Landen met de hand.  ( 2 ) Nekgreep.

Landen met de hand.  ( 2 ) Nekgreep.

Door: Berthil Bos

Veel roofvissen en in het bijzonder de snoek, is tijdens het uitdrillen onvoorspelbaar en daarom is het soms moeilijk te bepalen wanneer er geland kan worden.

De snoek is geen diesel, maar een sportauto met vele turbo’s. Korte krachtige vluchtpogingen worden afgewisseld met hevig kopschudden, om het vreemde kunstaas te lozen. Ook kan hij of zij gaan rollen waardoor de snoek zichzelf met de lijn verward en er een zootje van maakt. Vaak denk je dat je gewonnen hebt, maar dan schiet de vis toch weer de diepte in.


Dit formaat is nog makkelijk te handelen.

De snoekenbek bevat ca. 700 tandjes en dan hebben we het nog niet over de kieuwbogen die bezet zijn met gigantisch veel weerhaakjes. Je moet de vis dus eerst goed uitdrillen, om er zeker van te zijn dat je precies kan doen wat jij wilt en dat is niet in aanraking komen met dit scherpe spul.

De eenvoudigste manier om dit te doen is het om de snoek in de nek te pakken net achter de kieuwdeksels. Doorgaans kan je dit doen bij snoeken tot ca. 70 cm. om een goed houvast te hebben zonder te knijpen, waardoor je de vis beschadigt. Doe dit het liefst met natte handen om de slijmlaag zo min mogelijk te beschadigen.


Dit geeft problemen bij het landen en onthaken.

Ook wanneer het kunstaas met zijn dreggen onoverzichtelijk en gevaarlijk voor je vingers in de bek verstopt zitten, is dit vaak je beste optie. Het houvast aan de vis bij de nekgreep, is bij een onverwachte beweging niet zo geweldig, omdat deze slijmlaag glad is. Hierdoor moet de vis goed uitgedrild zijn en een goede manier hierachter te komen is het volgende. Je drilt de snoek krachtig uit, waarbij je hem uit balans moet brengen. Doe dit niet te zachtzinnig, want hoe sneller je de snoek uitput, hoe beter het voor de gezondheid van de vis is.


Je kunt de snoek ook even neerleggen om daarna de kieuwgreep toe te passen.

Je zult nu zien dat de vis meestal op zijn zij gaat liggen en zich overgeeft. Je trekt de snoek nu naar je toe waarbij je hem goed in de gaten houdt. Een snoek die nog reserves heeft hersteld vaak zijn balans en ligt dan weer rechtop in het water. Om nu de snoek even een tikje te geven lok je een reactie uit, die bij een niet uitgedrilde vis meestal overduidelijk is.

Hij gaat er weer als een gek van door, dus hou hier rekening mee. Pas als er geen reactie meer is, kan je hem achter de nek pakken. We hebben de snoek nu binnen, maar hij moet wel verlost worden van de gevaarlijke dreggen. Door deze manier van vastpakken zal in negen van de tien gevallen de snoek de bek stijf op elkaar houden, zodat we niet bij de haken kunnen komen.


Komt de snoek nog in balans naar je toe, dan is hij meestal nog niet uit gestreden.

Attributen om de snoekenbek te openen en open te houden, worden door de hedendaagse sportvisser niet meer gebruikt en dat is maar goed ook. Om de bek te openen gaan we een stap verder met de landingsmethoden, namelijk de indirecte kieuwgreep. Het is vooral voor diegene die deze greep nog niet beheersen of er bang voor zijn een uitgelezen manier om dit onder de knie te krijgen. We hebben de vis met de nekgreep vast met de voor jou sterke hand links of rechts en tillen hem met beleid uit het water.

De hengel leg je met de reel of molen in de vrijstand neer en je gaat met twee of meer vingers langs de kieuwdeksel naar binnen, waarbij je tegen de binnenkant van de kieuwdeksel drukt. Hierdoor kom je niet in aanraking met de scherpe kieuwbogen. Zorg er wel voor dat je dit doet aan die kant van de bek waar geen kunstaasdreggen zitten, om hier niet mee in aanraking te komen.


Na een tikje op de kop is dit dan zijn reactie.

Ga nu met je vingers naar voren richting de bek. Op een gegeven moment kunnen je vingers of hand niet verder, omdat je wordt tegen gehouden door de aanhechting van de kieuwdeksel met de onderkaak. Je laat nu de snoek aan je vingers hangen, waarbij je de handpalm met duim tegen de kieuwdeksel drukt.

Hierdoor verzegel je de kieuwgreep en heb je houvast. Bij grote zware snoek moet je de vis voor zijn gezondheid ondersteunen door gebruik te maken van de bodem van de boot of walkant. Het mooie van deze manier is, dat de bek meestal direct opengaat en het onthaken kan beginnen. Je ziet nu ook het voordeel van het overnemen in je zwakke hand, waardoor je kunt onthaken met die hand waar het meeste gevoel en kracht inzit.


uitgedrild op zijn zij, is de snoek klaar om geland te worden.

Natuurlijk kan je, als je (nog) niet durft, om dit vanuit de ene hand in de andere te doen, ook de snoek eerst even neer te leggen, maar doe dit dan in het natte gras of een onthakingsmat. Bij de nekgreep kom je wel in aanraking met de tere slijmlaag, maar soms ontkom je er niet aan.


Bij grote snoek zorg je altijd voor ondersteuning bij het onthaken.

Er is voor de vis een nog betere methode van landen, maar die moet wel goed uitgevoerd worden. Ben je nog niet zo ervaren, hou het dan eerst bij de nekgreep in combinatie met de kieuwgreep. Op deze manier krijg je vertrouwen en het juiste gevoel. Kom je op of aan het water een ervaren roofvisser tegen die net een snoek aan het landen is, volg hem dan aandachtig en vraag hem desnoods om uitleg.

Een goed geaarde roofvisser deelt zijn ervaringen graag met een ander en zal je graag behulpzaam zijn. We gaan nu een stap verder, nl. de kieuwgreep rechtstreeks uit het water.

 

ANDEREN LAZEN OOK