**KLAAR**              Theorieën                 over jerkbaits

Theorieën over jerkbaits

Door Arjen Willemsen

Voordat ik mijn mening geef over de effecvtiviteit van bepaalde jerkbaits, wil ik voor de duidelijkheid eerst nog even dieper ingaan op de indeling van de verschillende jerkbaits. Dit kunstaas is grofweg onder te verdelen in drie types en dat zijn successievelijk de gliders, de divers en de hybriden.

Gliders zijn jerkbaits die bij het vissen ervan een heen en weer gaande beweging maken van links naar rechts. Ze glijden als het ware door het water. De Cobb’s, de Tek Neek en de Zig-Zag - de naam van deze laatste zegt het al - zijn typische gliders. Er zijn ook veel gliders die een product zijn van Nederlandse huisvlijt, maar daarvoor verwijs ik u graag naar het artikel van Henk Rusman in Dé Roofvis 39.

                       


“Met de Suick werd in de begintijd van het jerkbaitvissen in Nederland zeer veel grote snoek gevangen”

De divers of duikers maken een op- en neer gaande beweging. De aloude Bobby Bait, de Suick en de Burt zijn van dit type. Ze maken bij het jerken een naar beneden duikende en wiebelende beweging, om zich daarna weer op te richten. En de hybriden, zeg maar wiebelaars, maken bij het binnenvissen een kantelende beweging zonder dat ze daarbij heen en weer of op en neer gaan. Voorbeelden hiervan zijn de Hammer, de Striker Junior en de Torob van Rob Kraaienveld.

Het is niet altijd precies te zeggen onder welke categorie een jerkbait nu valt. Het heeft er ook een beetje - en soms alles! - mee te maken hoe een jerkbait wordt binnengevist. Maar het meest bepalend voor de actie van een jerkbait is de verdeling van het lood. Door de loodverdeling te wijzigen, kun je bijvoorbeeld van een hybride een glider en zelfs een diver maken. Dit kan bewust, maar ook onbewust gebeuren.

Wat maakt een jerkbait nu zo goed?
Een eerste vereiste voor een jerkbait - en dit geldt eigenlijk ook voor pluggen - is mijns inziens dat hij redelijk slank moet zijn om missers te voorkomen. Een tweede vereiste vind ik dat je een jerkbait bij het binnenvissen eigenlijk nauwelijks mag voelen. Veel jerkbaits en vooral de gliders verliezen het grootste gedeelte van hun actie als er maar het geringste beetje vuil aan de haken hangt. Ook als er een dreg in het lijf van de jerkbait gehaakt zit, gebeurt dit al gauw. Hoe minder weerstand een jerkbait in het water heeft, des te sneller je voelt of er iets niet in de haak (of wel aan de haak) zit. Dit maakt bijvoorbeeld de Cobb’s tot zo’n fijne jerkbait. Hoewel het ding bijna een ons weegt, voel je hem nauwelijks. Voordeel is ook, buiten dat het lekker relaxed vist, dat je de aanbeten daardoor ook des te beter voelt.

Een derde vereiste, hoewel dit wel wat zwaar klinkt (maar wenselijk is het wel), is dat een jerkbait wat extra’s heeft. Over die kantelende actie van de gliders heb ik het al gehad. Zonder de anderen iets te kort te doen, vind ik dat die kantelaars zoals de Cobb’s en de Halve Liter, maar ook de Hughes River een streepje voor hebben. Een ding dat deze kantelaars gemeen hebben, is dat ze in dwarsdoorsnede allemaal een ronde vorm hebben.

Toppertjes
Een ander toppertje onder de gliders vind ik de Høker van Erik de Lange. En dan vooral in polderwater of op veenplassen. Het bijzondere van deze jerkbait is ten eerste zijn kleine formaat en ten tweede de eigenschap dat hij zijn actie behoudt, ook als je hem treiterend langzaam binnenvist. Vooral vissen die je hebt gelokaliseerd in de vorm van een nazwemmer, of een vis die je ziet jagen, kun je hiermee maar al te vaak te grazen nemen.

                       


“De Hammer is een gekende grote-snoeken-verleider”

Ook bij de hybriden heb je koren onder het kaf. Over de kwaliteiten van de Striker Junior heb ik het al gehad. Deze jerkbait heeft gewoon iets en is voor mij een grote-snoeken-verleider in optima forma. Een aantal Zweedse vissers die mij geregeld lastig vallen met de vraag of ik er weer een paar op wil sturen, beamen dit. Kennelijk heeft hij voor het koude water in de scherentuinen de juiste actie.

Een andere hybride die geregeld aan mijn onderlijn bungelt, is de Hammer. Ook deze is geliefd bij grote snoeken en de actie is vergelijkbaar met die van de Striker Junior. Met een Hammer in haringkleur hebben wij wederom in de Oostzee goede zaken gedaan en mijn grootste Zweedse snoek ging hiervoor. Evenals de Striker vind ik de Hammer ook een prima jerkbait om mee te trollen.

En vergeet ook vooral de Torob van Rob Kraaienveld niet. Door de enigszins afgeplatte staart heeft ook deze jerkbait een wiebel die andere niet hebben. Bovendien loopt deze jerkbait vrij diep, hetgeen op groot water vaak een voordeel is. De foto van Hans Wowijs in Dé Roofvis 39 zegt genoeg.

Een paar weken geleden werd ik met Henk Rusman uitgenodigd door Piet van Saase en Peter Nan om ergens in een Noord-Hollandse polder met genoemde heren een dagje te vissen. Er werd die dag afwisselend trollend en werpend gevist met kleine jerkbaits en plugjes. De dag verliep redelijk succesvol, totdat Peter Nan mij op een gegeven moment een klein jerkbaitje ging demonstreren. Om mij te laten zien hoe het ding liep, viste hij hem hooguit drie meter achter de boot. Nou, beste lezers, als ik wilde zien hoe het jerkbaitje liep, dan moest ik snel kijken want al na een paar meter werd het dingetje gepakt. Dit gebeurde hierna heel vaak.

Opvallend was dat het kunstaasje, dat een nogal zenuwachtige actie bezat, elke keer werd gepakt op het moment dat het stilviel. Volgens Peter die er al een paar jaar mee viste, gebeurde dit vrijwel altijd. Toen wij een paar uur later Piet van Saase en Henk Rusman weer tegenkwamen, kregen wij hetzelfde verhaal te horen. Henk vertelde ons dat hij door Piet helemaal gek gemaakt was, totdat Piet hem een identiek kunstaasje aanbood, waarna ook Henk begon te scoren. Het was hetzelfde kunstaas als waar Peter mee viste. Ace Flipper was de naam van het dingetje, geleverd door Gordon Griffith’s en volgens Piet slecht te krijgen. Het duurde dan ook geen vijf dagen voordat ik dit houten kunstaasje in kunststof nagemaakt had. De actie bleek precies hetzelfde te zijn. De afgelopen weken heb ik op mijn thuiswateren me er al letterlijk het schompus mee gevangen, want ook dit kunstaasje heeft iets dat andere niet hebben. Een jerkbaitje dat zowel trollend als werpend veel vis in de boot brengt.

Het volledige artikel van Arjen Willemsen, plus nog veel meer ander roofvisnieuws, kunt u vinden in nummer 41 van Dé Roofvis, dat rond 16 april 2004 in de betere hengelsportzaak en/of boekhandel- kiosk is te verkrijgen. U kunt natuurlijk ook gewoon abonnee worden dan krijgt u ieder nummer automatisch in de bus.