Op zoek naar Mega-snoek! - (deel 6)
door Co Sielhorst
30 januari 2001
Mijn voornaamste zorg vandaag is een afvissing van een stadswater in Culemborg. De O.V.B. is er, de beroepsvisser de heer Kalkman laat zijn boot in het water zakken. Hij beoordeelt de situatie en schudt zijn hoofd. Het ijs is te dik. Er wordt niet gevist vandaag. Jammer, iedereen heeft nog andere dingen te doen.
Ik heb verder geen afspraken overdag. Als het zo koud blijft zit mijn plas zaterdag weer dicht. Ik denk er niet te lang over na. Spullen inpakken, vis uit de vriezer en weg. Het is zwaar mistig dus ik moet rustig aan doen. Ik kan het water niet zien als ik het pad afsjouw. Pas op het allerlaatste moment zie ik tot mijn afgrijzen dat het ook hier dicht zit. Ik zeul diep teleurgesteld mijn spullen terug naar de auto, rij nog naar de overkant, ook daar moet ik de hele wandeling maken om te zien hoe het zit. Ook hier potdicht. Ik begrijp nu de boodschap van die springende snoek van de vorige keer. Die lachte me gewoon uit, wreef wat zout in deze pijnlijke wonde.
Dan maar naar het alternatieve water. Niks bosranden hier, kale open vlakte, weilanden zo ver je kijken kan. Twintig meter diep op veel plaatsen, het allerlaatste water dat dichtvriest. Het is al elf uur als ik een haring afvuur, een klein voorntje gaat niet zover uit de kant.Eindelijk, koffie. Na een uur maakt de dobber een traag waggelend dansje, het voorntje is gepakt. Ik sla direct, het is een erg klein aasvisje, zoiets is in één hap binnen. Voelt lekker aan, felle snelle vechter, geen gigant. Als hij even later een koprol maakt in de diepte zie ik een witte buik. Zomaar zes meter zicht in dit heldere water. Vanaf dat moment is de vis goed te volgen. Prachtig, kieuwen en bek wijd open, schudden om die narigheid kwijt te raken. Ik hou het kort en trek de vis naar het ondiepe water. Ze komt vlot mee en rolt het net in. Zal net geen meter zijn, klopt achtennegentig, puntgaaf, goudgeel in topconditie. Perfect gehaakt zoals altijd, hoeft niet eens het water uit. Ze mag snel weer zwemmen. Ik ben dik tevreden, was ook weer hard aan een vis toe. De dag kabbelt rustig naar een einde.