar werd met twee vingers in zijn “spiraculum” beetgepakt en aan boord getrokken.
Het spiraculum, een zeer bijzonder orgaan.
het “spiraculum” is een zeer speciaal orgaan welke alleen de roggenfamilie bezit. Roggen leven op en rond de bodem en zullen ook in ruste moeten kunnen ademhalen. Aangezien de kieuwen en mondopening bij roggen aan de onderzijde zit, kan de rog via die zijde in rusttoestand niet of nauwelijks ademhalen. Het “spiraculum” zijn twee gaten aan beide zijde van de kop vlak achter de ogen van de rog die de rog in staat stellen water van boven aan te zuigen.
Het “spiraculum” staat in directe verbinding met de kieuwen aan de onderzijde van de rog. Op deze manier kan de rog dus ook in ruste al zijn organen van zuurstof voorzien. Het is een zeer sterk beenachtig orgaan waar je aan beide kanten je vingers in kunt steken zodat ze elkaar raken. Bij zeer zware vissen zoals mijn vis van de laatste dag van 60-70 kg (afwijking 10 % naar boven en naar beneden), ga je dit met je vingers niet lukken en wordt er op vakkundige wijze een zacht boottouw doorheen geregen waardoor de vis kan worden geland.
Deze wijze van omgaan met de vis en het landen op deze manier gaf mij als toeschouwer een zeer warm gevoel. Ik heb het in de aanhef al gezegd dat ik vind dat eigenlijk iedere Canarische sportvisser deze manier van landen van kwetsbare vissoorten zou moeten beheersen. Zelf heb ik vele jaren zoetwaterpijlstaartroggen in een groot aquarium in mijn huiskamer gehad zodat ik bovenstaand gedrag qua ademhaling al jarenlang heb kunnen observeren.
Maar nadat de grote vlinderrog weer zachtjes met een bezem overboord was geduwd, was het mijn beurt. Een kromme hengel en een gillende reel dit keer op het voordek gaf aan dat er wat groots had aangebeten. Vader Marin plantte de boothengel in mijn fighting-belt en het feest kon ook voor mij beginnen.
Toen de reel aan mijn kant begon te gieren, moest ik zwaar aan de bak…
Wat een weerstand aan de andere kant van de lijn!! Eigenlijk kon ik een hele tijd niets uitrichten, want de rog was gewoon sterker aan de andere kant. Dat bleek ook wel, want ik begon op het voordek, maar kwam door het zwemmen van de vis al gauw op het achterdek terecht. Maar daar moest ik toch wezen voor de landing, dus dat kwam goed uit.
… En belandde ik bijna als vanzelf op het achterdek.
Als je eenmaal de rog aan het zwemmen hebt gekregen moet je wel aan de bak als sportvisser. Je kunt dan niet meer verslappen en moet constant druk blijven zetten op de vis, want anders gaat deze wederom als een gootsteenontstopper op de bodem liggen en dan kan je weer van voren af aan beginnen. Door het afwisselen van de armen en het uitschudden van het melkzuur uit de spieren, bleef het mogelijk om druk op de vis te blijven zetten.
De grote “roughtail stingray” (gestekelde pijlstaartrog) moest zich op een gegeven moment toch gewonnen geven…
En gelukkig voor mij was mijn eerste rog van een gemiddeld formaat tussen de 20 en 30 kg. Toen de rog in zicht kwam en er een grote schaduw onder het wateroppervlak verscheen, besefte ik gelijk dat we toch wel weer iets heel bijzonders meemaakte in mijn visserscarrière. Wat een bijzonder mooie vissen zijn dit toch en wat was ik blij met mijn eerste vangst van zo’n grote rog en het behandelen daarvoor door Randy en Marin.
… En werd zeer vakkundig met de hand geland.
Mijn droom was nu al uitgekomen en Yvonne en ik hadden nog enige bootsessies te gaan. Het kon nu al niet meer stuk en aan het constante afdrukken van de digitale camera bediend door Yvonne, wist ik dat het wel goed zat met de reportage.
Wat een prachtvis! Let op de hand van Randy die de giftige pijlstaart in bedwang houdt zodat deze geen verwondingen kan aanrichten. Voorzichtigheid is NOODZAAK!
Yvonne liet zich ook van haar allerbeste kant zien door op deze eerste sessie nog een prachtige zee-engel (monkfisch) van 15 kg eigenhandig te bevechten en te landen. Wederom een droomvis voor ons en de hoop was dat ik er ook nog een zou mogen vangen deze vakantie.
En toen ging Yvonne nog even knallen.
Deze haaiensoort ziet er door een soort van futuristische habijtvorm (monniken dragen een habijt, vandaar monkfisch) fenomenaal uit. Er kwam nog een drietal grote roggen uit aan onze kant zodat we deze eerste sessie niets te klagen hadden.
Met een prachtige zee-engel (monkfish) van 15 kg als prachtig resultaat.
Wat een pitbull is dat ! Een waar monster om niet zonder handschoenen aan te pakken.
We konden niet wachten op de volgende sessie en hetgeen die ons zou brengen. Geestelijk was ik tot rust gekomen en het kokende vissersbloed was iets langzamer gaan stromen door mijn aderen. Nu al zo’n succes!! Wat moest dit gaan worden?
Op de terugweg bij het trollen (er wordt geen tijd verspild als vissen mogelijk is!) nog een prachtige gestreepte tonijn gepakt op de Rapala-plug. Lucky Luc was weer eens lucky!
Randy en Marin vissen alleen maar met topmateriaal en laten niets aan het toeval over.
We konden alleen nog maar groter gaan qua afmetingen van de vis en dat zou het ook gaan worden. Kicken!!!
Visgroeten van Lucky Luc en Yvonne Mom.