Kortbij vissen                   vaak beter dan van ver halen…

Kortbij vissen vaak beter dan van ver halen…

door Wilbert van Beek

Met de komst van de feederhengel alweer een aantal jaren geleden is het meer regel dan uitzondering dat er strak tegen de overkant wordt gevist van vaarten en kanalen. Dat op afstand vissen, heeft uiteraard diverse voordelen, maar “ieder voordeel heb ook z’n nadeel”, zoals we dat tegenwoordig weten via onze nationale “deskundoloog”.

Zo ben je voor wat betreft de snelheid van het vissen behoorlijk beperkt en is het bovendien geen gemakkelijk opgave om op enige afstand ook zeer secuur te vissen. Omdat iedere kanaal en vaart twee oevers heeft, gaan we het in dit artikel eens wat dichter bij huis zoeken en vissen we kort aan onze zijde van het water.

Voeren
Juist ook bij het kort vissen, is de keuze van de voer- en visplek erg belangrijk. Omdat het voor ons (nog?) niet mogelijk is om onder water te kijken, peil ik altijd eerst uiterst zorgvuldig de oeverzone uit. Ik ben daarbij op zoek naar het schuine kantje, ook wel talud genoemd, net achter de waterplanten. De vis zal vanuit het diepere gedeelte van het water regelmatig dat talud op zwemmen, op zoek naar voedsel. Als mijn voertje daar is gevonden, komt die vis binnen mijn bereik. Als ik de sessie begin, werp ik enkele voerballen ter grootte van een sinasappel op de voerplek net voor het talud. Dit is een secuur werkje, omdat je het voer absoluut niet te ver mag werpen. Het risico zit er namelijk in dat het dan van het talud afrolt. Het voer dat ik gebruik wolkt een beetje en is niet te licht van kleur, omdat het water op mijn stek erg helder is. En een opvallend lichte (gele) plek op de bodem nodigt de schuwe vissen niet uit tot azen. Ook is het voer voorzien van een paar handjes pinkies en wat kapot geknepen casters om het extra aantrekkelijk te maken.

Onderhoud voerplek
Als er iets van wezenlijk belang is bij deze visserij, dan is het wel het onderhoud van de voerplek. Daarbij is niet zozeer de hoeveelheid voer essentieel, maar vooral de regelmaat van het voeren. Tijdens het vissen onderhoud ik de voerplek met casters en pinkies, die ik met een maden-werppijp met vaste regelmaat op de voerplek plaats. Denk hierbij niet aan grote aantallen, maar aan een caster of 5-10 per keer. Als de eerste brasems zich melden, stop ik met het bijvoeren van pinkies en werp ik enkel nog casters. Verse casters zijn bij de brasem favoriet en door er niet te veel te voeren per keer, ontstaat er onder water voedselnijd en pakt de vis gretig het losse aas en het haakaas. Ieder kwartier plaats ik dan ook een handje van het fijn gezeefde voer op de voerplek, welke ik slechts losjes aanknijp zodat het voer direct wolkt bij het te water gaan.


Onderhoud van de voerplek is van wezenlijk belang

Vissen op snelheid
Doordat je kortbij vist, is het mogelijk om de vis relatief snel te landen. Ik vis met vijf hengeldelen en mijn lijn is net zo lang als de hengel, waardoor ik geen delen hoef af te steken. En dat bevordert de snelheid aanzienlijk! De eerste vissen zijn meestal niet van een gigantisch formaat. Na een bepaalde periode met vooral kleinere voorn en brasem, lijkt het vaak of de vis stilvalt, maar schijn bedriegt. Juist nu komen de dikkere jongens op de voerplek. Pas als de kleinere vis is vertrokken, meldt zich veelal de eerste mooie brasem, die al snel wordt opgevolgd door een even stevige broer of zus.
Als de grotere vis echt op mijn voerplek aanwezig is, vervang ik de 7/00 onderlijn door eentje van 10/00, zodat ik wat minder voorzichtig hoef te zijn bij het landen van de vis. Ik wil de gehaakte vis namelijk zo snel mogelijk weg hebben van de voerplek, zodat die minimaal wordt verstoord.

Kort vissen tijdens wedstrijden
Het kort vissen tijdens wedstrijden is weer een verhaal apart. In dat geval heb je niet alles zelf in de hand, bijvoorbeeld waar het gaat om het rustig benaderen van je visplek. Tientallen collega-vissers wandelen druk pratend over de gelote visplaats en aangekomen bij de visplaats ploft men vaak het materiaal neer, begint men met de opbouw van hengels en vlonders en gaan de netten te water.

Desondanks ben ik er van overtuigd dat kort vissen ook dán lonend kan zijn. Kijk eens goed welke tactiek de buren links en rechts van je hanteren. Tijdens hun voorbereiding kun je hiervan al een hoop opmaken. Vissen ze allebei op afstand met bijvoorbeeld de feederhengel, dan bouw ik steevast een voerplek op enkele meters uit de kant op. Deze plek onderhoud ik consequent met casters en maden, zonder er het eerste uur actief op te vissen. Vaak zie je dat de eerste vis zich pas een uurtje na aanvang van de wedstrijd meldt; na het voeren van wat casters, verschijnen de eerste kringen van azende vis aan het wateroppervlak. Met het voer op de bodem en de zinkende casters zal de vis de bodem opzoeken en dit is dan ook het moment om de topset ter hand te nemen om kort te vissen. Spoedig zal de eerste aanbeet zich melden….

Een uitgebreide versie van dit artikel kunt u lezen in Witwis Totaal 3 vanaf begin september verkrijgbaar bij uw hengelsportwinkelier of kiosk.

ANDEREN LAZEN OOK

image description
Witvisperikelen: Teleurstelling
Willem Moorman -
image description
Witvisperikelen: Toeval
Willem Moorman -
image description
Witvisperikelen: Visser in de maak
Willem Moorman -