**KLAAR** Onderlijnen voor roofvis

Onderlijnen

Door Jens Bursell

Aas, hengels, molens en lijn krijgen in het algemeen behoorlijk veel aandacht bij het vissen met aasvissen op snoek, terwijl een klein onderdeel het veelal met minder moet doen: de onderlijn. En dat terwijl die beschermende onderlijn dé bepalende factor is om een snoek veilig te landen. Tijd derhalve om Jens Bursell nader over onderlijnen aan het woord te laten.

Bij de kunstaasvisserij wordt er op behoorlijke schaal geëxperimenteerd. Vreemd is het dan ook dat dat bij de visserij met aasvissen vrijwel niet gebeurt. Toch betekent variëren en anticiperen op verschillende situaties ook bij deze visserij dat het aantal aanbeten toeneemt. En zoals bij elke andere visserij bestaat er ook voor het vissen met aasvissen geen standaardmateriaal dat onder alle omstandigheden perfect functioneert. Om traditionele stalen onderlijnen in alle omstandigheden in te zetten, is dus geen goede manier van aanpak als de vangstkansen geoptimaliseerd moeten worden.

Perfect gehaakt doordat bij het aanslaan de haken meteen uit de aasvis kwamen


„Perfect gehaakt doordat bij het aanslaan de haken meteen uit de aasvis kwamen“

Als ik de innovaties met betrekking tot de snoekvisserij met natuurlijk aas wil samenvatten, komt het grof gezegd op twee totaal tegenovergestelde principes neer. Ten eerste is dat een zo natuurlijk mogelijke presentatie en minimale herkenbaarheid voor de roofvis en ten tweede maximaal opvallen door trillingen en geluid. Beide methoden werken, zij het elk op een daarvoor geschikt moment.

Het eerste principe moet de presentatie van de aasvis dusdanig optimaliseren dat die zich in het water zo natuurlijk mogelijk gedraagt. Daartoe dienen de onderdelen van de onderlijn zo fijn en onopvallend mogelijk te zijn. En daarom worden nu zeer soepele stalen onderlijnen en onderlijnen van fluorocarbon ingezet, alsook een combinatie van beide materialen. Die combinatie is bedoeld voor zeer helder en druk bevist water.

Het tweede principe bewandelt een geheel andere weg en voorziet erin dat de aasvis extra opvalt, en wel op een volkomen onnatuurlijke wijze door middel van ratelaars, kralen, spinnerbladen en lichtreflexen. De tactiek heeft zijn voordelen in troebeler water en tijdens de schemering. In principe weerspiegelen genoemde tactieken een nieuwe onderdeel in de eeuwige discussie ‘imitatie of provocatie’.

Fluorocarbon
Fluorocarbon is een materiaal dat meer dan 25 jaar geleden werd ontwikkeld en in de jaren ‘90 in de zeevisserij op bijvoorbeeld tonijn populair werd. In de laatste jaren wordt fluorocarbon echter voor veel meer vismethoden ingezet, waarbij een onzichtbaarheid van de onderlijn een rol speelt.
Dat fluorocarbon inderdaad moeilijker door vissen wordt gezien, komt door de lichtbrekingsindex van het materiaal, die met 1,42 veel dichter bij die van water (1,3) ligt dan traditioneel nylon (1,52). Fluorocarbon is ook een dichter en minder poreus materiaal dan nylon. Dat bevordert het zinken van de lijn.

Bovendien neemt fluorocarbon minder water op, waardoor de knoopvastheid van nat en droog fluorocarbon bijna identiek is. Daarnaast is fluorocarbon ook nog robuuster en heeft het een grotere slijtvastheid. En daarmee is fluorocarbon prima materiaal voor het maken van onderlijnen.
Het nadeel van fluorocarbon is dat het duidelijk stijver is dan nylon en het een duidelijk geheugen heeft. Dat leidt tot een groter risico op lijnbreuk als de lijn is geknikt of gekringeld. Deze nadelen in combinatie met de hoge prijs kunnen als oorzaak worden gezien dat fluorocarbon zelden als hoofdlijn wordt geproduceerd .

Soepel staaldraad
Wat betreft onderlijnen gaat mijn voorkeur uit naar materiaal dat de natuurlijke presentatie van een aasvis ondersteunt. Traditioneel, zevendradig staaldraad is helaas relatief stijf, kan gemakkelijk knikken en bezit een groot geheugen. Dat leidt ertoe dat een aasvis niet echt op een natuurlijke wijze kan worden gepresenteerd. Dit probleem doet zich minder voor bij het relatief nieuwe 7x7 materiaal. Dit staaldraad is soepeler en heeft minder geheugen. Vooral kleinere aasvissen laten zich daarmee beter presenteren. Dat bleek al vrij snel toen mijn vismaat en ik hiermee aan de slag gingen. We kregen beduidend meer aanbeten bij de visserrij op snoek en bij het vissen op snoekbaars, waarbij wij altijd voor de zekerheid ook een staaldraad monteren, kwam het voordeel van dit materiaal nog duidelijker aan het licht.

Modern onderlijnmateriaal


„Modern onderlijnmateriaal.“

Vissen wij slepend of driftend op helder water, of stationair vanaf de kant, dan gebruiken wij langere onderlijnen en meestal zijn die dan een combinatie van staaldraad en fluorocarbon. In sommige gevallen is de onderlijn zelfs 2,50 meter lang. Het voordeel van deze combinatie is enerzijds dat het korte, flexibele stuk staaldraad soepel genoeg is om een onopvallende presentatie en minder loslaters mogelijk te maken en anderzijds dat de verbinding zonder wartel met het bijna onzichtbare fluorocarbon minder argwaan bij de roofvis wekt. Er hoeft zich nu dus nog maar 15 tot 20 centimeter staaldraad direct voor de aasvis te bevinden om een bijzonder onopvallende presentatie te krijgen. Omdat voor het staaldraad fluorocarbon met een hoge slijtvastheid is gemonteerd, hoeven we ons veel minder zorgen te maken voor het geval een snoek meer dan het staaldraad naar binnen werkt.

Het volledige artikel van Jens Bursell, plus nog veel meer ander interessant roofvisnieuws kunt u vinden in nummer 53 van Dé Roofvis, dat op vrijdag 21 april 2006 bij de abonnees in de bus ligt en vervolgens ook,  in de betere hengelsportzaak en/of boekhandel- kiosk is te verkrijgen. U kunt natuurlijk ook gewoon abonnee worden dan krijgt u ieder nummer automatisch in de bus.