Lucky Luc op Zout 52: Noordzeekanaal redt de visweek

Het was zoeken afgelopen week naar een moment om naar de zoute waterkant te kunnen. Op de Noordpier was het gewoonweg niet verantwoord om te gaan vissen. De pier is trouwens meestal afgesloten bij dit zware weer, dus u kunt tegen een dichte slagboom en een afsluiting van het eerste hek aanlopen. Gelukkig biedt het Noordzeekanaal uitkomst bij deze zware weersomstandigheden.

Noordzeekanaal redt de visweek


Regelmatig komt er een “bootje” langs in het kanaal. Goed voor de reuring!

Wat ben ik toch blij dat het Noordzeekanaal altijd wel een plek uit de wind biedt zodat er  toch gevist kan worden. Bij noodnoordwestenwinden kun je aan de noordkant van het Noordzeekanaal prima terecht en bij zuidzuidwestenwinden prima aan de zuidkant van het Noordzeekanaal. De enige moeilijk bevisbare winden zijn harde westen- en oostenwind, dan staat de wind dwars over het kanaal en dat maakt het vissen zeker niet onmogelijk, maar veel minder prettig.


Meteen bij de eerste ingooi een mooie wijting van meer dan 30 cm.

Als je een grote visparaplu hebt met daarbij nog een aantal stevige haringen om te zorgen dat je niet achter je paraplu aan moet gaan rennen of zwemmen, heb je het als je jezelf helemaal geïnstalleerd hebt, prima voor elkaar. De gemiddelde diepte van het Noordzeekanaal is 15 meter. En dat zijn toch zes verdiepingen van een normale eengezinswoning. Genoeg water om vis in te herbergen.
 

En daarna zelfs een aantal doubletten van verschillend formaat.

Alleen bij het “Ganzeneiland” tegen de sluizen aan vindt je wat grotere dieptes van zo’n 18 meter. De onderlaag van het water van het Noordzeekanaal is zout of brak te noemen. Zout water is zwaarder dan zoet water zodat de bovenste laag zoet te noemen is. Onze zeevissen vinden de onderlaag zeer aantrekkelijk en vandaar dat er in de havens van Amsterdam ook nog kabeljauw en andere zeevissoorten rondzwemmen. Geloof het of niet, maar het is al bewezen dus. Er zijn zeevissers die het vissen op het Noordzeekanaal niet “echt” zeevissen vinden.


En als verrassing nog een drietal kleine gulletjes.

Dat is dan dus jammer voor hun en dan kunnen ze zo’n stormweek gewoon niet vissen of ze moeten risico’s gaan nemen. Natuurlijk mis je in  het Noordzeekanaal de charme van de getijden en is het een andere manier van zeevissen, maar je vangt door het jaar heen genomen prima zeevis en daar is het ons om te doen toch? De wijtingen zijn vaak van een prachtig formaat en mijn grootste gul vorig jaar was 65 cm. En daar moest ik op de pier aardig wat moeite voor doen.


Een gecombineerde vangst van een moddervette bot en een grote wijting zorgt dat de hengeltop weer helemaal krom gaat.

Natuurlijk zijn dit geen standaardformaten en zit er genoeg kleine vis tussen, maar de aanbeten zijn er niet minder om. Het Noordzeekanaal biedt de mogelijkheid om ook met lichter materiaal aan de slag te gaan om bijvoorbeeld uit de hand te vissen slepend op tong of op zeebaars. Dit is natuurlijk seizoensafhankelijk.


Als er gespuid wordt branden de lichten.

Er is dan wel geen getij in het Noordzeekanaal, maar het getij aan de buitenkant heeft wel degelijk invloed op de vangsten en de waterhuishouding in het kanaal. Bij laag water aan de buitenkant van de sluizen wordt er overtollig regenwater (zoet!) geloosd (spuien) op zee en dat maakt ook dat de zoute onderlaag  zich meer vermengd met zoet water. Dit vinden de zeevissen niet echt fijn zodat ze zich meestal gaan drukken tegen de bodem en in rust gaan. Een en ander is afhankelijk van hoe lang er gespuid wordt.


Onze Nederlandse Visarend, de “Viskraai”, weet na diverse pogingen wel raad met mijn ondermaatse wijting.

Urenlang spuien heeft wel degelijk grote invloed op de vangsten, heb ik uit ervaring gemerkt. Als u bij de tunnelbuizen vist bij Velsen-Zuid, kunt u zien dat er gespuid wordt aan de drie rode lampen die branden in de vorm van een driehoek. Hetzelfde geldt voor het “Ganzeneiland”, daar staat ook zo’n driehoek. Toen ik de afgelopen week in de ochtend begon met vissen, ging de vangst meteen goed van start.

Meteen een aantal mooie wijtingen en zelfs een drietal kleine gulletjes van 30-35 cm. Die kun je gelukkig zonder moeite terugzetten als je ze voorzichtig onthaakt en die overleven het meestal  wel. Dit in tegenstelling tot de ondermaatse wijting die je niet in je bezit mag hebben als visser.  Zo is de visserijwet nu eenmaal! Deze zijn meestal voer voor de meeuwen en in mijn geval van de week zelfs van een “viskraai”. Met een beetje fantasie onze Nederlandse Visarend te noemen.


Laat geen aas naast of over je haak heen hangen, want de wijting plukt het er zo vanaf met zijn scherpe tandjes.

Als de ondermaatse vis direct wordt opgegeten vind ik het niet zo erg om weer iets  terug te geven aan de natuur, maar als het maar rond drijft en er gebeurt niets mee, vind ik het geen prettig gezicht. Maar meestal weet de natuur hier gelukkig wel raad mee en verdwijnt het geheel in een of andere hongerige maag. In de middag liepen de aanbeten onder invloed van het lange spuien behoorlijk terug tot bijna een nulpunt.

Maar de visbuit was al binnen gelukkig. Toen men mij van bovenaf begon te bekogelen met emmers water, was het inpakken en wegwezen. Met een voldaan gevoel trok ik in de beschutting van de achterklep van de auto mijn warme vispak weer uit. Ik heb weer gevist en dus weer genoten!

Tot ziens aan de zoute waterkant!

Visgroet van Lucky Luc Mom

Vragen, opmerkingen of suggesties kunt u mailen naar info@totalfishing.nl


ANDEREN LAZEN OOK