Vissen op Roofblei (2)
door Eric Marteijn
Het gewicht werd door ons (op ervaring van gewogen en gemeten snoekbaars) geschat op 7 a 8 pond. Op grond van de groeigegevens van de OVB mogen we deze vis schatten op een ouderdom van 7 jaar.
En let op…volgens diezelfde gegevens groeien de Roofbleien in Nederland erg goed. In ieder geval zelfs net zo goed als in de machtige Wolga en mogelijk na hun derde levensjaar zelfs nog iets sneller. Het Visprofiel over de roofblei in Nederland (OVB Bericht 1998-1) vermeldt als grootste vissen een exemplaar van 69 cm (bij Willemstad) en een vis van 68 cm gevangen aan kunstaas op de IJssel.
Uit de (Nederlandse) literatuur blijkt dat met name na 1995 het aantal waarnemingen sterk toeneemt. Waren er tot 1995 slecht ruim dertig gedocumenteerde waarnemingen, inmiddels is er sprake van een algemeen voorkomende soort op de grote rivieren en de grote wateren zoals Volkerak en IJsselmeer die hiermee in open verbinding staan. (Met dank aan A. bij de Vaate, RWS-RIZA).
Je kunt je dan ook voorstellen dat we met grote verwachtingen het nieuwe seizoen 2000 ingingen. De magische grens van 80 cm lonkte!
Onze eerste twee snoekbaarstochten naar de IJssel in juni leverden helaas niet de fel begeerde Roofblei op, ondanks dat we ze zagen jagen in de fel kolkende stroming.
Op 12 juni echter leverde een klein dieplopend plugje wel het dynamiet van de IJssel op… inclusief een fantastische aanbeet en het knokken in de diepte.
Een paar uur later over dezelfde hotspot leverde weer een felle aanbeet op de hengel van Johan. Terwijl hij met de gebogen hengel de boot langs de stenen in de felle stroom dirigeerde en ik mijn hengels aan het binnendraaien was om de motor over te nemen sloeg zijn tweede hengel met een nog grotere klap krom in de hengelsteun.
“De eerste was voor Johan…”
Even een drukte van belang in de boot….. harde stroom en stenen , twee mooie vissen gehaakt, nog een hengel binnendraaiend, van plaats moeten wisselen……. Het lukte allemaal net, en enkele minuten later dreven we in rustiger water. Johan landde zijn roofblei en ik stond voor in de boot er met een enorm fel knokkende vis op grote diepte. Met regelmaat gierde de slip en nam de vis vele tientallen meters lijn en we konden niets anders doen dan de vis volgen met de boot om uitscheuren van de haak of lijnbreuk te voorkomen. Met veel moeite pompte ik de vis enkele malen richting boot maar steeds weer gingen de langzaam gewonnen meters in enkele seconden verloren door een felle run.
Je kunt begrijpen dat zich langzaam allerlei verhalen door de boot verspreiden….. dit gaat echt over de 80 cm! Of…. Is het misschien toch een grote riviersnoekbaars? Maar daar pasten die lange runs toch niet bij. Er ging ruim een half uur voorbij zonder ook maar een glimp van de vis op te vangen! Inmiddels lagen we meer dan 500 meter van de plek waar we de aanbeet hadden gehad. Langzaam kregen we de vis weer dichter bij de boot, uiterst voorzichtig want nu de vis verspelen zonder ooit te weten wat het geweest was zou voor veel slapeloze nachten én wilde speculaties gezorgd hebben.
Een vreemd waggelend gevoel in de lijn bij het naderen van de vis deed me vermoeden dat de vis vals gehaakt was en toen even later een zwart omrande staart even het wateroppervlak deed kolken werd dit vermoeden bevestigd.
Nu werd er nog voorzichtiger gedrild want - ik wil er niet om liegen - een lichte euforie maakte zich van ons meester in de boot…… zou dit onze fel begeerde dikke tachtiger, misschien zelfs 90 cm vis worden.
“Een zwartomrande staart verschijnt in de oppervlakte…”
Het horloge gaf nu 35 minuten aan en langzaam kregen we steeds vaker een kolkende staart te zien… Na bijna 40 minuten werd plotseling duidelijk dat ons avontuur een andere wending kreeg… Een mooie graskarper kwam tevoorschijn in de golven van de IJssel en werd na 40 minuten dril geland. De haak van de plug helemaal aan het uiterste randje van de gespierde staart.
Een heel rare stemming even in de boot… gemengde gevoelens van teleurstelling dat het niet de “droomvis uit de Wolga” was, maar ook een geweldig lekker gevoel dat elke sportvisser (hopelijk!) kent om na een dril op het scherpst van de snede een supervis te landen. Dit alles doorspekt met het “schuldgevoel” van een vals gehaakte vis…. Had de vis naar de plug gehapt en was de haak losgeschoten en opnieuw vastgeslagen in de staart (wat mij enkele keren per jaar overkomt) of was het gewoon een laag gewaardeerde gelukstreffer?
“Wel geen roofblei maar toch een mooie vis..”
We zullen het nooit weten, maar als ik terugkijk naar de foto van 88 cm graskarper van ca.20 pond en ik zie mijn gezicht dan weet ik dat het gevoel van intens sportvissersgeluk het die dag gewonnen heeft! En die momenten, die ook in een mooie zonsopkomst boven het Gooimeer kunnen zitten of de gezelligheid van een warme kop soep in de winter met je beste vismaat, maakt sportvissen voor mij tot een hobby die tot passie verworden is.