**KLAAR**              Megasnoek               89

Megasnoek 89

Door Co Sielhorst

Eind december 2004.
Het midweekverhaal wordt moeilijk. Mijn “eigen” water zit door de beschutte ligging en geringe diepte gegarandeerd op slot. Ik maak een rondje langs soortgelijk water vlak bij huis. Geen schijn van kans. Dinsdag voor de kerst belooft het een aardige dag te worden. Wel koud maar ik moet even weg.

Ik ga naar een diep water. Een recreatieplas waar de temperatuur niet direct veel invloed heeft. Ik heb zuidenwind afgesproken. Dit lijkt helemaal nergens op. Het is een snijdend koude wind uit het oosten geworden. De auto is veranderd in een iglo. Moet het ding helemaal afbikken. Ik kies voor de toeristische route.

                       


Prachtig schouwspel in de achteruitkijkspiegel. Het maakt me bijna stuurloos. Onverantwoord. Ik word ingehaald door een vuurrode opkomende zon. Bij de volgende bocht zet ik de auto even aan de kant. Het wittige land tussen de dijken krijgt een prachtige roze gloed. Ik laat het even op me inwerken. Dit zijn momenten die mijn leven verrijken. Ze duren nooit lang. Ik moet ze plukken en niet vergeten even digitaal op te bergen.

De laatste honderden meters voeren langs spiegelgladde paden. Hier is de invloed van het nabije water duidelijk zichtbaar. Ieder takje, ieder sprietje is bedekt met een dikke korst aangevroren mist.

Het is kouder dan vorige week. Toch heb ik er niet zoveel last van. Vorige week stond er een harde wind bij twee graden. Nu waait het niet en komt de temperatuur de hele dag niet boven het vriespunt uit. Af en toe helpt een bleek zonnetje een klein beetje om het draaglijk te houden. De hele plas stroomt in de loop van de dag vol met smienten. Prachtig gekleurde eenden uit noordelijk Scandinavië die hier vorstverlet houden. Ik pak regelmatig de kijker. Er is werkelijk niet één andere watervogel te bekennen. Alleen maar smienten. Ik heb alle tijd. Kan ze moeilijk allemaal tellen maar het zijn er minimaal tweeduizend. Misschien kijken de snoeken hier liever naar boven als ze willen eten. Op dit water heb ik een aantal jaren terug wel een snoek gevangen op een stuk kip.

Vrijdag vóór de jaarlijks terugkerende narigheid die men kerstfeest noemt kan ik nog een dag weg. Het heeft na de kille dinsdag een paar dagen flink geregend en hard gewaaid. Alle kleine watertjes in mijn omgeving zijn ijsvrij. Ik waag het er op. Komt dat roodborstje vast ook weer voorbij. Ik maak er een feest van voor het vogeltje. Het is een felle jager op larven wormen en insecten. Even een doosje maden halen.

Nog voor ik op mijn stek voor de struiken neerstrijk komt het beestje al aanfladderen. Even wachten tot ik rustig zit. Eerst die hengels erin. Vóórdat hengel twee staat krijst de pieper onder de wakerhengel het al uit. Een snoekbaars. Een mirakel. In de bek gehaakt. Hoe is het mogelijk? Het is helemaal niet koud. Ik krijg het zelfs behaaglijk warm van alle actie.

Alles staat. Eindelijk even tijd voor koffie. Uit mijn ooghoek zie ik het vogeltje weer aankomen. Ik strooi een hand maden rond mijn stoel. Ze kruipen traag weg in het laagje losse bladeren. Toch onderschept de slimmerik supersnel een aantal maden. Nu valt werkelijk alle schroom weg. Op mijn stoel. Op mijn knie. Naar de punt van mijn laars. Op de tas. Regelmatig te dichtbij voor de camera. Kan niet scherpstellen op twintig centimeter of minder. Dan moet ik de gezelligheid even onderbreken voor een aanbeet. Een nette vis. Duidelijk. Toch weer die schop waar het zeer doet. Een stevig rondje sjorren en bonken en er dan toch nog afvallen.

Het duurt niet lang voor de dobber weer wegzakt. Een mooie bijna gave vis weert zich dapper. Vlak voor haar staart zit een gemeen wondje. Een aalscholver heeft zich vergist en een uitval gedaan. De haaksnavel kan lelijke plekken veroorzaken. Het roodborstje stoort zich niet aan mij. Gaat gewoon op mijn stoel zitten als ik er even niet ben. De snoek zwemt weg.

Heel even denk ik dat de vis door de lijn zwemt. Nee, kan niet. Ik sluit de beugel. Hak, en voel contact. Zwemmen is er niet bij. Wat kan dat dan zijn? Een krab zo groot als een doorsnee ontbijtbord. Blijft goed hangen. Daar ben ik nog niet zomaar vanaf. Ik schud een keer. Hé, dat valt mee. Het beest rolt van de haak. Hier blijkt de griezel goed door te hebben wat er om hem heen gebeurt. Hij richt zijn scharen hoog op en draait een hele cirkel als ik om hem heen loop. Ik zit wat te sarren met een zakdoek. Het ziet er allemaal dreigend uit maar een echte aanval komt er toch niet. Ik pak het beest op bij het rugschild. Hij kan helemaal niets blijkt al snel. Ik zet hem terug in het water. Dan blijkt hij toch behoorlijk snel uit de voeten te kunnen. Met grote stappen beent het beest de diepte in.

                       


Geen duizenden ganzen. Ook geen duizenden smienten. De show wordt vandaag gestolen door één klein vogeltje, een griezel die toch niet zo griezelig blijkt en een paar mooie vissen. Ik kan de kerst nu geestelijk wel aan geloof ik.

Maandag na kerst heb ik vastgelegd. Moet een visdag worden. De hele week eigenlijk. De avond ervoor word ik al nerveus. De mist lost op. Het is volle maan. Het wordt vreselijk koud. Met de watertemperaturen van de laatste dagen is er niet veel nodig. Ik ga alleen kijken. Vlak bij huis zie ik al dat soortgelijk water allemaal dichtgevroren is. Er doemt een ander plan op.

Ik ben toe aan nieuwe uitdagingen. Dat broeit al een poosje. Ik ga polshoogte nemen aan een nieuw water. Kijken hoe diep het is. Beetje sfeer opsnuiven. Wat rondgooien met een peillood. Zoeken naar structuren. Kortste weg naar het water is ook handig om te weten. Hoe zit het met vergunningen? De wereld is weer één grote kerstkaart. Alles dik en wit van de rijp.

Mistbank in mistbank uit. Helder en zonnig tussen extreem dichte mist. De plas ligt te schitteren in een prachtige opklaring. Ik werk ongeveer een halve oeverlengte af. Diepte is niet slecht. Kan zonder veel problemen tot een meter of acht komen. Voorlopig weet ik even genoeg. Op weg naar een tweede water moet ik het opgeven. Het zicht bedraagt hier niet meer dan een tiental meters. Na wat speurwerk kom ik achter een vergunningadres voor de eerste plas. Dat is snel geregeld. Tot mijn grote verbazing blijkt de tweede plas ook in dezelfde vergunning te staan. Daar ga ik verderop in het jaar wel naar kijken.

Dolle dinsdag 28 december. Ik wil gewoon vissen vandaag. Het begint al vroeg te sneeuwen. Ik moet eerst Toos naar de trein brengen. Er valt niet te fietsen en eigenlijk ook niet te lopen. Autorijden is ook niet alles. Toch ga ik op pad. Het is helaas net iets te koud gebleven. Mijn water langs de dijk zit nog dicht. De nieuwe plas verder verkennen is met dit weer ook geen pretje. Ik rij er wel even langs, tegen beter weten in. Ik sta op de dijk. Doe de autodeur open.

                       


Dichte sneeuw jaagt me in het gezicht. Heel even is niet onaardig maar hoe lang is dit leuk langs een hele kale plas? Ik ga terug en kijk of ik ergens in de buurt van mijn woonplaats terecht kan. Ik kom een dorp inrijden. De dijk is hier voorrangsweg. Ik krijg ook keurig voorrang van een auto die van rechts uit het dorp komt. Heel kalm rij ik de kruising voorbij. De man in de auto wil optrekken om achter mij de dijk op te rijden. Tollend schuift hij achteruit van de dijk af. Geen schijn van kans. Bij een volgende kruising zie ik verbazing als ik een auto van rechts alle ruimte toewuif. Ik heb geen zin in een spoor van vernielingen alleen omdat ik voorrang heb.

In gedachten komen er een paar wateren voorbij. Ze vallen allemaal af omdat ze met deze sneeuwval helemaal onbereikbaar geworden zijn. Dan valt me ineens een plasje in de buurt in. Ligt ook lekker, aan een prima verharde weg. De dag vordert. De temperatuur loopt op. Ik ben al een paar uur onderweg nu. Het laatste pad naar het water toe durf ik nu ook wel aan. Lui beest!

Kan nu bijna vanuit de achterklep vissen. Er ligt een prachtige ijsrand langs diep water. De wind blaast er keurig langs. Meteen de zeildobber erin. Het ijs is niet van echte Oud Hollandse kwaliteit. Het is meer een laagje snotterige sneeuw. Binnen een half uur is het traag golvende laagje verdwenen. Het stopt met sneeuwen. De wind draait. Zeilen kan niet meer. Jammer. Dan maar een wakerhengel erin.

Ik heb de pen een meter of dertig uit de kant staan. Tien meter diep blijkt het hier niet meer te zijn. Ik herinner me dat het twintig jaar terug echt wel zo diep was. Het is nog steeds de diepste plek van het water dus ik heb er wel vertrouwen in. De wakerhengel gaat naar het midden. Hier is het iets ondieper meen ik me te herinneren. Er ligt een pad rond het hele water. Dus zijn er mensen. Toch schrikt het bizarre begin van deze dag veel mensen af denk ik. Twee sportieve lopers maken een paar rondjes door de smeltende sneeuw.

Tegen de schemering klaart het op. Het wordt ook pittig koud. Plotseling wordt er heel veel lijn van mijn molen gescheurd. De beugel staat open. De waker danst. De pieper schreeuwt zich schor. Ik haal uit en mis!! Er zit snoekbaars, ik weet het. Naar de aasvis kijken! Ik draai in en zie dat er werkelijk geen schrammetje te bekennen is op de aasvis. Misschien leuk om hier nog eens specifiek op snoekbaars te vissen.

Ik heb er al aardig wat visuurtjes opzitten de laatste dagen. Toch ben ik nog niet verzadigd. Ik kom in het donker thuis en ga me eerst in de weersvoorspellingen verdiepen. Hoe koud wordt het vannacht. Zit er nog een dag in op mijn oude vertrouwde watertje?

Donderdag ga ik er gewoon naar toe. De temperatuur is heel aardig. Onderweg word ik al hoopvol. Op de meeste kleine watertjes zie ik de wind een speelse kabbel blazen. Het eerste stuk over de dijk is niet bepaald hoopgevend. Een groot ondiep deel van het water ligt ook nog eens heel beschut. Hier is het nog één grote ijsvloer. Pas rond de volgende bocht heb ik een goed overzicht. Een lust voor het oog. Alleen nog een strook aan de overkant.

Zie ik dat nou goed? Ja, hoor. Voor de tweede keer verheft zich een karper uit het water. Ik weet zeker dat ik vandaag een vis ga vangen. Vrij snel is er die knallende aanbeet. Moet haast snoekbaars zijn. Inderdaad. Hij rolt er af. Ik voel dat het bijna zeker een snoekbaars is. De volgende aanbeet laat even op zich wachten. Een prachtige trage wegloper. Ik strek de lijn en haal snoeihard uit. Met de vriendelijke tweeponder kan ik vreselijk onbeheerst uithalen zonder risico op lijnbreuk. Er is contact. Ongewenst contact meen ik aan de reactie te voelen.

Een paar nijdige stompen. Dan een paar metalige tikken uit de molen. Even niets. Dan weer tikken, steeds sneller nu. Een paar snerpende halen en de vis is veertig meter weg. Mooie vis, dat is nu al duidelijk. Ze geeft zich niet snel gewonnen. Ik zie haar voor het eerst langs de oppervlakte denderen. Ik ken haar. Mooie vis. Terwijl ik haar onthaak springt er weer een karper. Ik schuif mijn vis het water in. Ze wrikt zich helemaal om op het ondiepe water. Voor ik haar weer heb kunnen keren stormt ze de verkeerde kant op en strandt hopeloos. Dat doen we nog maar een keer over. Nu gaat het stukken beter. Dit zal mijn laatste vis wel zijn van dit jaar. Mijn overpeinzingen worden regelmatig verstoord door een springende karper aan de overkant. Heel verleidelijk allemaal maar ik trap er niet in.

                       


Vrijdag, oudejaarsdag. Traditioneel een visdag. Ik heb zolang ik me heugen kan niets gevangen op oudejaarsdag. Een traditie die ik niet voort ga zetten. Daar trap ik ook niet meer in. Ik ga nuttigere dingen doen. Even wat tijd besteden aan mijn nieuwe water. Op de laatste dag van het jaar een nieuw water verkennen kan ook een mooie traditie worden. Een hele nuttige ook lijkt me.

Nu pak ik een ander stuk om uit te peilen. Ik loop de andere helft van de noordkant af. Als het na verloop van tijd begint te miezeren heb ik er al een heel stuk opzitten. Ik kom weinig verrassingen tegen. Ik moet zo langzamerhand een keuze maken. Er staan wat lage boompjes en struiken die het water wel leuk aankleden. Er zijn ook grote stukken bij waar het akelig kaal is. Ik kies voor het kale deel. Realiseer me dat bij deze waterstand die struikjes nu nog op de kant staan. Leuk allemaal maar als het water een meter stijgt dan staan die prachtige struiken en bomen lelijk in de weg. Dan maak ik de emmer open en gaan de eerste vissen te water. Eerst maar even wennen aan dood aas…


ANDEREN LAZEN OOK

image description
Co Sielhorst stopt met wekelijkse column Total Fishing
Total Fishing Import -
image description
Megasnoek 166
Total Fishing Import -
image description
Megasnoek 165
Total Fishing Import -