Megasnoek 82
Door Co Sielhorst
6 november 2004.
Woensdag valt af. Een ernstig zieke schoonmoeder. Crisissfeer. Er gaan een aantal spannende dagen voorbij. Ik kan nu niet doen of er niets aan de hand is. Er is nog niets zeker maar het lijkt iets beter te gaan. Eind van de week is het weer verantwoord om de hele dag weg te gaan.
Wat ben ik ontzettend toe aan een dag in de buitenlucht. Ik doe mijn best om er vandaag zo lang mogelijk van te genieten. De wekker staat op zes uur. Het is dan nog erg donker. Geeft niet, hoef ik niet te gaan lopen haasten. Ik wil niet weer van alles vergeten. Ik sleep steeds meer materiaal mee.
Er gaat vandaag een bak Jerk-baits mee en een kort pookje. Zeilen zal vandaag niet lukken. Foute wind. Ik leg een stevige voorn op de bodem. Er komt een dobber boven te staan. Subtiel onderlijntje, enkele haak en een stukje vis op de andere hengel.
De lucht is dreigend grauw. Toch duurt het nog lang voor het gaat spetteren. Langs het water bloeien nog allerlei bloempjes. Klaver herken ik wel. Roze bolletjes op een dun steeltje. Veel soorten ken ik niet. Er staan ook nog vergeet-me-nietjes. . Die hoef je maar één keer te horen.
Er komen een paar pittige regenbuien over. Imposant dreigende wolkenluchten. Hier en daar prikt de zon door een gaatje. Plotseling valt de wind even weg. De zon tovert een prachtige regenboog tevoorschijn die volledig in het stille water weerspiegeld wordt.
Naarmate de dag vordert worden de droge periodes langer. Ik tuig even de kunstaashengel op. Steeds als het even droog is probeer ik een stukje water goed af te vissen. De verschillende Jerk-baits gedragen zich allemaal anders. Er is er maar één bij die ik met deze hengel goed aan de praat krijg. Volgende week eens kijken hoe het gaat met een iets pittiger hengeltje.
Dit is een mooi voorbeeld van een gemiddelde dood aas dag. Lang wachten op één enkele kans. Ik kan natuurlijk de hele dag achter de hengels blijven zitten. Kan er ook een uitdraaien en die dikke dobber op het midden laten staan en wat rond gaan gooien. Het is natuurlijk geen geconcentreerd kunstaasvissen zoals het hoort. Ik heb steeds één oog op de dobber. Ik ga ook niet verder dan vijftig meter van de dobberhengel weg.
Na een uur of wat met een voorn gaat er nu een horsmakreel onder de dobber. Dan ga ik weer verder met de volgende Jerk-bait. Hier krijg ik helemaal geen leven in. Het stijgende water zorgt voor vertroebeling. Ik zit niet naar excuses te zoeken want het vangen van een vis is soms net zo moeilijk te verklaren als niets vangen.
In de loop van de middag komen er steeds meer opklaringen. Prettig voor het vertrouwen. Die horsmakreel gaat er weer af. Een veel te grote voorn ondergaat een verkleiningsoperatie. Met een nieuwe reep vis op de wakerhengel verstoor ik de rimpelloze oppervlakte nog maar een keer. De overkant weerspiegelt zich nu bijna perfect in het water. De middag vordert. De zon is al achter de bomen verdwenen. De lucht is bijna schoongeveegd. Het wordt strak blauw, bijna windstil.
Ik ben rond zes uur vertrokken vanmorgen. Het zal straks als ik in ga pakken wel wéér zes uur zijn. Ik heb nu zoveel tijd geïnvesteerd. Met één uurtje erbij kan ik die investering misschien helemaal goed maken. Hoe meer tijd ik er in steek, hoe groter de kans dat het geluk mijn kant op kantelt. Ik raak wel vaker in deze spiraal verstrikt. Het wordt dan wel eens erg laat. Het is nu zeker geen straf. Ik pak de kunstaashengel in. Ik wil de oppervlakte niet langer verstoren.
Het is nu ademloos stil. Nog even dan zijn ook de storingen die ik veroorzaakt heb glad getrokken. Meeuwen vliegen in kleine formaties landinwaarts. Eerst zie ik ze boven me. Even later doorkruist hun spiegelbeeld de plas. De zon is al een poosje weg. Het is kil. Daar komt de eerste ster aan de staalblauwe hemel. De dag krijgt winterse trekjes. Het is een paar graden boven nul. Er is nog maar één ding nodig om er vandaag een perfecte dag van te maken. Het moet wel snel gebeuren.
Ik zit niet helemaal goed. Een meter naar links zie ik de pen beter. Zwart tegen blauw. Beweeg ik, of beweegt de dobber? De zwarte drijflichaam verstopt zich in de donkere weerspiegeling van de populieren. Vanaf het randje van mijn stoel kijk ik het een paar seconden aan. Ja hoor, hij beweegt echt. Dit is nu al met afstand de mooiste aanbeet van het jaar. Werkelijk perfect getimed. Voor de uitvoering ook tien punten. Schitterend, die spannende traagheid.
Dan komt de volgende fase. Niet bepaald naadloos. Ik graai gretig de hengel van de steunen. Sluit de beugel. Nog even een ruk aan de lijn. Slip staat goed. Ik draai strak en sla heel hard de rek uit de lijn. De hengel absorbeert de beuk en blijft even in een fraaie kromming staan. Het feest kan beginnen. Wat vage stampen. De vis komt naar me toe. Het lijkt wel of de vis van de haak is gerold, maar de lijn loopt naar rechts. Ik ben klaar voor een verrassing, die gaat zeker komen…
Vlak voor mijn kant bolt het water op. Een kop en een rug. Met kop en schouders door de oppervlakte wrikt de vis zich een tiental meter van me af. Het wordt ook nog de mooiste dril van het jaar. Wonderlijk genoeg heb ik vandaag geen last van rubberen knieën. Ik schuif het net onder de dame en maak mijn camera in orde. Ik beur haar uit het net. Open haar grote muil en zie dat de haak er al los in ligt. Even die plaat en dan snel weg. Ze gaat meteen zwemmen. Moet duidelijk nog even haar evenwicht zoeken. Ze blijft strak langs de kant zwemmen. Ik loop een stukje met Hare Majesteit mee. Haar houding wordt beter. Dan staan haar zintuigen weer op scherp. Ze merkt mij op. Geeft een roei en lost op in de invallende duisternis.