Ruwe Haai, explosief tot de laatste seconde…
Door Joop Folkers
Het vissen op haaien, blijft vreemd genoeg altijd boeien. Niet alleen zijn kracht, maar vooral die perfecte torpedo-achtige bouw van deze snelle “vreetmachines”, heeft nu eenmaal iets speciaals! De meest aansprekende haaiensoort voor ons zeevissers, is zonder enige twijfel de blauwe haai. Waarschijnlijk heeft dit iets te maken, met het feit dat het de enige echte menseneter is die onze West-Europese kustwateren rijk is. Hier in dit gebied doen ze echter geen vlieg kwaad. Alleen daar, waar de temperatuur van het zeewater tot boven de 25 graden stijgt is het oppassen geblazen. Met zijn gestroomlijnde, diepblauw gekleurde lichaam is blauwe haai zondermeer de mooiste haai die ik ken. Helaas, sterven er jaarlijks grote aantallen van deze exclusieve rovers een pijnlijke verdrinkings dood, in die vele duizenden meters lange Spaanse drijfnetten.
“Een schitterende tope”
Ook de haringhaai (porbeagle shark) moet steeds meer gebied prijs geven. Vroeger leefden er enorme populaties van deze massieve rovers rond de majestieuze Cliffs off Moher. Maar sinds bekend is dat ze hoge culinaire waarde hebben, is hun aantal lelijk terug gelopen. Gezien zijn lichaamsbouw had de haringhaai een broertje van de gevreesde makohaai kunnen zijn. Beide hebben ze hetzelfde gedrongen lijf, en zijn ze voorzien van een “smerige bek” met kris kras geplaatste stompige tanden. Misschien klinkt het gek maar de meest geliefde haaiensoort bij de veel zeevissers, is de ruwe haai oftewel de tope.
De dril van deze vis, kun je vergelijken met die van een dikke zeebaars! De runs zijn onvoorspelbaar. Soms knallen ze 40 meter lijn van je spoel, soms ondernemen ze korte zeer snelle runs. Zo denk je dat de vis rijp is om gepakt te worden, en zo sprint hij de diepte weer in. Kortom een knaller van een vis, die het uiterste van zowel de visser als het materiaal vergt. Ruwe haai is een vissoort met een enorm verspreidings gebied. Toch wordt er buiten de Ierse en Britse kustwateren, nauwelijks gericht op deze fantastische sportvis gevist. Juist omdat je ruwe haaien met superlicht materiaal kunt bevissen, beleef je tijdens de enerverende dril een uniek stuk topsport!
Langs zowel de Ierse West- als Oostkust bevinden zich unieke stekken voor ruwe haai. Vooral de langgerekte smalle baaien die onder invloed van eb en vloed staan zijn gerenomeerde tope stekken. Dit soort baaien vindt je vooral in oosten en noorden. Goede stekken zijn het Carlinford Lough, Lough Foyle, en Lough Swilly. Aan de westkust staan de uitloper van de Dingle Bay (rond het strand van Cromane) en de uitmonding van rivier de Shannon (Kilrush) bekend om hun enorme tope populaties. Ook de aan de Westkust gelegen Clew Bay nabij het gezellige Westport is een bekende stek als om grote ruwe haaien gaat. De ruwe haaien trekken meestal zo rond half mei in grote scholen dit soort baaien binnen, om daar de zomer door te brengen. Ze voeden zich in hoofdzaak met makreel maar ook andere vissoorten als rode poon en kleine schelvis staan hoog op hun menukaart. Tope vreet niet de hele dag. Ze zijn zeer gevoelig voor getijdestroom. Zelf hebben we altijd de beste resultaten geboekt op het moment dat het water net over zijn hoogste punt heen was en de eerste ebstroom zich aandiende.
“Ze blijven explosief tot de laatste seconde…”
Vissen op ruwe haai, doe je met relatief licht materiaal. Zelf zweer ik bij een 3 meter lange uptide hengel (4-10 oz), voldoende om een loodgewicht van 175 gram weg te zetten. Het leuke is dat eigenlijk iedere schipper zijn eigen mening/ideeën over de topevisserij heeft. Zo vind de één het prettig om voor anker te gaan en uptide te vissen terwijl de ander vriend tope uitsluitend driftend bevist. Die dagen dat we aan het driften waren, gebruikten we gewoon zware spinhengels (50 tot 100 gram) voorzien van een kleine reel. Je begrijpt, sport in optima forma! De lijndikte die we gebruiken varieert van 035/00 mm tot maximaal 040/00 mm. Dyneema lijnen zijn mede door de snelle onberekenbare runs vrijwel niet te gebruiken. Omdat het landen van een zware vis aan zo’n dunne nylon lijn problemen op kan leveren, is het raadzaam om een voorslag van een meter of vier op te zetten. Zelf gebruiken we hiervoor een lijndikte van 60/00 mm. Omdat de tanden van een ruwe haai werkelijk vlijmscherp zijn is het raadzaam om een korte, hooguit 40 cm. lange staallijn te gebruiken. De meest eenvoudige lijn bestaat uit 50 cm. (90/00 mm. ) nylon dat je middels een grove tonwartel aan je staallijn monteert. Kies een niet al te grote haak een 7-of 8/0 voldoet prima. Zelf zweer ik tegenwoordig uitsluitend bij de 8/0 Octopus Circle Hook 4CST van Gamakatsu. Voordeel van dit soort haken is dat de vis het aas slechts zelden slikt waardoor je ze dus makkelijk, en ongedeerd terug kunt geven aan moeder natuur!
“Ze kunnen zeer agressief jagen…”
De aanbeet van een ruwe haai, is in de regel zeer explosief. In de meeste gevallen voel je wat lichte tikken op je hengeltop, daarna laat hij het aas meestal even voor wat het is.Dan ineens uit het niets, knalt onze krachtpatser zo’n 30 tot 40 meter door de slip om daarna weer te stoppen. Oké ik geef toe, dat het moeilijk is om je op dat moment te beheersen, maar als je tijdens de eerste run de haak wilt zetten mis je de vis negen van de tien keer! Wacht daarom rustig op het moment dat de vis stopt. Evenals een snoek draait hij het aas dan om er vervolgens als een haas vandoor te gaan. De tweede run dus! Nu ben jij aan de beurt om de haak te zetten. Je doet dit door 2 of 3 keer hard aan te slaan. Dan kan het feest beginnen! Je zal er snel achterkomen dat vriend tope een enorm uithoudingsvermogen heeft. Ze knokken zich werkelijk leeg tot de allerlaatste seconde. Ook als ze ogenschijnlijk uitgeput naast de boot verschijnen, hebben ze meestal nog genoeg power over voor een laatste slot offensief. Een ruwe haai gaffen is uit den boze! Een ervaren schipper, tilt de vis dan ook aan zijn staart en rugvin uit het water. Na het onthaken worden ze gemerkt en zo snel mogelijk terug gezet in hun element. Ik verbaas me soms wel eens over het feit dat we nog nooit een gemerkte tope hebben terug gevangen. Ook niet op die dagen dat ruim 30 ruwe haaien wisten te vangen.
”Er zijn dagen dat je er echt veel kunt vangen…”
Alhoewel de ruwe haai een echte bodembewoner is, hebben we ze ook middels een ballon op zo’n 15 meter onder de wateroppervlakte gevangen. Sterker nog ik heb ruwe haaien mijn aas zien volgen tot pakweg een meter van de boot. Ook hebben we het meegemaakt dat een behoorlijke school ruwe haaien aan de oppervlakte achter een school makreel aan ging. Hoe bedoel je onnatuurlijk!! We hadden het in het begin al even over het beste aas voor de tope. Het vette, reukvolle vlees van een blauwe makreel is en blijft onbetwist het beste aas. Trouwens je kunt je aas in meerdere vormen aanbieden. Zo zweert de een bij het zgn. tonnetje (dit is het staartstuk van een makreel zonder staart) . Anderen daarentegen vissen weer het liefst met een strip(je) makreel. Mijn favoriete aassoort is een verse makreel flapper. Dit is een uitgefileerde makreel zonder graad en staart. Er zijn van die dagen, dat je wel regelmatig je aanbeten krijgt, maar dat je veel vis mist. Probeer het dan eens met een smal stripje makreel in de vorm van een zandaal. Je zal zien dat dit werkt. Dat ruwe haaien geen echte voorkeur voor voedsel hebben blijkt o.a. uit het feit dat ik tijdens mijn verblijf in het mooie Downings (noorden van Ierland) grove halve rode ponen naar de oppervlakte draaide. Deze ponen werden onderweg gewoon vol gepakt door jagende ruwe haaien!Het is bekend dat vrijwel alle haaiensoorten op geur jagen. Mede daarom is het van groot belang dat je je aas regelmatig ververst. De meest ervaren schippers, maken daarom tijdens het geankerd vissen in de regel gebruik van een rubby-dubby, (een mengsel van gemalen makrelen-zemelen en haringolie) die ze middels een touw aan hun anker bevestigen. Hierdoor ontstaat er een gefiltreerd spoor van vissnippertjes, die de haaien naar de boot moet lokken. Mocht je ooit in de gelegenheid zijn om op tope te vissen; doen!