Koning van de Stroming 8:
Wat is een goede barbeelstek?
Die vraag krijg ik vaak. Ook de vraag waar ze zijn. Feit is dat barbeel zich het liefst ophoudt op een plek met fijne grind, zeg een doorsnee van 3-5 cm. Daarnaast moet er een nogal flinke stroming heersen. Dit zijn de belangrijkste factoren. En niet te vergeten, de rivier moet barbeel herbergen…
De Waal, IJssel, Roer en Grensmaas zijn momenteel de belangrijkste rivieren waar de barbeel te vinden is. Met de huidige technieken is het al een stuk gemakkelijker om te zoeken naar eventueel geschikte stekken. Via Google earth of Laps kun je de rivier volgen.
Stroomversnellingen zijn altijd goed.
Zo kun je de versmallingen opzoeken, de kribben die iets verder uitsteken dan de andere kun je traceren. Vaak is ook de stroming te zien. Als je goed kijkt gaat de stroming op de kop van de krib bij de ene naar buiten en bij de volgende naar binnen.
Ideale barbeelstek.
Er vormt zich langs de koppen van de kribben een soort van S-lijn. Pak dan om te vissen een krib waar de stroming naar buiten wordt gedrukt. Hiermee bedoel ik terug in de rivier. Een montage blijft op deze krib makkelijker in de hoofdstroom liggen dan de krib waar het water naar binnen wordt gedrukt, oftewel tussen de kribben.
Kleine details op moeilijke dagen zijn ze heel belangrijk. En geloof me, er zijn meer moeilijke dan makkelijke visdagen… Vissen is vaak een kwestie van logisch nadenken en zeker niet te moeilijk denken. Tijdens mijn gidsdagen gebruik ik heel vaak de term logisch… en na de uitleg is vaak duidelijk waarom. We denken vaak te ver…
Kleine rivier met obstakels.
Kijk je naar versmallingen in de rivier, daar stroomt het harder. Daar waar het harder stroomt is de bodem schoner en ook harder. In de meeste gevallen liggen er grindbedden. Zo ook bij de kribben die net wat verder uitsteken. Ook daar is de stroming net wat anders en ligt er vaak een grindbed. Kom je bij je beoogde stek aan, dan kun je alvast naar de oevers kijken.
Daar waar grind ligt tussen de kribben ligt het ook tegen de stroomnaad. Je kunt daar met een gerust hart vissen met nylon of indien gewenst gevlochten lijn. De kiezels zijn allemaal goed afgerond door het vele bewegen. Tref je daarentegen veel mossels en schelpen langs de oever, loop dan zeker niet voorbij. Ook hier gedijt de barbeel enorm goed. Pas hier wel je onderlijn aan. Op deze stekken zou ik gecoate onderlijnen gebruiken.
Ultieme barbeelbodem.
Om er zeker van te zijn dat er ook daadwerkelijk grind ligt kun je als volgt te werk gaan. Pak een feederhengel met max. een 3 oz. topje. Knoop aan het uiteinde van je lijn een wartellood van ca. 80-100 gram en gooi deze zover mogelijk in langs de stroomnaad. Draai vervolgend langzaam in zodat je lood over de grond getrokken wordt. Kijk daarbij alleen naar je topje.
Barbeelgebied.
Als je kleine schokjes ziet en voelt heb je gegarandeerd een grindbodem. Wil je het helemaal goed doen, gebruik dan gevlochten lijn, dat geeft het bodemverloop nog beter door. Trek je het lood over de bodem en beweegt je top niet dan heb je een zandbodem te pakken. Probeer ook te traceren de plekken waar je eventueel vast blijft haken, daar ligt of vuil op de bodem of grote stenen.
Grind en stroming levert geheid barbeel op. Zand en stroming kan barbeel opleveren. Ik bouw hier een veiligheidje in het verhaal, er zijn altijd uitzonderingen. In de buitenbochten is de bodem harder dan in de binnenbochten. Dit komt door de stroming. Ook net na de bochten is het vaak nog een stuk harder.
Over het algemeen zijn buitenbochten beter voor de barbeelvisserij dan de binnenbochten, al geldt ook hierbij dat er uitzonderingen zijn. Heel simpel gezegd kun je aan elke kribbarbeel verwachten. Alleen bij de ene zullen er dat meer zijn dan bij de andere en daar heeft bovenstaande betrekking op.
Ook net na de bochten is vaak de stroming nog een stuk harder.
Het zoeken op kleinere rivieren zonder scheepvaart vergt een andere aanpak. Hier moet je vaak de diepere stroken zoeken. Ook hierbij kan Google helpen. Daar waar het dieper is in een rivier zal het donkerder zijn. Die plekken kun je thuis al opzoeken. Let er wel op dat er bij aankomst aan het water in die donkere strook een flinke stroming heerst. Te diep is niet goed daar heerst te weinig stroming. De stroming kan nooit te hard zijn. Verder ligt barbeel vaak onder overhangende struiken en bomen en nog liever tegen omgevallen bomen.
Een omgevallen boom veroorzaakt een diepe kuil omdat de wortels ook meegetrokken worden. In zo’n kuil tref je dan barbeel. En ook bij deze riviertjes geldt dat buitenbochten dieper en harder zijn. Eenmaal aangekomen aan het water zal dat snel duidelijk worden. De stroomnaad is vaak goed te volgen en duidelijk zichtbaar. Water neemt altijd de makkelijkste weg om zich te verplaatsen. Daar waar het water het hardst stroomt is het ook het diepst.
Op de Roer en Grensmaas heb je vaak met vrij helder water te maken. Op de Roer zelfs kraakhelder. Vaak zie je de grindbodems al liggen. Is dat niet het geval, kun je deze op dezelfde manier zoeken als boven beschreven. Bijkomstigheid op de kleine rivieren is dat er vaak veel minder water staat en daardoor vormt zich er makkelijk wier.
Grote wierbedden zijn duidelijk herkenbaar aan de groene kleur. Stroken wier op grind betekent geheid barbeel. Ze verschuilen zich in of onder het groen en komen op gezette tijden op het grind om naar voedsel te zoeken. Bied het aas ook altijd aan op een open plek op het grind.
Grensmaas bij lage zomerstand.
Nog een handigheidje voor het zoeken naar barbeel op de twee grote rivieren. Kies een plek uit in een dorp of stad. Op die stroken wordt vaker gevist en ligt er ook meer voer. Waar voer ligt is ook vis… Kijk dan ook nog eens waar een weg het water bijna raakt, dat zijn de plekken waar bijna dagelijks gevist wordt. Daar ligt nog meer voer.
Soms liggen er mee dan je denkt.
Zoek op internet op waar vaak wedstrijden worden gehouden. Zeker op de IJssel kan dit van belang zijn. Aan de kant waar vaak wedstrijden worden gevist ligt meer voer dan de andere. Ook gebruiken wedstrijdvissers vaak en veelvuldig maïs als aas en voer. Speel daar op in en vis gericht op barbeel met maïs op die stroken.
Baarddraden en grote vinnen.
Zomaar wat tips voor het zoeken naar geschikte barbeelstekken. De ene belangrijker dan de andere. Het aller belangrijkste is dat het altijd vissen is en niet vangen. Resultaten behaald in het verleden geven geen garantie… Geniet gewoon van elke aanbeet. De ene keer is dat er eentje, de andere keer zijn dat er wellicht 5. Echte topdagen met grote aantallen tref je gewoonweg minder. Logisch, en dat is heel dit artikel…