Koning van de Stroming 11:
Barbelen op gezette tijden
Door Frans Vogels
Dat de ene stek de andere niet is weten we allemaal en ook per rivier verschilt het nogal. Geen een water en stek is vergelijkbaar. Zeker niet waar het barbeel betreft. De stekkeuze bepaalt daarom al of je wel of niet vangt en vaak ook het tijdstip waarop je gaat.
De barbelen zijn domweg op te splitsen in 2 groepen: namelijk de liggers, dat zijn de barbelen die stekgebonden zijn en de nomaden, de zwervers. Op vele plekken liggen de zgn. liggers, en op alle plekken komen de nomaden voorbij. Als je deze zin goed leest weet je al hoe belangrijk het is de juiste stek te bepalen op die dag.
Nomaden en liggers.
Door de jaren heen heb ik erg veel bijgehouden en ook veel info gewonnen door mijn website waarop elke maandagavond de actuele vangstmeldingen van die week te lezen zijn. Door de stekken met de tijden te gaan combineren, weet ik nu waar ik hoe laat heen kan gaan om een succesvolle dag te hebben.
Ik mijd altijd de kribben waar ik afhankelijk ben van de nomadenbarbelen. Niet dat ik altijd verzekerd ben van vangsten op de kribben waar standaard enkele barbelen liggen, het blijft tenslotte vissen en niet vangen. Ook vissen, lees barbelen, hebben niet altijd honger op de tijd dat je je aas aanbiedt. Datzelfde geldt ook voor mensen. Ik kan het niet vaak genoeg zeggen maar door logisch na te denken kom je heel ver. Logisch nadenken en alles zo simpel mogelijk houden.
Het grote probleem van de Waal en IJssel is de diepte. Hierdoor is het niet mogelijk om te zien wat zich op de bodem afspeelt. Dit heeft natuurlijk ook weer zijn charme. Het komt er nu op aan wat en hoe en waar je je aas aanbiedt. Het is hierdoor niet mogelijk om grootte van de school of groep te bepalen die er ligt. Door vaak terug te keren naar dezelfde stek kom je er snel genoeg achter wat er op die plek mogelijk is qua vangst.
Kijken is ook leren.
De barbelen die er altijd liggen kun je de hele dag door vangen. Je bent dan alleen afhankelijk van een bijtmoment. Vlak dit niet uit! Vaak genoeg hebben we met enkele personen een paar kribben bezet en de zgn. bijtmomenten lagen dan op alle kribben binnen de minuut. Vaak zijn het 2 aanbeten in korte tijd waarna het even stil valt. Soms een uurtje, soms langer en heb je een topdag, dan volgen die momenten zich op na 15-20 minuten. In bijna alle gevallen is de temperatuur zeer belangrijk. Een barbeel is heel erg temperatuurgevoelig en reageert daarop vrij snel.
Bij de tweede groep barbelen, de zgn. Nomaden, ben je afhankelijk van het moment dat ze langskomen. Op de Waal en IJssel is het moeilijk te bepalen hoe groot die scholen zijn, uitgaande van wat ik zelf gezien heb op kleine rivieren en op dvd’s kunnen die scholen meer dan 100 barbelen bevatten. Deze school trekt altijd op dezelfde tijd langs dezelfde plek.
Het kan zijn dat een school je 3 keer per dag passeert, 1 keer per dag of zelfs 1 keer per week. De trektocht en de tijden zijn te allen tijde hetzelfde. Ook dit heb ik kunnen vaststellen op 3 verschillende rivieren waar zicht mogelijk was. Geen grote voerplek, geen lekker aas of wat dan ook houdt de barbelen op hun plek. Tijd is tijd en dan trekken ze weer verder. Een fascinerend gezicht om te zien hoe de natuur zich gedraagt.
Het is dan ook erg belangrijk om erachter te komen wanneer de school op een stek passeert. Door vaak en op verschillende tijden een stek af te vissen voor een wat langere tijd maakt het mogelijk om te kunnen bepalen wanneer ze langskomen. Door dit voor jezelf bij te houden kun je op een gegeven moment het tijdstip bepalen wanneer je gaat vissen. Heb je de mogelijkheid om dit met een paar mensen tegelijk te doen, kun je meteen de zwemrichting bepalen en een deel van de route.
Dit is een tijdrovende bezigheid en is niet zomaar even te bepalen. Maar als je eenmaal de route en de tijden weet beleef je echt grandioze visdagen aan de waterkant. Een andere mogelijkheid is om op 1 dag op verschillende rivieren barbeel te vangen. Op de Grensmaas willen de barbelen vaak in het laatste uur van de nacht en de eerste uren van de schemer erg bijtlustig zijn.
Op de IJssel is zijn de morgenuren tot ca 12.00 uur goed en zeker de avond- en eerste nachturen. Terwijl op de Waal 2 pieken mogelijk zijn, van 9.00 tot ca 11.30 uur en 16.00 tot 19.00 uur zijn daar de topmomenten.
Daar waar de Waal en IJssel vrij gemakkelijke rivieren zijn om barbeel te vangen daar zijn de Grensmaas, Roer en zeker ook de Ardenne rivieren zeer moeilijk. Zonder enige stekkennis kun je deze rivieren beter mijden. Hiervoor moet je echt wel een goede gids in de armen nemen om een beetje inzicht in die rivieren te krijgen.
Het is op dit soort wateren erg belangrijk om precies de geulen weten te liggen. Lokale vissers weten deze feilloos te vinden, die zien de rivier bij elke waterstand. Vis je naast een geul, dan heb je zomaar een blankdag. En dat kan werkelijk gaan om slechts een halve meter!
Datzelfde geldt ook voor de tijden dat de nomadenschool langskomt; vis je steeds maar van 8 tot 12 uur in de morgen en de school komt pas om 13.00 uur voorbij, tja, dan vis je steeds achter het net! Het zijn kleine, maar wel erg bepalende dingen die je al dan niet een succesvolle barbeeldag bezorgen.
Tot volgende week,
Frans Vogels - www.barbelen.nl