Megasnoek 80
Door Co Sielhorst
23 oktober 2004.
Een mooie reeks is doorbroken. Goed excuus om woensdag te proberen om een nieuwe serie neer te zetten. Ik ga mijn best doen om meer aanbeten te verzilveren. Het aantal gemiste snoekbaarzen bevalt me niet. Steeds weer een mooie dril die halverwege eindigt zonder dat ik de vis gezien heb.
Aasvissen kleiner. Onderlijnen dunner. Dreggen kleiner. Ik moet nog even boodschappen doen. Dat spul heb ik niet allemaal in huis. Na een avondje sleutelen heb ik wat onderlijnen klaar voor een veel subtielere aanpak.
Waar ik afgelopen voorjaar gestopt ben, met snippers vis, ga ik nu verder. Ik heb me toen al verbaasd over het gemak waarmee ook snoek een klein snippertje vis vindt. Hier ga ik op voortborduren. Op de lichte staaldraadjes zitten kleine dregjes. Maatje acht. Hier ga ik staartstukjes aan hangen. Nog wel aan elastiek, maar heel kort. Iedere rover die mijn staartstukje oppakt moet ook het dregje in zijn bek hebben. Op de andere hengel vis ik alleen snippers. Ik prik ze gewoon op een enkele haak. Ik heb de laatste tijd zoveel aanbeten van snoekbaarzen gehad.
Het is een prachtige dag. Half bewolkt, aangenaam temperatuurtje. Zuidwesten wind. De eerste aanbeet komt snel. De visfladder is opgepakt. Een mooie doorzettende aanbeet. Ik nagel de vis vast. Lekkere knokpartij. Vooral voor de kant nog spannend. Een gele flits? Dat is geen snoekbaars. Een mooie hard vechtende negentig centimeter snoek. De vis is redelijk diep gehaakt. Geen probleem om te onthaken. Gezien het aantal snoekbaarzen van de laatste visdagen denk ik nog steeds dat dit een uitzondering zal blijven. Nieuwe reep vis eraan en weer naar de zelfde stek.
Het duurt nog geen half uur. De lijn loopt strak. Ik voel nog even. Ja hoor, daar komt nummer twee. Eigenlijk voel ik het meteen. Het is weer een snoek. Zelfde maatje ongeveer. Ook deze vis is redelijk diep gehaakt. Die lijn moet toch een keer over die tanden heen komen. Ik dril over een grote afstand dus het is ook weer een redelijk lange dril geweest.
De snoekbaarzen laten het vandaag afweten. Het is al middag en nog geen stekel gezien. Dan zakt de dobber weg. Het staartje is gepakt. Mooie aanbeet. Een trage aanbeet is vaak een mooie vis. Dat valt nu zwaar tegen. Ik draai een zestig centimeter snoekje naar de kant. Pak het beestje uit het water. Tik de dreg uit zijn bekkie en zet het prachtig gekleurde visje terug. Ik wil een plaatje maken als het snoekje nog even zo blijft staan. Ik krijg de kans niet. Hij gaat er als een speer vandoor.
Het staartstukje is nog helemaal intact. Ik kerf het een paar keer in om iets meer geur los te maken. Het gaat weer naar de zelfde plek. Het duurt niet lang. De zwarte drijflichaam schokt. De dobber zakt weer weg. Nu komt mijn zachte hengel iets tegen dat absoluut niet meegeeft. De hengel wordt doodleuk nog iets ronder getrokken. Dit is groot! Ik ben heel erg op mijn hoede voor onverwachte harde uithalen. Het is een dundradig dregje. Er komen een paar harde runs waar ik bloednerveus van wordt. Het duurt al minuten. De vis is nog steeds ver van de kant. Toch stijgt mijn vertrouwen. Ik ga iets meer druk geven. Plotseling is het over.. Hier baal ik vreselijk van. Het staartstukje zit vol diepe krassen. Het dregje! Het is een enkele haak geworden. Twee punten gebroken! Dat zit me de rest van de dag heel erg dwars. De vis waar ik voor kom, verspeeld door ondeugdelijk materiaal. Er gaat meteen weer een onderlijn aan met een grotere, sterkere dreg. Een vijfde vis kan de dag niet meer goed maken.
Zaterdag de herkansing. Ik heb natuurlijk niets te klagen over de vangsten van de laatste tijd. Toch zit de miskleun van de laatste keer me nog steeds dwars. Die kleine dregjes kunnen wel maar ze moeten een stuk dikker van draad zijn. Ik heb wat nieuwe modellen getest. Nu moet het goed gaan.
Ik ben redelijk op tijd. Het regent als ik aankom. Eerst de plu, de stoel en de camera. Dit moet droog blijven . De rest mag nat worden. Ik durf niet meer met de auto het half verharde pad af te rijden. Na een dag regen is het hier spekglad. Ik neem het statief ook mee. Hoef ik straks niet door de regen heen en weer als er een nette vis komt. De dobberhengel gaat er als eerste in. De wind is weer perfect. Hij komt lekker hard van achter. Aan de overkant waait het blad van de bomen. De wilgen staat in herfsttooi. Het ruikt een beetje muf, naar paddenstoelen.
Nog even, dan is alles weer kaal. De kabbel loopt naar rechts, dus komt mijn zeilhengel rechts te staan. Toch kruipt de zeildobber naar links. De onderstroom wint het nu nog van de druk op het zeil. Dan zal ik toch links moeten beginnen. Straks heb ik meer lijn uit staan. Dat gaat de boel echt wel naar rechts drukken. Even opdraaien. De vis ketst de laatste tien meter over de oppervlakte. Dan pas zie ik dat mijn vis achterna gezeten wordt. Heel even inhouden en ram. Hij hangt. Niet groot maar wel heel leuk.
Vrij snel hierna zakt de statische dobber weg. Het is weer geen grote vis. Voor de zeildobber heb ik een grote voorn opgezocht. De vis komt aan elastiek horizontaal onder één dreg te hangen. Moeten er geen twee dreggen boven de vis? Nee, voor een grote snoek is deze vis best te behappen. Het duurt even voor de voorn op de goede weg is. Hoe meer lijn er op het water ligt, hoe harder de vis naar de overkant gestuwd wordt. Door wisselende winden wordt de vis prachtig langs de overkant gestuurd. Dan ploft ineens het zeil weg. Ik kijk nog even of het echt zo is. Ik voel meteen een geïrriteerde ram aan de andere kant. Ik geef een flinke ros.
Alsof ik tegen een muur aan sla. Ik voel de tanden knarsen langs het staaldraad. Er valt een zandzakje op de hengel. Dan even niets. De vis wrikt zich nog verder van me af. Hij is al meer dan honderd meter van me vandaan. Wat een machtsvertoon. Dit zijn grote vissen manieren! Jubelend vang ik alle sprints op. Begin nu wat lijn terug te winnen. Steeds als de vis aanzet voor een uithaal probeer ik zo weinig mogelijk lijn te geven. Ik heb de beul nu op minder dan vijftig meter. Weer een buiteling waarbij ik haar tanden voel schrapen. Nee!! Ze rolt van de haak.
Weer een topvis kwijt. Hier wordt ik heel verdrietig van. De voorn hangt er nog keurig aan. Meestal breekt het elastiek, zodat de aasvis in de dril niet de dreg los trekt. Er gebeurt de rest van de dag niets meer. Zo kan het drama goed diep op me inwerken. Vandaag heb ik de slag weer verloren maar ik kan de gebeurtenissen van de laatste dagen aan het eind van de dag weer relativeren. Als de pieken net zo hoog zijn als de dalen diep, dan staat me hier nog heel wat te wachten.