De uitnodiging van de Nautilus, die recentelijk naar Vlissingen verhuisd was als uitvalsbasis, lag er al een tijdje. En net voor de overgang naar het nieuwe jaar kon ik daar gelukkig nog gebruik van maken. De Westerschelde ligt voor mij niet naast de deur, maar ik heb liever dat mijn visdag ten koste gaat van de reistijd dan van de vistijd op de boot, want daar gaat het toch tenslotte om. Als ik wil gaan varen stap ik wel in een rondvaartboot.
De “Nautilus” en de “Pirate” vrienden voor het leven!
Er wordt zeer goed samengewerkt op de Westerschelde tussen de sportvisboten. En samenwerking is in deze tijd het sleutelwoord voor succes en overleven. Dat begrijpen de schippers goed en gunnen elkaar dan ook het licht in de ogen.
In het schemerdonker worden de sportvissers aan boord geholpen.
En dat heeft als bijkomend effect dat iedereen een goede broodwinning heeft en dat de pot enigszins verdeeld wordt. Op mijn vissessie zou de Nautilus optrekken met de Pirate van Rene de Back, die al langer ervaring heeft met het vissen op de Westerschelde. Ervaring met de stroming en stekkenkennis is alles op deze wateren. Dat heb ik ook gemerkt aan mijn eigen vangsten, maar daarover later meer.
Gelukkig was Artur van Tienen aan boord, dus de visvangst was gegarandeerd!
Naast de Nautilus en de Pirate ligt er in Vlissingen ook nog de Wiesje met een langere ervaring op deze wateren. Hopelijk blijven de schippers het goed vinden met elkaar en kunnen ze hun bedrijf zonder al te veel pech staande houden.
Maar de sfeer was geweldig aan boord, dus het was genieten geblazen.
De Westerschelde ligt voor mij niet naast de deur en dat heb ik achteraf wel gemerkt. Het afgetrainde (echt waar!) sportvisserslichaam moet nog bijtrekken en het weelderige kapsel moet nog in model komen. Na de winderige dag op de Westerschelde zag het er wel erg woest uit. De rit (retour) van mijn huis te Avenhorn naar Vlissingen is te vergelijken met een enkele reis naar Hamburg (500 km) en dan tussentijds nog een hengeltje uit het raam gooien.
Schipper/deckhand Floep: “Kijk Luc, zo doe je dat nou!”
En dan ook nog “intelligente” gesprekken voeren met de vismaten om je heen welk niveau natuurlijk af en toe afdaalt tot het niveau van een Neanderthaler. Haha, back to basic dus, en zo hoort het. Toen ik nog enigszins aan het bijkomen was van de autorit, zag ik daar toch twee bekende koppen (lees: kale knarren) aan boord komen die mij bekend voor kwamen. Maar het kwartje wilde in het schemerdonker nog niet echt vallen.
Zelfs voor mij af en toe een kromme hengel.
Maar opeens wel en toen werd het ook meteen zeer luidruchtig op de boot. Arthur van Tienen en zijn maat Stipo Jovic van de KMVC (Kale Mannen Vis Club) stapten aan boord en toen wist ik in ieder geval al dat ik vis op de foto zou krijgen.
Arthur: “Zo ziet nou een wijting eruit Floep!”
Hoe dan ook! Dan hoefde ik in ieder geval niet mijn opblaasschar te gebruiken, die ik in geval van nood altijd bij me heb voor een fotosessie. In de glorietijd van de KMVC had ik nog zeer lange, wapperende manen (gelooft u het ?). Dus vandaar dat ik toen geen clubuitnodiging heb gekregen denk ik haha.
Vissen met windkracht 7? Het kan op de Westerschelde!
Er stond een behoorlijke wind op mijn visdag en die zou later aantrekken tot een volle windkracht west 7. Een normaal mens zou dan natuurlijk niet over vissen met de boot gaan denken. Maar daar denken de schippers van de Westerschelde en ook ik nu echt anders over.
Gelukkig kwamen er opeens toch nog wat leuke gullen binnen.
De Westerschelde ligt tussen Nederland en België en dat maakt dat daar de golven gewoonweg niet kunnen doorrollen en amper kunnen toenemen qua hoogte. Dit was mijn eerste ervaring op de Westerschelde en ondanks dat mijn eigen vangst op deze dag abominabel slecht was te noemen, zal ik hier zeker nog vele keren terugkomen! Wat is het toch heerlijk om na een kwartier varen al op een geweldige visplek te liggen.
En er kon dus gelachen worden, zeker door Floep en Jan, die deel uitmaken van de bemanning.
In dit geval de zogenaamde ‘Spijkerplaat’, een ondiepe zandplaat van ik schat zo’n meter of tien diep midden in de Westerschelde. Wat ik al wist vanuit de verhalen van schipper Frank Smits van de Nautilus was dat de vangsten de laatste weken onder invloed van harde winden toch wel aardig teruggelopen waren.
Vakkundig en dus zeer rustig werd er een mooie gul gedrild op het achterdek.
Maar de visserij biedt nooit zekerheid dus je moet maar gewoon gaan en zien wat er van komt. Je gaat tenslotte vissen moet je je maar bedenken en dat blijft een luxe bezigheid in onze maatschappij. Als je kan gaan vissen gaat het goed met je en dan niet zeuren als het even wat minder gaat. Gelukkig was Arthur van Tienen aan boord en die haalde regelmatig een dikke schar of twee en soms een dikke wijting aan boord.
En dat bleek de grootste van de dag te zijn.
Maar ook Arno Koman die op het achterdek stond, had in ieder geval ook aardig wat vis in de viskist liggen. Om de lijnen uit elkaar te houden en goed te ankeren, viste ik met ruim 300 gram Oostendelood. Gewoon uptide ingooien en heel veel lijn geven. Helaas bleven bij mij de grote vangsten uit, maar ik bleef gemotiveerd doordat ik toch regelmatig vis bij anderen aan boord zag komen. Ik ben zeer sociaal en gun iedereen zijn visje, maar de volgende keer moet ik toch wat meer aan mezelf denken haha.
De vis werd tot genot van de meeuwen aan boord schoongemaakt.
Vooral de scharren waren van een zeer goed formaat. Op het draaiende getij naar hoogwater toe kwamen er ook nog een aantal leuke gullen binnen zodat er toch nog wat vis op de foto kon worden gezet. In de tussentijd was ook Stipo tot mijn niveau afgedaald en die stak maar een sigaartje op zodat ook zijn vangsten in rook op gingen. Maar hoewel de vangsten dus op deze dag zeker niet goed te noemen waren, hadden er toch diverse vissers zo tussen de twintig en dertig mooie vissen in de viskist liggen. Dus het kon wel!
En ook op de terugweg was het lachen geblazen en nagenieten.
De gezelligheid op deze dag was overweldigend en gaf mij het ‘thuisgevoel’ wat ik zo nodig heb. We hebben in diverse talen visserslatijn uitgewisseld. Vissen is niet alleen “vangen”, want anders had het wel zo geheten. Vandaar dat je ook “visboten” hebt en “vangboten”. Toen we in de haven weer naast de Pirate lagen, kwamen we in direct met zo’n “vangboot” (lag het echt aan de boot Luc?). Er zat een aantal minderjarige viscracks aan boord onder leiding van viscaptain Johan Peekstok die ons lachend een paar volle kisten vis toonden.
Totdat we in de haven de Pirate tegenkwamen welke middels deze jeugdige viscracks een echte “vangboot” bleek te zijn. Het werd stil!
Het ‘echte’ mannenvolk op de Nautilus was even met stomheid geslagen en inwendig hoorde ik ze applaudisseren, maar de stilte overheerste. De jeugd heeft de toekomst, dat bleek maar weer eens. We, en met name ik, staan weer met beide benen op de grond en moesten ons even achter de oren krabben. Volgende keer kom ik beter beslagen ten ijs en neem ik echte bootonderlijnen mee in plaats van mijn kantonderlijnen. Want het enige waardoor de vangsten per persoon verschilde moest gewoon de aasaanbieding zijn volgens mij. Als visser moet je iets zoeken om de schuld aan te geven, want aan je zelf kan het niet liggen toch?
Bij deze wens ik iedereen een gezond visjaar 2012 toe op alle gebied, ook namens mijn vrouw Yvonne die mij na een slechte vangst altijd weer liefdevol opvangt!
Visgroet van Lucky Luc Mom
Voor een heerlijke visdag op de Westerschelde neemt u contact op met:
De Nautilus: www.wrakvissen.net - schipper Frank Smits of
De Pirate II: www.westerscheldevissen.nl - schipper Rene de Back
Vragen, opmerkingen of suggesties kunt u mailen naar info@totalfishing.nl