Koning van de Stroming (2)
Door Frans Vogels
In het vorige artikel heb ik een korte algemene inleiding gegeven over de barbeel. Graag had ik daar nog ruimte gehad voor een zeer belangrijk aspect in de barbeelvisserij, namelijk de zwakke kant van een barbeel. Diegene die al eens het genoegen hebben gehad een barbeel te vangen, weten waar ik op doel.
In tegenstelling tot wat ik vorige week schreef dat de barbeel een enorme vechter is en zeer veel strijd levert tijdens zijn dril, is de vis ook zeer kwetsbaar. Van de ene kant logisch… nadat de barbeel zich leeg gevochten heeft om te zo maar eens te zeggen, kan hij geland worden. Zeer belangrijk is het nu om de barbeel even bij te laten komen in het landingsnet door dit in het water te houden. Laat de vis rustig 1-2 minuten of langer indien nodig, bijkomen van zijn gevecht.
Zodra de vis voldoende hersteld is voel je hem weer bonken in het net. Zie het als dat je een marathon gelopen hebt en over de finish meteen met je hoofd 5 minuten onder water wordt gehouden… geen prettig gevoel lijkt me en dit overkomt een barbeel als hij direct na het landen uit het water wordt gehaald om gemeten te worden.
De marathon zit erop voor deze knokker.
Wil je de vis toch meten of fotograferen, doe dit dan zo kort mogelijk. Na het bijkomen kan de barbeel teruggezet worden. Haal je de vis uit het water voor een foto, dan is het wederom weer belangrijk om de vis nadien eerst weer in het net onder water te houden totdat je voelt dat de barbeel tegen het net aan bonkt, een teken dat hij hersteld is.
Bijkomen…
Waarom al die moeite zou je denken? Een barbeel heeft een onderstaande bek. Zodra je een barbeel direct na het vangen terugzet zal deze zich vaak op zijn rug draaien. Zijn onderstaande bek blijft daardoor boven water waardoor hij geen zuurstof binnenkrijgt en stikt.
Bovenstaande geldt vooral voor rivieren zoals de Waal en IJssel. Dit zijn over het algemeen diepe rivieren. Mijn ervaring heeft me geleerd dat als je barbelen vangt in ondiepe rivieren, je deze herstelperiode helemaal niet hoeft toe te passen. De barbelen uit die rivieren vechten net zo hard, zo niet harder, toch is het me nog maar zelden voorgekomen dat ik een barbeel uit zo’n riviertje moest herstellen.
Persoonlijk denk ik dan ook dat het grote diepteverschil, lees drukverschil, wat de barbeel moet ondergaan tijdens zijn dril hem zo kwetsbaar maakt. Ik heb al in diverse landen op barbeel gevist en overal was dat hetzelfde. Viste ik in rivieren (Waal, IJssel, Duitse Rijn en Po) dieper dan 5-8 meter, dan moest ik mijn gevangen barbeel altijd laten herstellen terwijl in de ondiepere rivieren (Roer, Ourthe, Ambleve, Severn, Avon of Wye) dit niet nodig was.
Rivierbarbelen vanuit grotere dieptes herstellen langzamer dan die uit ondiepe rivieren.
Nog een laatste belangrijk punt voordat ik over kan gaan tot het vissen op barbeel, is het gebruik van materiaal. Twee aspecten zijn daarbij belangrijk, beide alleen maar in het belang van de barbeel. De eerste is het zeer belangrijk om barbeel te scheppen in een gecoat schepnet of landingsnet. De eerste rugvin van een barbeel is wat langer en heel scherp. In een nylonnet blijft hij hiermee meteen achter een maas hangen en als een vloeipapier scheurt daarna de rugvin kapot. In een gecoat net kan dit niet gebeuren. Voor de meerprijs hoef je het niet te laten; een ruim en goed gecoat net heb je al voor nog geen 20 euro.
Dit kan er dus gebeuren…
… En daarom verdient een gecoat net dus de absolute voorkeur.
Tweede belangrijk onderdeel hierin is het gebruikmaken van een onthakingsmat. Deze mat is een algemeen gebruikt voorwerp binnen de karpervisserij. Omdat ook vaak een barbeel liggend op de grond onthaakt wordt, is het belangrijk ook bij deze vissoort een mat te gebruiken. Het is voor de bescherming van de barbeel. En dan voornamelijk voor zijn ogen. Vissen hebben geen oogleden en kunnen hun ogen niet sluiten. Liggend op zand, gras of fijne kiezels zullen de ogen doen beschadigen waarna hij blind wordt aan dat oog. Ook hier geldt weer: voor de prijs hoef je het niet te laten, matten zijn er al vanaf 10 euro.
Voor de bescherming van de barbeel.
Dan kunnen we eindelijk overgaan tot het belangrijkste van deze artikelen: het vangen van barbeel. Belangrijk om te weten is dat je barbeel vooral kunt vinden in snelstromende rivieren, liefst met een harde, maar nog beter, een kiezel(grind)bodem. Rivieren die hier aan voldoen in Nederland zijn de Waal, IJssel, Grensmaas en Roer.
Favoriete vloer van de barbeel.
Ik denk dat dit de 4 belangrijkste barbeelrivieren van Nederland zijn, ook gezien vanuit het oogpunt bereikbaarheid met een vergunning. Natuurlijk komen er ook barbelen voor in de Geul en Swalm, maar het is vrij moeilijk zo niet onmogelijk om voor deze rivier een vergunning te kopen. Verder zijn er vangsten bekend van barbeel in de Lek, het Amsterdam Rijnkanaal, Maas, de Vecht en Merwede, maar kans op barbeel in deze wateren zijn nog zo minimaal dat ik me niet op deze zou richten.
Riviertjes zoals ik ze ken in Brabant, de Dommel, Essche Stroom en de Beerze, stromen wel, maar herbergen geen barbeel. Dit stukje theorie van dit artikel vind ik heel belangrijk voor iedereen die barbeel wil vangen. Het is belangrijk om te weten hoe je moet omgaan met deze vis. Vanaf volgende week richt ik me op het vangen van barbeel, want daar was het uiteindelijk om te doen.
Tot volgend deel van Koning van de Stroming,
Frans Vogels – www.barbelen.nl