Kleding voor de shad. ( Deel 8 )
Door: Berthil bos
Werpen met shads. Bij het werpen van de wat grotere shad (15 tot 23 cm.) wordt vaker van loodkop gewisseld, omdat je nu niet met de uitstaande lijn de diepgang kan beïnvloeden, althans niet op de manier zoals bij het trollen .
Nu kan je de loodkop op dezelfde wijze als bij het trollen aan de shad fixeren, maar er is nog een manier die heel eenvoudig is en waarbij de kop onbeschadigd blijft.
Veen 6 een 23 cm shad in de polder met twee stingers is soms noodzakelijk.
Bij het werpend vissen gebruik ik zelden twee stingers. Je vis over het algemeen wat langzamer en subtieler, waardoor de shad makkelijker naar binnen wordt gezogen en daarbij zijn twee dreggen te veel van het goede. Een uitzondering maak ik wel eens in de polder als ik een 23 cm. shad gebruik om de dressuur te doorbreken en omdat het formaat snoek wat kleiner is.
Door gebruik van één stinger is de haak van de loodkop nu extra belangrijk om te haken. Je zult ook merken dat je al werpen veel vaker de vis aan deze haak haakt dan bij het trollen door de subtielere manier van vissen. De haakbocht moet behoorlijk ruim zijn, zodat deze als hij uit de shadrug komt, gemakkelijk een wijsvinger kan herbergen.
Bij het werpend vissen wordt vaak de loodkophaak gepakt.
Deze bocht kan je ook goed gebruiken om de shad op je loodkop te houden. Op ongeveer een halve centimeter onder de rug, maar nog net voor de haakbocht, prik ik een wattenstaafje of houten prikkertje in het rubber. Je zal nu zien dat als je aan de shad trekt, deze wordt tegen gehouden omdat het staafje niet langs de haakbocht kan.
Weg shad.
Eenvoudiger kan niet en het hulpje heeft nog een voordeel. Vooral snoeken kunnen al kopschuddend zo tekeer gaan, dat de shad bij de loodkophaak uitscheurt wat vaak gebeurt bij zachte shads. Het gevolg kan zijn dat je weer de boel moet dicht smelten, maar nog erger dat de shad alsnog van de haak schiet. Door het gebruik van het staafje, zal het uitscheuren tot een minimum worden terug gebracht.