Kwetsbare               krachtpatsers

Kwetsbare krachtpatsers

door Marco Kraal

Dat karper als een van de sterkste zoetwatervissen uit onze contreien kan worden beschouwd, daar is, vermoed ik, iedereen het wel over eens. Dat is denk ik ook de reden dat deze vis zo ongekend populair is geworden. Dat karper tegen een stootje kan, staat ook wel vast. Toch is ook deze vis uiteindelijk kwetsbaarder dan menigeen doet vermoeden. Want een karper is wel degelijk gevoelig voor zaken als stress, ziekten en ondoordachte handelingen van sportvissers.





Net als alle andere organismen gaan karpers na verloop van tijd dood. Voor een beetje karpervisser is dat moeilijk te accepteren, zeker als een van de topvissen van een water op een dag levenloos tegen het riet ligt te schommelen. Die dode vis betekent vaak het eind van een illusie en de teloorgang van een stuk romantiek. Het wordt pas echt vervelend wanneer meerdere (top)vissen van een bepaald water de pijp aan Maarten geven. Vorig jaar was dat het geval bij onze zuiderburen, waar binnen opvallend korte tijd een behoorlijk aantal legendarische vissen definitief boven kwam drijven. Dit jaar was het raak in Nederland: gedurende het voorjaar en het begin van de zomer was op diverse wateren sprake van een opvallende vissterfte, waarbij nagenoeg alleen karpers doodgingen. In de maanden mei en juni kreeg de NVVS bijna dagelijks telefoontjes van verontruste karpervissers die dode en stervende karpers meldden. Aangezien ik zelf een jaar of 15 geleden heb meegemaakt dat ‘mijn’ karperwater tengevolge van een riooloverstort naar de knoppen werd geholpen, weet je tijdens een dergelijk telefoongesprek hoe de persoon aan de andere kant van de lijn zich voelt. Je weet ook welke vragen er komen en je weet ook dat je de onvermijdelijke vraag “wat kunnen we eraan doen?” vaak niet bevredigend kunt beantwoorden.
In het eerste deel van dit artikel zal ik daarom ingaan op “die andere kant” van het karpervissen, die kant waar we liever niet zo graag bij stilstaan, namelijk ziekte en sterfte van karper. En in een tweede deel zal ik aandacht besteden aan hoe sportvissers zelf een bijdrage kunnen leveren aan het welzijn van karper.
Voorjaarsviramie
Spreek het woord Springviremia of Carp uit in de buurt van een Engelse karperput en alle alarmbellen gaan rinkelen, hárd rinkelen. Deze karperziekte, afgekort SVC genoemd, kan namelijk enorm huishouden onder karperbestanden. Onze overzeese karpercollegae weten maar al te goed dat deze ziekte hun karperbestanden nagenoeg volledig ten gronde kan richten. Wat is SVC nu precies voor ziekte? Nog niet zo lang geleden noemde men deze ziekte buikwaterzucht. Vooral het enorm opzwellen van het lichaam valt bij deze ziekte namelijk op. Tegenwoordig wordt buikwaterzucht beschouwd als een vorm van SVC.


Spreek de naam van de ziekte Springviremea (SVC) luid en duidelijk uit en ook de viswaterbeheerders schieten in de stress.
Foto: met dank aan de OVB
Spreek de naam van de ziekte Springviremea (SVC) luid en duidelijk uit en ook de viswaterbeheerders schieten in de stress. Foto: OVB
SVC is een infectie met het Rhabdovirus carpio. Dit virus is (in mindere mate) ook gevaarlijk voor karperachtige vissen als de kroeskarper, graskarper, zilverkarper en zeelt. Toch is meestal de gewone karper Cyprinus carpio de pisang. SVC is de belangrijkste karperziekte en kan leiden tot een sterfte van 90 % van de populatie. De infectie met het virus vindt vaak tijdens de wintermaanden plaats. Gedurende deze periode liggen de vissen vaak sterker geconcentreerd en kan de overdracht van virusdeeltjes gemakkelijk(er) plaatsvinden. Verder bestaat het sterke vermoeden dat sterke schommelingen van de zuurgraad, watertemperatuur en het zuurstofgehalte de vissen extra bevattelijk maken voor een infectie met SVC. Na geïnfecteerd te zijn, kan het virus zich lange tijd koest houden om bij het stijgen van de watertemperatuur ineens genadeloos toe te slaan. Koi Herpes Virus
Nadat het afgelopen voorjaar ineens de nodige karpers dood waren aangespoeld, ging ineens het gerucht door karpervissend Nederland dat deze vissen waren gestorven aan het Koi Herpes Virus, afgekort KHV. Dit virus, inderdaad verwant aan het menselijke herpesvirus, is in 1997 voor het eerst aangetroffen in Duitsland. Daarna zijn er uitbraken gemeld uit Israël, Groot-Brittannië, de VS, België en Zuid- Afrika. Het KHV is, zoals hierboven al geschreven, een herpesvirus. Dit zijn virussen die zich in het lichaam van de gastheer perfect kunnen verbergen en daardoor niet worden opgemerkt door de natuurlijke afweer, het immuunsysteem. Wanneer de conditie van de gastheer verslechtert, kan het virus ineens toeslaan. Een bekend voorbeeld van een menselijk herpesvirus is de zogenoemde ‘koortslip’. Dragers van dit virus hebben vaak lange tijd nergens last van, totdat een verkoudheid of periode van stress het immuunsysteem verzwakt en het virus kan toeslaan.


Overbevolking leidt tot stress


Het Koi Herpes Virus slaat echter genadeloos toe en in plaats dat de geïnfecteerde karper een koortslip ontwikkelt, gaat het beest gewoon dood. Hoewel het virus het eerst is waargenomen bij koi’s, waardoor de naam, is het vooral zeer gevaarlijk voor onze huis-, tuin- en keukenkarper. Betrouwbare verhalen over sterfte tot 100 % -dus alle vis de pijp uit- zijn inmiddels al bekend uit Israël en de VS.
Kenmerkend van dit virus is dat het al na een paar dagen na introductie in het viswater toeslaat. Infecties ontstaan alleen wanneer een vis met het virus in het water wordt geïntroduceerd. Een watertemperatuur tussen de 17 en 28 graden Celsius doet de rest. Net als met SVC kan het virus vooral toeslaan wanneer de vissen zijn verzwakt, bijvoorbeeld door een slecht beheer, onoordeelkundig handelen en vooral door stress. In tegenstelling tot SVC schijnen vooral de grotere vissen gevoelig te zijn voor een infectie met KHV.
Hoewel er nog zeer veel onduidelijkheden zijn over deze nieuwe karperziekte zijn de onderstaande symptomen inmiddels beschreven: Beschadigde huid; Overmatige slijmproductie; Ingevallen ogen; Vermagering; Bleke plekken op de huid; Verkleuring en afsterven van het kieuwweefsel. De grote ellende van dit virus is niet alleen de enorm hoge sterfte, maar ook dat vissen die een infectie met KHV hebben overleefd de rest van hun leven drager van het virus blijven en dus steeds weer andere vissen kunnen aansteken.
Tot nu toe is het KHV-virus echter nog niet daadwerkelijk in ons buitenwater aangetroffen. Vissen uit verdachte wateren die zijn onderzocht door wetenschappers van het Instituut voor Dierhouderij en Diergezondheid, het ID-Lelystad, bleken gelukkig niet te zijn geïnfecteerd met dit virus. Bij het schrijven van dit artikel was overigens nog niet bekend waaraan de vele vissen die dit jaar werden gevonden dan wél zijn gestorven. Op zich is dat niet vreemd, want het aantonen van een virus bij vissen is niet eenvoudig en kan, zeker voor wat betreft SVC, eigenlijk alleen goed bij nog levende vissen. En wees eerlijk, wie brengt er nu een levende dertigponder naar Lelystad? Een uitgebreide versie van dit artikel kunt u nu lezen in Dé Karperwereld no. 27 en dat nummer vindt u vanaf deze week in de hengelsportspeciaalzaak en de kiosk.