Klik hier voor eerdere Buitenland artikelen!
Weerzien met Lauvsnes deel 2
Door Peter Gerits en Bert Kerstens
Wijting en schelvis
We hadden overdag een mooie vette makreel bewaard, waarvan de witte buikstukken in reepjes werd gesneden van 0,5 cm. breed en 2 à 3 cm. lang. Een 30 grams spinhengel werd opgetuigd met 2 zijlijntjes waaraan Mustad- beak haken no:2 waren gebonden en onderaan een 25 grams wartellood.
Voordat we weer op het bootje stapten, liet ik de kale haken naast de steiger zakken, om te zien hoe het kleine grut onder de steiger hierop reageerde. Toen ik het spul nog iets dieper liet zakken, kreeg ik opeens een flinke ruk op de top, en na een stevig robbertje kwam er een gulletje aan de oppervlakte, waar menige Noordzeevisser in ons land al heel blij mee zou zijn geweest! Hetzelfde herhaalde zich toen ik het spul nogmaals liet zakken, maar de bedoeling was om uit te varen voor de wijtingen!
Tegen de avond gaat de wind vaak geheel liggen in het fjord. Harrie Verspagen en Bert Caelers hadden tijdens vorige expedities uitgevonden, dat vooral tijdens de stille avonduren in het water verder landinwaarts, de wijtingen en kleine schelvissen op jacht gaan op garnalen en hun eigen kleinere soortgenoten. We voeren voorzichtig naar de oever, boven ongeveer 7 meter water. De zachte stroming nam de boot langzaam mee, weg van de oever.
De stukjes makreel werden op de haken geprikt om daarna de waterlagen subtiel beetje voor beetje af te vissen. Op de bodem kregen we felle beten van schelvissen van rond de 30 cm. Door telkens voorzichtig een paar draaien aan de slinger van de molen te geven, kwamen we in de scholen wijtingen terecht. Deze namen het aas vaak erg voorzichtig. Soms moest je de hengel een heel klein beetje optillen en als het iets zwaarder aanvoelde, moest de haak worden gezet. Meteen vloog de hengel in een prachtige boog en testten de wijtingen vaak met tweeën tegelijk de hengel en lijn op hun degelijkheid. Prachtige sport op onze lichte spulletjes. De wijtingen zijn daar vaak groter dan 40 cm. Ron ving er zelfs een van 57 cm. maar had helaas geen camera bij zich. Hij had wel zijn oom Harrie bij zich in de boot, die hij als getuige opvoerde. Maar de geloofwaardigheid van dit heerschap wordt door de meeste van ons, lichtjes in twijfel getrokken. We hebben later in ons appartement wel een pilsje op dit persoonlijk record genomen, er moet toch een aanleiding zijn om te proosten nietwaar?
Zo ging onze eerste visdag rond 01.00 uur ten einde. Omdat we deze keer vrij laat in het jaar aanwezig waren, werd het ’s nachts al een uurtje of twee donker. Dat is heel anders, als je tussen mei en half juli gaat. Het wordt dan helemaal niet donker, zodat je echt wat vaker op je horloge moet kijken, om te weten hoe laat het is! Een heel vreemde gewaarwording!
Stefan
De volgende dag nadat we terugkwamen van onze vistrip, leerden we Stefan kennen, hij was deze zomer als visgids in dienst op het vakantiecentrum. Buiten deze periode werkt hij voor een Noorse jacht- en visreizen organisatie in Duitsland. De sympathieke Duitse jongeman woont normaal in Dresden, de voormalige DDR. Hij heeft een grote sportvis- kennis en daarbij ook nog eens verstand van allerlei technische apparaten zoals buitenboord motors, dieptemeter en GPS. Als een van de grotere boten wordt afgehuurd, om verder buitengaats te vissen op de grotere vissen, vaart Stefan de boot feilloos naar de goede stekken, meestal op een grote vlakke bank op 100 meter diepte, zo’n 20 km. verderop in de oceaan. Naar zijn zeggen bevindt zich daar het beste kabeljauw gebied beneden de Lofoten.
Miguel
Doordat hij, al lopend over de botensteiger onze hengelmaterialen bewonderde die in onze huurbootjes lagen, kwamen we aan de praat. Deze dag was hij met Miguel, een Spaanse journalist uitgevaren, die een reportage van de visserij rond Lauvsnes moest maken voor een Spaans en een Duits hengelsportblad. De man was echter niet erg ervaren met de hier heersende visserijmethoden en had erg weinig gevangen met zijn 30 grams loodkopje en 12 cm shad, in ieder geval niet genoeg om er een fatsoenlijke fotoreportage van te kunnen maken. (hij werd dan ook de “Gummie fetisjist” genoemd) Miguel wilde de volgende dag nog eens uitvaren en Stefan vroeg of een van ons misschien interesse had om mee te varen, zodat de journalist toch zijn fotootjes kon schieten. Bert, die een ontzettend groot arsenaal aan visgerei bij zich had, had er wel oren naar.
Eigenlijk wilde hij met enkele van ons de grotere boot afhuren, maar sommigen (waaronder ik) hebben letterlijk deze boot een beetje afgehouden, omdat onze zoetwater benen een beetje meer geschommel niet goed kunnen verdragen, om verder maar te zwijgen over onze zoetwater magen.
Eddy
De volgende dag voer Stefan met Bert en Miguel naar buiten en trok ik er alleen op uit. In mijn uppie vissen, heb ik nooit als een probleem ondervonden. Ik kan dan doen en laten wat ik zelf wil en kan dan hele gesprekken met mezelf voeren. (Nog even, dan moet ik daarvoor zelfs een pesca- exorcist laten komen!) Thuis, in het dorpje waar ik woon, heb ik een goede kennis die samen met zijn zoon een metaalbedrijfje runt. Op mijn verzoek maakte hij twee aluminium malletjes, waarmee ik 55- en 90 grams pilkertjes giet. Vooral de 55 grammers in de zelf gespoten kleurencombinatie oranje - geel - wit, blijken hier op een maximale diepte van 20 meter erg succesvol te zijn. Dus ik naar de ondiepere strandjes tussen de rotsen gevaren en rustig vanaf een diepte van 10 meter de boot naar iets dieper water laten drijven, met het pilkertje driftig over de bodem springend er achteraan. De ene na de andere mooie gul vergreep zich aan het fop- metaaltje.
Na anderhalf uur wilde ik wel even wat rust, startte de motor en ben daarna twee kilometer verderop gevaren, ondertussen met een boterhammetje en een drankje de inwendige mens versterkend. Ik wist er nog een prachtig talud, die met deze wind fantastisch bevisbaar was. De boot zou dan langzaam naar dieper water driften. De 20 lbs pilkerhengel met daaraan een pilker van 200 gram en een paternoster erboven met allerlei kleurrijk gummie, werd in stelling gebracht. Woest werd het kunstaas aangevallen. Vaak bokte een gul op de pilker, of werd deze in het hangen genomen door een prachtige leng.
Doordat ik zo druk bezig was, viel me eigenlijk niet op dat de meeuwen ineens verstek lieten gaan. Toen ik opkeek nadat er een schaduw over me heen kwam, snapte ik meteen waarom. Een grote zeearend greep op nog geen 30 meter van de boot de vis met zijn klauwen uit het water, mij beduusd maar gelukzalig glimlachend achterlatend. Dit zijn dé dingen waarom ik zo graag vis! Het gaat zich niet alleen om de vis, maar het beleven van- en het één zijn met de omgeving. De natuur, daar kan ik zo ontzettend van genieten!
De handbagage van Miguel
Tijdens het vissen kreeg ik ook nog eens een telefoontje van Bert, dat hij niet op tijd terug zou zijn voor het eten, daar ze een mankement hadden gekregen aan de dieselmotor. Er was een boot onderweg om de motor ter plaatse op de oceaan te repareren. Ik dus op m’n dooie gemak terug naar ons onderkomen, want het was mijn beurt om te koken. Leo en Pietje waren al binnen. Nadat ik ze in kennis had gesteld van het bericht, hebben we ons op ons gemakske maar even buiten aan de picknick tafel gezet, met een overheerlijk blik bier. Wat kan een mens zich dan toch gelukkig voelen na zo’n inspannende dag! Lang zaten we er niet, toen we in de verte een witte stip, de boot met Stefan Bert en Miguel ontwaarden. Ik ging naar de keuken, maar werd een kwartiertje later weer naar de botensteiger geroepen, om de vangst van de heren te komen bewonderen. Het bleek dat onze Spaanse camera obscura kunstenaar, deze keer zijn plaatjes ruimschoots had kunnen schieten. In de bak lagen een paar kabeljauwen van rond de meter, grote koolvissen, pollakken en roodbaarzen. Bert had de grootste gevangen, 104 centimeters. Na het eten zouden we deze gaan fileren. Miguel moest diezelfde nacht met het vliegtuig weer terug. Toen we de kabeljauw van Bert aan het fileren waren, kwam de frêle Spaanse spraakwaterval plots naar de slachtplaats en vroeg Bert’s fileermes. Hij begon meteen de andere grote kabeljauwen te fileren en daarna al de andere vissen. De filets gingen allemaal in twee plastic tasjes, waarna hij zich door Stefan met zijn koffers en zijn “Gummie- aas hengel” naar het vliegveld van Namsos liet brengen. Wij zijn allemaal nog steeds benieuwd hoe de douane en het vliegtuigpersoneel reageerde, toen Miguel met zijn handbagage visfilets instapte, voor zijn vlucht naar Madrid.
De resterende vakantiedagen konden we niet altijd de Oceaan op en moesten we soms tussen de eilanden blijven vanwege de stevige wind. Een dag konden we zelfs helemaal niet uitvaren. Deze dag hebben we maar te baat genomen om eens lekker uit te rusten en om ons onderkomen weer een beetje op orde te brengen. Op de dagen dat we wel visten, konden we ontzettend veel vissen vangen en hebben we Eddy de visarend uitvoerig kunnen filmen, waarbij we spectaculaire luchtgevechten met meeuwen en ook het ophalen van een weggeworpen vis konden opnemen. Helaas was het fotograferen daarvan onmogelijk, omdat de boot door de golven te veel schommelde.
Einde vakantie
Op vrijdag 13-08 werd s’avonds om 21.00 uur, de terugreis aanvaard. Tijdens de eerste 200 kilometer van onze terugreis, moeten we altijd wat voorzichtiger rijden, daar deze omgeving rijk is aan allerlei wilde dieren, waaronder veel elanden. We telden er 14 en ik moet er niet aan denken dat zo’n stier van 800 kilo, tegen ons busje zou wandelen! Op de veerboot werden we ook nog eens verrast, toen er een powerboat race in het Oslofjord, rond om onze boot werd gehouden. We kwamen de volgende dag daardoor wel 2 uren later in Kiel aan.
Nu we weer thuis zijn, besef ik dat we er weer zeker een jaar tegen moeten kunnen. Maar eerlijk gezegd, wie zijn ogen goed de kost geeft, kan op onze eigen wateren ook genieten van de natuur. Op mijn eigen thuiswater de Maas, zijn de vangsten dan wel niet zo spectaculair als in Noorwegen, maar de natuur is er op haar eigen manier ook wonderschoon. Helaas, vinden we alles al heel gauw zo “gewoon” en ontgaat bij velen het detail. Toch leven we goedbeschouwd nog steeds in een paradijs, ondanks dat velen vinden dat alles beter kan en moet! Maar dat neemt evengoed niet weg, dat bij de meeste van ons vriendenclubje rond oktober, stiekem de Noorse kriebels weer in het lijf beginnen te kruipen.
“Door dit soort herinneringen krijgen we ieder jaar opnieuw de Noorse kriebels”
Mocht je meer over het vakantieparadijs Zanzibar Inn willen weten, of er naar toe willen gaan en rechtstreeks bij de eigenaar boeken, druk dan op de buttons “Links” of “Fjordvissen” op de site van www.stpetrus.nl De veerboot kun je zelf boeken bij diverse maatschappijen als Stena Line en Color Line enz. Je kunt zelfs ook met eigen vervoer, via Denemarken en Zweden, ernaar toe rijden. Dat is een stuk goedkoper en duurt ongeveer even lang. (slot)