Megasnoek 97
Door Co Sielhorst
26 februari 2005.
De midweek sessie is gesneuveld. Arie kan maar een halve dag. Dan ga ik er zeker niet de hele dag zitten. Een nette vis vangen wil ik hier alleen als ik dat plezier met hem kan delen. Zaterdag wil ik het nog één keer proberen. Een mooie afsluiting van een seizoen met heel veel metersnoeken moet toch kunnen.
De vakantie komt ook in ijltempo dichterbij. Het is een mooie overgang tussen snoek en karper. Het wordt weer een Canarisch avontuur. Ik heb steeds contact gehouden met Johan, de Belgische kapitein. Er is inmiddels iets van de grond aan het komen. Er is een tweede boot in de vaart. Een stoere sloep waarmee een stevig kunstaas gesleept kan worden. Ook het vismateriaal is sterk verbeterd. De eerste vangstresultaten zijn al binnen.
Zaterdag de laatste snoekdag. Het wordt een koude dag. Kleine watertjes vriezen angstwekkend snel dicht. Helder vriezend weer met volle maan. Het lijkt wel of het met volle maan altijd wat kouder wordt. Het zal mijn straf wel zijn voor al dat gezeur over het voorjaar. De aasvissen haal ik de hele winter al vroeg op de avond uit de vriezer. Dan laat ik ze buiten langzaam ontdooien zodat ze de volgende morgen net zacht beginnen te worden. Dat gaat vandaag niet lukken als het zo hard vriest. Nu laat ik ze binnen ontdooien. Laat op de avond loop ik met de koelbox naar achter. Buiten kijk ik nog even omhoog. Een heldere sterrenhemel met een bleke volle maan recht boven me. Er kruipt een koude rilling langs mijn ruggengraat.
De volgende morgen slinger ik even voor acht uur de spullen over het hek. Arie heeft het kamp al ingericht. Hij hoeft alleen nog in te gooien. Heb even gewacht zegt ie. Kan jij dat monster scheppen. Er is tussendoor nog wat vis ingegaan. Dat krikt het vertrouwen weer wat op. We passen aardig in het landschap. Zitten tegen wat omgevallen bomen aan onder de plu. Vóór de hengels royaal de ruimte om te manoeuvreren. Een troep mezen buitelt en slingert door de kale takken. Staartmezen en pimpelmezen trekken samen op. Wat een kleurenpracht. De hengels krijgen de zelfde behandeling als de takken. Oog voor oog wordt geïnspecteerd. Op naar de volgende hengel.
De dag is grijs begonnen. De beloofde harde ijzige wind blijft voorlopig uit. Het is wel fris maar volkomen windstil. Halverwege de dag wordt het donkerder en steekt er een windje op. Af en toe knettert er hagel op de plu. De ijzige wind zal het water nog verder afkoelen. Ziet er allemaal niet erg gunstig uit. Zeilen gaat niet bij deze wind. Ik ga zelf maar wat bewegen. Misschien is er zo een aanbeet uit te lokken. Ik gooi wat meer naar de zwaar begroeide kant. Net voor de takken. Ook een hengel vlak bij een omgevallen boom. Regelmatig de aasvis verplaatsen kan ook wel eens wat opleveren.
De middag vordert. De onzekerheid begint aardig te knagen, wat kan ik nog doen? Nog maar eens een verse vis eraan. Gaat het snoekseizoen uit als een kaarsje? Het begint er wel op te lijken. Het kaarsje gaat dan wel uit op een hele mooie plek. Het is me niet helemaal vreemd. In voorgaande jaren heb ik vaker een topwater helemaal stil zien vallen in de laatste weken van februari. Ik heb paaiende snoeken gezien rond deze tijd. Dat zit er vandaag natuurlijk niet in. Het is veel te koud. Er is werkelijk helemaal niets te beleven.
Op het water is ook helemaal niets te zien. Toch ben ik er van overtuigd dat het voor de deur staat. Een paar graden erbij en het is weer zover. Ik heb al een aantal keren het paaispel van snoeken van dichtbij gezien. Vrouwtjes, grove metervissen, omgeven door een aantal kleinere mannetjes. Vaak zijn de mannetjes niet groter dan een halve meter. Hoogzwangere kuiters waar hommers van twee pond omheen fladderen. Griezelig gevaarlijk zou je denken. Toch gaat het allemaal goed. Na jaren dood aas vissen in deze periode kom ik tot een conclusie. Een snoek is geen zwarte weduwe die haar partner oppeuzelt na da daad. De eetlust verdwijnt helemaal als de paaitijd aanbreekt. Ik heb het boeiende paaispel nu diverse keren voorbij zien komen. Grote zware dames omringd door kleine mannetjes zwemmen op heel ondiep water. Op zoek naar geschikt plantenmateriaal.
Het vrouwtje strooit haar eitjes rond tussen de planten. De mannetjes bevruchten de eitjes met wolken bleek homvocht en het wonder is geschied. De volgende generatie snoeken is in de maak. De eitjes blijven kleven aan de planten. Het snoekje dat er soms al na tien dagen uitkomt blijft ook nog even tussen de planten hangen tot het voedsel dat hij uit eitje meekrijgt op is. Dan gaat het vrije leven beginnen. Hij gaat eerst een poosje op jacht naar plankton. Als de volgende lichting witvis ter wereld komt is het snoekje groot genoeg om over te schakelen op vis.
Een zware snoek kan zomaar een half miljoen eitjes leggen. Daar wordt een groot deel van opgepeuzeld. Ik heb regelmatig oranje staarten in het kielzog van paaiende snoeken zien zwaaien. Karpers doen zich graag tegoed aan snoekkuit. De vrouwtjes snoeken zijn na het paaien sterk vermagerd. De eetlust komt snel weer terug. Van die vijf miljoen kleine snoekjes blijft niet veel over.
Het eind van de dag nadert veel te snel. Het ligt niet aan het water maar aan de omstandigheden. Na een leuke start met één snoek en een aantal snoekbaarzen is het alleen maar slechter geworden ondanks redelijk wat inspanning. Volgend jaar wil ik hier graag nog eens terugkomen. Dan wel veel eerder in het seizoen. Mijn snoekseizoen zit erop.
Het is best wel een vreemd idee dat ik de volgende paar weekeinden zoute vissen ga vangen bij een heerlijke temperatuur. Wat voor vissen? Geen flauw idee. Ik laat me gewoon verrassen.