Wijting, het hele jaar door
Door Constand van Schelven
Voor de strandvissers is het vissen op wijting een typische najaarsvisserij. Iets waar je voor de -maanden oktober en november naar uitkijkt. Ook ‘s zomers wordt er wel wat wijting gevangen, maar dan vooral als ‘bijvangst’ vanaf sportvisboten op de Noordzee. In december is het na een paar nachtvorstjes veelal over met de wijting. De garnalen verdwijnen naar -dieper water en de wijting volgt deze voedselbron.
Tot zover het gangbare beeld. Constand van Schelven heeft het afgelopen jaar echter héél andere ervaringen opgedaan…
“De avond valt op het Grevelingenmeer en op dát moment worden de wijtingen actief!”
Laten we eerst even wat teruggaan in de tijd. Het najaar van 2003 was voor de strandvissers een droevige zaak. Er was indertijd nauwelijks of geen -wijting te vangen. De fraaie zomer van dat jaar (herinnert u zich het nog?) en het daardoor lang warm blijvende zeewater werden als oorzaak aangewezen. De juiste reden blijft echter altijd gissen.
Vorig jaar was het een compleet ander verhaal. De maanden augustus en september zijn vooral favoriet om op tong te vissen. Zo ook in 2004 en op enkele befaamde tongstekken werd toen ook beslist wel tong gevangen. Er was echter een probleem: de massale aanwezigheid van kleine wijting. Een invasie van jonge wijting, visjes van nog geen 20 cm, zorgde ervoor dat de hengelaars volop beet kregen. Die wijtinkjes waren in de meeste gevallen veel sneller bij het aas dan de tong, die amper kans kreeg om het aas te pakken. In oktober en november vorig jaar werd er vanaf de Zeeuwse stranden veel -wijting gevangen. Die was inmiddels flink door gegroeid tot boven de wettelijke maat van 23 cm en er zwommen beslist ook wijtingen bij van flink formaat. In december vingen de hengelaars vanaf het strand nog maar zelden een wijting. Het was over en uit.
Grevelingen
De wijting was echter ook toen niet geheel uit de Zeeuwse wateren vertrokken.
Op het Grevelingenmeer kreeg men eind 2004 ineens te maken met een grote hoeveelheid wijting. Deze vissen waren via de spuisluis van de Brouwersdam het Grevelingenmeer opgetrokken. Deze spuisluis staat nu nagenoeg het gehele jaar open, zodat de vis vrij in en uit kan trekken.De opening van die sluis ten opzichte van de immense Brouwersdam is eigenlijk miniem; te vergelijken met een -speldenprik. Daarom is het haast niet voor te stellen dat er door zo’n betrekkelijk kleine opening een dergelijke enorme hoeveelheid vis naar binnen kan zwemmen. Maar goed, ze waren er ineens!
Deze school wijtingen concentreerde zich in hoofdzaak in een diepe put voor Scharendijke. Dit is een duiklocatie van de Koninklijke Landmacht van zo’n 35 meter diep, die wordt gemarkeerd door vier gele tonnen. Deze locatie is vanaf de wal, spijtig genoeg, niet aan te gooien. Met een visbootje of als opstapper van een visboot is dat wel mogelijk. Er varen nog altijd enkele commerciële sportvisboten op het meer en één daarvan is het ms. Theo met schipper Theo Boogaart. De familie Boogaart vaart al vanaf de afsluiting van de Grevelingen op dit immense zoute ‘binnenmeer’meer, met als opstapplaats en vertrekpunt het haventje van Den Osse bij Brouwershaven.
Na de eerste vette jaren na de aanleg van de Brouwersdam, waarbij er werkelijk vuilniszakken vol met ‘achtergebleven’ schol werden gevangen is er een kentering opgetreden. De vangsten werden aanzienlijk minder en de vis moest actief worden opgezocht. Veel charterboten zochten in de loop een andere stek op, maar ms. Theo vaart nog steeds op het Grevelingenmeer en… met tevreden vissers.
Gevarieerde vangsten
Vanaf december vorig jaar heb ik met grote regelmatig aan boord van Theo Boogaart een bezoek aan het Grevelingenmeer gebracht. De vangsten waren steeds weer uitstekend, met een gemiddelde van 15 tot 20 maatse wijtingen per keer. En dan waren er nog de bijvangsten van steenbolk en een enkele mooie schol. Dit heeft zo geduurd tot eind maart j.l. Daarna werd traditioneel voor de haringvisserij gekozen. Zo rond april/mei zwemmen er namelijk steevast grote scholen haring rond in de omgeving van de spuisluis. Ieder heeft zo zijn voorkeur en zo zijn er ook veel sportvissers die het een genot vinden om een emmer vol te vissen met die superverse panharing. Deze haringvisserij is echter niets voor mij. Als het voor een uurtje zou zijn, dan gaat dit nog wel, maar een hele dag is voor mij teveel van het goede. Dan vis ik liever op geep of zeebaars. Er was zoveel animo voor de haringvisserij, dat Theo en zijn gasten voortdurend in de omgeving van de spuisluis waren te vinden. Verder werd aangenomen dat de wijting, met het stijgen van de watertemperatuur het meer wel zou hebben verlaten.
In de zomermaanden, vanaf ongeveer half mei wanneer de haringvangsten niet meer zo de moeite waard zijn, vaart ms. Theo bij voldoende belangstelling ook s’ avonds uit om enkele uren op paling te vissen.
Nachtvissen is op het Grevelingenmeer –officieel een binnenwater- verboden, maar volgens de visserijwet mag er zoals bekend tot twee uur na zonsondergang worden gevist. En juist deze twee uur na het vallen van de duisternis kunnen voor de nodige actie zorgen. De paling ‘komt dan los’, zoals dat heet. Maar de afgelopen zomer kwamen bij deze avondtochten behalve die enkele felbegeerde paling vooral veel wijtingen aan de haak.
Zomerwijting
De aantallen waren zelfs van dien aard dat het aantrekkelijk werd om speciaal op de wijting te gaan vissen. Half juni j.l. ben ik na al die positieve berichten dus ook maar weer eens aan boord gestapt. Een twaalftal hengelaars was op de vangstberichten afgekomen en om 18.00 uur in de namiddag werden de trossen losgegooid. Het was een prachtige avond, met een helderblauwe lucht. Volgens schipper Theo zou dit een nadeel moeten zijn. Bij bewolking valt de duisternis eerder in en wordt de vis sneller actief.
Volgens de voorspelling van de schipper zou het wel 21.00 uur worden alvorens de eerste wijting gevangen zou worden. Dat scenario klopte precies, want klokslag negen kwam de eerste wijting aan boord. Tot op dat moment waren in totaal slechts een grondel en twee schollen gevangen. Eer de volgende wijting zich meldde, duurde een hele poos. Rond 22.00 uur verdween de zon achter de Brouwersdam. De schipper zocht nog een paar keer een andere stek op en de hengelaars verloren het geloof in een goede vangst. Even voor elf werden de wijtingen echter ineens alsnog actief. Ze dienden zich aan als rovers in de nacht. Alle vissers hadden het plotseling druk en iedereen ving vis op één hengelaar na. Hij kreeg zelfs geen beet. Dan is de vraag hoe kan dat en wat de oorzaak is. Nadat hij de raadgevingen van enige medevissers had opgevolgd om eens een meter of vijf opzij te gaan, had hij binnen een minuut een vis aan boord. Een bewijs dat de vangst niet altijd afhankelijk is van de onderlijn of het gebruikte aas, maar dat zelfs de plaats aan boord van belang kan zijn.
Na afloop waren er alleen maar tevreden gezichten. Zelf had ik die avond 17 maatse wijtingen, een schol en een steenbolk gevangen.Het vissen ging vrij eenvoudig. Niet ingooien, maar de paternoster met drie afhouders en korte haaklijntjes gewoon naast boord laten zakken tot het lood de bodem raakt. Vele keren kwam het lood niet eens in aanraking met de bodem of men had al beet. Al deze beten waren echter geen voltreffers. Er waren nog al wat missers bij. De wijting heeft de reputatie het aas razendsnel van de haak te kunnen plukken.
Het volledige verhaal van Constand kunt u lezen nummer 9 van Zeehengelsport dat vanaf 5 september 2005 voor € 3,50 te koop is in de hengelsportspeciaalzaak of de boekwinkel/kiosk. U kunt natuurlijk ook abonnee worden waardoor u iedere maand het blad automatisch in de bus krijgt voor een scherpe prijs.