**KLAAR**              Megasnoek               79

Megasnoek 79

Door Co Sielhorst

16 oktober 2004.
Het gaat ongelofelijk goed. In drie keer vissen vijf meters, of zes? Ik weet het niet meer. Stevige snoekbaarzen zorgen voor een extra uitdaging. Ik gooi woensdag weer even alles van me af. Ik moet er een dag op af.

Eerst even de zeildobber montage in orde maken. Stevige antenne. Losse drijflichamen. Diverse maten zeiltjes en een handvol elastiekjes. Voor diverse windsnelheden heb ik verschillende zeiltjes tegenwoordig. Ik heb alles gevonden en een plaatsje gegeven in de tas. Vlak voor in naar bed ga gooi ik nog een partij vis uit de vriezer in de koelbox.

Woensdagmorgen ben in er om zeven uur uit. De zon is nog niet op als ik aan het water aankom. Het is al wel licht. Eerst de zeildobber erin. Er staat een prachtig windje naar de overkant. De vissen zijn nog omhuld door een bros ijslaagje. Op de andere hengel monteer ik een ragfijn staaldraadje en een klein dregje. Ik wil er heel ver in. Met zeventig gram lood lukt dat vast wel.

De wind brengt het zeil heel snel op weg naar de overkant. Midden op het water wordt het zeil ineens afgeschoten. Bijna hoorbaar ploft de lompe dobber weg. Ik haal meteen uit. Voel niets. De aasvis hangt er nog aan, dat kan ik duidelijk voelen. Ik zet de beugel open en laat het zeil zijn reis weer vervolgen. Dan fluit de pieper. Andere hengel! De lijn loopt strak. Een tik op de zachte top. Uit frustratie over de eerste misser zit er extra veel venijn in de aanslag. De hengel slaat dubbel. Die hangt! Een mooie snoekbaars. Op een staartstukje. De verfijning werkt dus.

                       


Dan wordt het druk. Het zeil zakt weer door de kabbel. Snoek, dikke negentig. Twee snoekbaarzen later eindelijk even tijd voor een bakkie. Daar vliegt de laatste zwaluw over. De pieper hikt weer. Een paar seconden later strekt de lijn zich. Een woesteling houdt me lang in spanning. Het is vast weer een mooie stekel. Nog voor hij in het net ligt zie ik tot mijn afgrijzen een tik op het zeil. Twee aanbeten tegelijkertijd! In het heetst van de strijd moet ik de zeilhengel oppakken. Even een korte beuk. Het zeil staat op tachtig meter. Dan leg ik de zeilhengel weer neer en zet de beugel open. Doe wel even die pieper uit anders wordt ik gek.

Wat gejaagd dril ik de snoekbaars af. Wals hem het net in en gris dan de zeilhengel van de steunen. Deze vis heeft zich nauwelijks bewogen. Nu de druk erop staat komt er iets op gang. Snerpende halen, hier zit gewicht achter. Na een prachtige dril herken ik de vis. Het is de zelfde snoek die vorige week ook even het net moest delen met een snoekbaars.

De snoekbaarzen zijn helemaal los. Ik vervang het staaldraad door een gevlochten onderlijntje. Ik knoop er een enkele haak aan. Ik reken helemaal op snoekbaars. Er gaat een fladdertje vis op de haak. Stomverbaasd zie ik even later een mooie snoek binnenkomen. Het gevlochten lijntje blijft gewoon heel.

Van mijn verbazing bekomen gaat er weer een visfladdertje op de enkele haak. Binnen een kwartier is weer raak. Nu is het wel een snoekbaars. Ze zijn vrijwel allemaal boven de tachtig centimeter. Deze laatste wil ik achter de kieuw pakken. Gaat niet goed. De vis ranselt nog een keer wild door het water. Ik grijp middenin zijn voorste rugvin. De eerste harde stekel ramt minstens een centimeter diep mijn hand in. Net onder mijn duim. Donkerrood bloed. Het stroomt er uit. Rondom het gaatje voelt het meteen gekneusd aan. Het wordt ook al blauw. Het bloedt lekker door. Geeft niet, wordt het goed schoon van. Ik heb de laatste tijd wel vaak het plaksetje nodig. Ga mijn handschoen weer eens opzoeken voor wat bescherming.

De middag nadert. Na de middag gebeurt er niet veel meer verwacht ik. Toch duikt het zeil nog een keer weg. Dappere kleine rakker. Ook de snoekbaarzen gaan eind van de middag weer aan de gang. Wat een hectische dag. Hoeveel aanbeten? Ik weet het niet meer. De zon zakt in diep oranje, gouden randen om de wolken. Ja, dat past wel bij mijn stemming. Een dag met een gouden randje.

Zaterdag ben ik niet extreem vroeg. Dat heeft zijn nadelen. Stek bezet dus. Is geen ramp natuurlijk. Ik ga aan de andere kant van het diepere deel zitten. De collega heeft het na een paar uur gezien. Ik krijg ook mijn twijfels. Het wordt zeker niet de doldrieste vertoning die ik hier de laatste dagen meegemaakt heb. Het water is helderder geworden. Er springen ook minder karpers dan de afgelopen keren. De watertemperatuur zal wel weer wat gezakt zijn. Ik meet dat niet meer. Ga meer op mijn instincten vissen de laatste jaren. Ik heb er geen probleem mee dat er minder aanbeten komen. Zo ben ik het eigenlijk gewend de laatste winters.

Ik ga heel secuur werken. Mijn zeiltje loopt prachtig langs de overkant. Ik schuif stukje voor stukje wat op. De andere hengel schuift gewoon mee. Ik doe vandaag geen concessies aan snoekbaarzen. Staaldraad, flinke dreg en een stevige aasvis. Een grote snoekbaars moet deze hap ook wel aankunnen. Halverwege de middag komt de eerste poging. Voelt wel even heel prettig aan. De vis rolt er even later af. Ik krijg een puntgave aasvis terug. Moet ik ze toch niet wat tegemoet komen? Nee, ik laat het zo en gooi de vis weer zo ver mogelijk in.

                       


Een uur later zakt de pen weer weg. Ik pak de hengel op en tik vast. De vis beukt meteen weg. Na een aantal imposante runs krijg ik een week gevoel in mijn knieën. Het enige dat ik mis is een onverzettelijk gewicht als de vis even stil valt. Dit moet een hele grote snoekbaars zijn. Dan valt ineens de druk weg. Fout gehaakt misschien? Mijn aasvis hangt nog keurig onder de haak. Moet ik iets veranderen om een snoekbaars te kunnen vangen? Dit is altijd het dilemma van de aasvis onder het elastiek. Snoekbaarzen worden op deze manier zelden gehaakt. Snoeken des te beter maar vandaag niet.

ANDEREN LAZEN OOK

image description
Co Sielhorst stopt met wekelijkse column Total Fishing
Total Fishing Import -
image description
Megasnoek 166
Total Fishing Import -
image description
Megasnoek 165
Total Fishing Import -