Na een snelle en hardnekkige start van de winter ziet het leven van de karpervisser er nu weer wat rooskleuriger uit.Voorlopig is het water vrij van ijs en hebben de eerste fanaten na een periode van heimwee de karperlijnen reeds nat gemaakt…
Weer anderen maken zich op voor Europa’s grootste karperbeurs, CARP Zwolle 2011. Een kleine twee weken voor aanvang van die beurs, zo rond 26 januari a.s., verschijnt uitgave no.76 van Dé Karperwereld. Dit grootste specialistische karpermagazine der Lage Landen staat vol met nieuwtjes over deze beurs, maar u vindt er ook veel artikelen boordevol informatie over allerlei facetten van het karpervissen.
Om alvast een indruk te geven, presenteren wij als preview onderstaande bijdrage van Michiel Slootweg.
Less is more - Meer doen met minder
Door: Michiel Slootweg
De kop van dit artikel heeft in eerste instantie niet veel met karpervissen te maken. Het was eigenlijk meer een populaire kreet van een snelle IT jongen op mijn werkadres. We staken er regelmatig een beetje de draak mee en deze kreet komt nog steeds op z’n tijd voorbij. Maar mede hierdoor denk je wel met enige regelmaat na over wat je aan het doen bent en laat dat nou ook eens prachtig terug te koppelen zijn op mijn hedendaagse visserij…
Geblokte Franse schub, gevangen met zeer weinig aas.
Vroeger was alles beter, om nog maar eens zo’n oneliner te noemen. Sorry hoor, maar daar antwoord ik volmondig ‘neen’ op. Om wat concreter te zijn: vroeger viste ik een veelvoud van het aantal uren dat ik nu aan de waterkant doorbreng. Maar als ik die uren van weleer wegzet tegen de tijd die ik nu besteed aan de waterkant, durf ik rustig te stellen dat ik nu veel effectiever vis dan vroeger, met zeker geen mindere resultaten.
Vroeger waren de weekenden vaak vaste prik; twee nachten vissen op de meest uiteenlopende wateren. Ik voerde wel bijna altijd voor. Alleen omdat ik zo’n vast stramien had van werken en in de weekends één of twee nachten vissen, sloop er ook een stukje blindheid in m’n visserij. Noem het vissen met de oogkleppen op.
In het weekend neerstrijken op je stekkie en vervolgens geen oog hebben voor andere wateren of inspelen op nieuwe situaties op het water dat je bevist. Het was een vast stramien, ieder weekend een beetje hetzelfde zeg maar. Ik heb een prachtige tijd gehad hoor, maar terugkijkend had ik er meer uit kunnen halen, denk ik met de wijsheid van nu.
Weggeplukt van een nauwkeurig gevonden klein plekje; een pva- zakje met halve boilies deed de truc.
Tegenwoordig
Voorop gesteld: ik ben nog steeds visser in hart en nieren, alleen door de veranderingen in m’n leven (gezin met kinderen) ben ik verplicht om m’n visserij op een andere manier te beleven. Doordat de factor vistijd behoorlijk is terug geschroefd, ben ik bijvoorbeeld verplicht om beter na te denken over m’n visserij. Een seizoen doorbrengen op een druk bevist circuitwater is dan ook niet echt mijn ding meer vandaag de dag. Hetgeen overigens niet wil zeggen dat ik helemaal niet meer vis op zulke wateren.
Als ik kies voor zo’n circuitwater, dan moet dat wel op acceptabele afstand van mijn huis liggen. Op deze manier kun je de drukte aan het water goed in de gaten houden. Ook het voorbereiden van een sessie is dan stukken makkelijker. Door minder beschikbare vistijd voer ik wel bijna altijd voor. Simpel omdat dit over het algemeen de wachttijd tot een aanbeet aanzienlijk verkort.
(Voor-)voeren
Dat voeren je visserij vaak een flink stuk vooruit helpt, is voor veel vissers geen nieuwtje. Zoals gezegd ben ik zelf ook een fervent voorvoerder. Ik probeer dit echter wel op een doordachte manier te doen en bijvoorkeur altijd ook anders te doen, dan de meeste anderen. Veel vissers voeren bepaalde plekken aan met boilies die er vaak zonder nadenken in worden geslingerd.
Pva zakje in combinatie met een snowman, nog steeds bijzonder effectief.
Maar met de manier waarop je voert kun je nu juist al aardig variëren en dus een belangrijk onderscheid maken. Ik denk hierbij aan bijvoorbeeld los uit de hand strooien of met een werppijp, dan wel voeren met een katapult. Strooi je ze los uit de hand, dan zullen de boilies op een andere manier op de bodem komen te liggen, dan wanneer je ze in groepjes compact met de katapult voert. Ook het voeren met verschillende diameters, van eenzelfde soort boilies, kan soms voor verrassende resultaten zorgen.
Eerst kwaliteit, dan kwantiteit.
Ik heb met het over een groot gebied compact boilies voeren in verschillende diameters, vaak prima resultaten gehad. Ik vis dan vervolgens met alleen een pva-zakje zonder nog bij te voeren. De pva-zakjes die ik tegenwoordig graag gebruik zijn van Cipro. Deze hebben als voordeel dat ze verkrijgbaar zijn in twee diktes: een dunne versie voor gebruik bij de lage watertemperaturen en een dikke versie voor de hoge watertemperaturen. Over de hoeveelheden die ik voer, durf ik rustig te stellen dat dit vaak geringe porties zijn.
Echt, met weinig aas een aantal dagen voeren kun je ook pracht resultaten bereiken. Liever een dag of zes 700 gram en dan twee dagen twee kilo per keer voeren. Overigens 700 gram veertien millimeter boilies zijn nog heel wat balletjes hoor! De voorwaarde van met minder aas te voeren is wel dat het kwalitatief hoogwaardig aas dient te zijn. Overigens met de discussie over readymades versus freezerbaits ben ik ondertussen wel klaar.
Gedurende een lange periode om de andere dag 600 gram boilies, met als resultaat een ‘volle’ schub.
Kom niet meer aan met dat readymades op ‘lange termijn voerplekken’ de vangsten negatief zullen beïnvloeden. Ik heb het in ieder geval nooit geconstateerd. Toch stond dit een aantal jaren geleden met enige regelmaat in de bladen. Lang voorvoeren deed je immers het beste met freezers, dat was althans het motto van velen. Ik denk dat er van zowel de freezers als readymades gewoon goede en minder goede versies zijn en dat kwaliteitsaspect is veel belangrijker dan het label ‘freezer’ of ‘ready’.
Het is zo af en toe zeer effectief om de lijn te clippen om met zo min mogelijk meters lijn in het water te liggen.
Om nog even samen te vatten: denk na over je voerplan, houd rekening met de hengeldruk en andere vissers die er voeren, ken de meest gebruikte voerpatronen en hoeveelheden die worden toegepast (compact, breed of bijvoorbeeld een zeer groot oppervlak) en denk natuurlijk goed na over aassoorten en diameters. Om vervolgens zo goed mogelijk op al deze facetten in te spelen.
Een‘geclipte’ schub uit het kantje gevangen.
Denken en doen
Zo viste ik het afgelopen jaar op een klein water, waar de karpers behoorlijk de klappen van de zweep kennen. Ik voerde er een lange tijd voor en dan eigenlijk over een derde deel van het watertje met ongeveer 700 gram per keer. Twee verschillende diameters en overal compacte plekjes. Af en toe viste ik er een korte nacht, het liefste als er geen andere vissers waren.
Als ik er dan viste, probeerde ik er met zo weinig mogelijk lijn in het water te vissen. Ook viste ik één hengel zeer dicht in de kant, waar nog geen halve meter water stond. De hengel die vlakbij werd gevist, kreeg geen waker en de lijn liet ik volledig slap. M’n tweede hengel viste ik verder weg, maar zeer dicht in het kantje. Op de oever had ik een bankstick met clip staan, waar de lijn doorheen liep en dan pas het water in. Ik had er al wel eens wat over gelezen, maar nog nooit zelf uitgeprobeerd.
Het ziet er ook niet echt uit, een hengel met de top omhoog, de lijn richting clip en daarna hooguit drie meter door het water richting lood en aas. Maar effectief was het zeker, na de derde nacht hing de zwaarste vis van het water aan m’n hengel. Een lange dril op een vroege ochtend en dan ligt ze uitgeteld om geschept te worden. Het net gaat het water in en de majestueuze spiegel zie ik in volle glorie op haar flank liggen. Met haar kop tegen het netkoord gebeurt het ongelooflijke; de haak schiet los en ik ontwijk op een haar na het losschietende 120 grams lood.
Bram met de Franse bruisplakkatenmaker.
Van de schrik bekomen zie ik haar rustig terug de diepte in zakken. Wat een anticlimax, ik heb zelden zoiets extreems meegemaakt. Ik bel een paar maten om medeleven te zoeken, maar het helpt eigenlijk geen biet. De periode daarna word het steeds drukker aan het water en hierdoor wordt het er ook zeker niet makkelijker op. Een laatste sessie die me de handdoek doet gooien, is al snel een feit. Tijdens die laatste trip kom ik aan het water en er zit niemand.
‘Mooi’, denk ik bij mezelf, Wanneer het begint te schemeren komen er echter twee andere vissers aan de andere kant voeren. Vervelend natuurlijk, maar je kunt niet alles claimen. Alleen wat deze twee te water dumpen is compleet van de zotte en dat in de zomer, op een zeer klein water. Ik schat dat er zeker vijftien kilo aas te water gaat. Ik vang die nacht tot m’n verbazing toch nog een vis, maar ik kan het daarna niet meer opbrengen om nog terug te gaan. Zoals al eerder beschreven, kan het ook best goed zijn om gewoon te stoppen en fris op een nieuw water te starten.
Frankrijksessie
Met de gedachte ‘met minder meer doen’ denk ik met veel plezier terug aan een voorjaarssessie in Frankrijk. Ik ben via wat informatie en zelf uitzoeken op een mooi overzichtelijk water beland. Samen met Bram kom ik daar aan in de meest ideale situatie. Door m’n gedane huiswerk, weet ik waar we moeten zijn. ‘s Morgens staan we naar de zone te kijken waar ik de vissen verwacht, als de één na de andere vis eruit komt. Als een raket worden de papieren geregeld en de boel wordt in een recordtempo neergezet.
Een winterbeer, die een aantal dagen een paar handjes boilies wel kon waarderen.
Vervolgens voeren we er een vijftal kilo boilies , die we met behulp van de boot over een groot oppervlak verdelen. Die dag wordt er niet gevist, pas in de vroege ochtend starten we. Rond de middag vangen we allebei een kleine vis en het springen is plots volledig voorbij. Hebben we teveel gevoerd? Bram kijkt alles behalve vrolijk, mede door het formaat van de eerste vissen; hij is toch wel wat anders gewend in Frankrijk.
“Slootweg waar zijn we beland?”, zegt hij. Ik voel me er ook niet al te gemakkelijk bij. In de middag zien we een groot bellenplakkaat ontstaan in de eigen kant. Hier moet een hengel op! Aan de hengel die er snel wordt uit gedraaid hangt een fluo pop-up. Met fluo’s had ik totaal geen ervaring, echter Bram stond erop om ook een aantal hengels op deze manier te vissen, in combinatie met hennep. Omdat er snel gehandeld moet worden, kan ik niks verversen.
Snel de boot in, rustig uit laten glijden bij het bruisplakkaat om gespannen de rig te laten zakken. Er gaat op advies van Bram alleen een handje hennep overheen. Als de lijn na ongeveer tien minuten weg raast, ben ook ik volledig om wat betreft de cocktail fluo’s en hennep. Het is de beurt aan Bram, we vissen immers run om run, wel zo eerlijk. Het is gelijk een prachtvis en Bram is dankzij het gewicht van 23 kilo dan ook weer in één klap bijzonder optimistisch en positief.
Om een lang verhaal kort te maken: we vangen die week een zeer acceptabel aantal (dikke) vissen. Maar wel met een zeer beperkte hoeveelheid aas en alleen maar overdag. Naar mate de week vordert, worden alle hengels gevist met een fluo en een handje hennep. Er wordt geen boilie meer gevoerd. Het wordt zelfs zo extreem dat wanneer er een visser tegenover ons plaats neemt, die ‘s nachts door vist, hij haast niks vangt.
De Fransman snapt er helemaal niets van. Wij vangen overdag gewoon onze vissen, terwijl hij heel af en toe een aanbeet krijgt. Een ander niet onbelangrijk detail is, dat wij onze lijnen netjes tegen de bodem wegwerken. De Fransman vist ook echt op z’n ‘Frans’ zullen we maar zeggen. Vier hengels naar de hemel gericht en allemaal op een paar vierkante meter bij elkaar gevist.
Fluo’s; mijn eye opener in Frankrijk.
Hoe vaker wij onze hengels na een dril weer terugleggen, hoe meer aas de Fransoos er in ramt. Op het eind van de week hebben we bijna alle boilies nog over, alleen de hennep en een paar potjes fluo’s zijn op. Hoezo; ‘Less is more’...
Afsluitend
Die Franse sessie was echt de eyeopener, die ons leerde met weinig aas succesvol te kunnen zijn. Natuurlijk kan het soms ook best effectief zijn om wat flinkere hoeveelheden te voeren, maar dan wel goed doordacht. Ik heb in ieder geval de laatste jaren ook in genoeg situaties m’n ding gedaan met weinig aas. Om af te sluiten: blijf altijd scherp nadenken over je visserij. En houd een klein beetje rekening met elkaar. Hoe fanatiek je ook bent, karpervissen is en blijft een hobby.
Michiel Slootweg
Bovenstaand artikel is een van de opnieuw uiterst informatieve en lezenswaardige bijdragen die zijn opgenomen in de 116 pagina’s tellende nieuwe uitgave van Dé Karperwereld.
Nummer 76 van dit magazine ligt rond 26 januari a.s. in de bus bij de abonnees en is vervolgens ook voor € 8,75 te koop in de boekhandel en kiosk. Kijk voor een interessante abonnementsaanbieding op Hengelsporthuis.com.