**KLAAR**                Mijn favoriete kunstaas in de                 verschillende

Mijn favoriete kunstaas in de verschillende seizoenen (2)

door Rob Kraaijeveld

                       

In oktober worden de dagen al weer merkbaar korter. Groen op de bodem sterft af. Al blijft afhankelijk van de temperatuur op sommige plekken het fonteinkruid nog lang staan. Oktober is vaak een maand dat je werpend weer goed vis kunt vangen. Al moet ik er gelijk bij zeggen dat het niet zo goed is als in de eerste maanden.

We vissen nu ook werpend alle stekken af die in de zomer ook productief waren. De vis ligt nu weer betrekkelijk ondiep maar toch vaak iets dieper als in het begin. In de eerste maanden van het seizoen vang ik ze wel op een meter water maar in oktober vang ik ze vaak rond de twee meter. Wat dieper lopend kunstaas doet het vaak goed in deze tijd van het jaar. Een striker is een goede jerkbait en loopt wat dieper dan de gemiddelde glider. Ook pluggen scoren goed en niet te vergeten de Bull dawg is flink in opmars. Deze flink uit de kluiten gewassen twister heeft bij veel vissers heel wat vis in de boot gebracht.

                       


Wat dieper lopend kunstaas ligt nu voor

In november worden de dagen korter en kouder en soms is het niet echt lekker op het water. Een bijkomend voordeel is wel dat je vaak helemaal alleen op het water bent. Met kunstaas snoek vangen op de grote plassen valt in deze periode niet mee. Ik zal niet zeggen dat je geen snoekje kan vangen. Maar toch wordt het steeds moeilijker. In deze tijd van het jaar schakelen we dan ook over op het slepen met dode aasvissen. Er zijn mensen die er niet van houden om de hele dag langzaam met een dobber achter je boot aan te slepen. Maar ik persoonlijk vind het wel spannend als opeens je dobber met een bloedgang de diepte in gaat en de ratel van je reel begint te lopen. Wat me opvalt in deze tijd van het jaar dat de snoek vaak nog zo ondiep ligt. We vissen dan ook met twee hengels. Een hengel met de aasvis op anderhalve meter onder de dobber en de andere hengel tussen de twee en drie meter onder de dobber. Er word gesleept langs taluds die van anderhalve meter aflopen naar vier a vijf meter. Zoek ook scholen kleine witvis op. Soms zien we kilometers niets op de dieptemeter om dan ineens zomaar uit het niets een grote school witvis tegen te komen. Trek je aasvis er maar overheen. Vaak zal dan een aanbeet niet lang op zich laten wachten. Vinden we geen vis dan gaan we het vaak diep proberen. We hebben al veel dikke vissen op tien meter water gevangen. Waar we veel concentraties witvis aantreffen is snoek niet ver uit de buurt. Als aasvis kan je allerlei vissoorten gebruiken. De een gebruikt makreel of haring, wij het liefst dode blankvoorns of blieken. Gevist aan een takel. Langzaam achteruit varend met de elektromotor komt er voldoende actie in de aasvis vooral als je zo nu en dan een rukje met de hengel geeft.

                       


Een hengel op anderhalve meter en de ander tussen de 2 en 3 meter

Als takel gebruik ik 50 pond geplastificeerd staaldraad van ongeveer 80 cm, twee dreggen maatje 4 met daarboven een stukje ventielslang waar los een enkele haak in geschoven wordt en vervolgens een tonwartel. Op je hoofdlijn wordt eerst een stuitje gemonteerd, vervolgens een kraaltje, dan de dobber met daaronder een 20 grams lood kraaltje en tenslotte een stalen onderlijn. De enkele haak gaat door de neus van de aasvis en de twee dreggen in de zijkant van de aasvis. Bij een aanbeet slaan we de enkele haak uit het stuikje ventielslang en komt alle kracht op de dreggen te staan. De vissen die je in deze tijd van het jaar vangt zijn vaak moddervet. Ze vreten zich nog kogelrond voor de winter. Naarmate het kouder wordt zullen we ook minder vis gaan vangen. Ze worden passiever en liggen vaak heel diep. We hebben wel snoek gevangen op vijftien meter water. Vaak moet je nu rekenen op maar één of hooguit twee vissen op een dag. En vaak is het helemaal niets. Half december, afhankelijk van de temperatuur, schakelen wij over van de grote plassen naar de polder. Er zijn genoeg wateren in Nederland waar het goed snoeken is van af de kant. Wij zelf vissen veel in vesting grachten waar je soms hele mooie vissen kunt vangen. In sommige plaatsen in Nederland loop je gewoon tussen de huizen te vissen in kleine slootjes maar vang je je soms klem aan de snoek. Ook trollen in ondiepe polders is zeer lonend het kan veel vis in de boot brengen maar persoonlijk vis ik dan liever van af de kant werpend met jerkbaits en ondiep lopende plugjes. Het merendeel wat je vangt is over het algemeen niet groot 60 a 75 cm maar de aantallen en de mooie aanbeten maken veel goed.

Over het algemeen vissen wij zo door tot eind januari om dan in februari weer het grote water op te gaan. De zon krijgt al weer meer kracht en onze groene vrienden reageren hier vaak gelijk op. Natuurlijk, als het nog vriest vissen we niet of als het kan vissen we in de polder. Maar zodra het weer zachter word zitten we op het grote water.

                       


Zo gauw het weer het toelaat vissen we weer op het grote water

We hebben hele mooie vangsten gedaan in februari. Heel veel vis vingen we op jerkbaits. Diep gevoerde shads zijn ook zeer in trek en gek genoeg kunnen we ze in deze tijd van het jaar bijna niet vangen op spinners en spinnerbaits. Het enige wat ze doen is volgen tot aan de boot . Zoek in deze tijd van het jaar ondiep water op wat grenst aan diep water en vang je er één dan liggen er vaak meerdere.