Op zoek naar Megasnoek - (deel 41)
door Co Sielhorst
23 november 2002.
Ik ben het ritme kwijt. Nog voor ik een beetje greep heb op het water krijg raakt alles in de war. Vanaf hier kan ik twee kanten op. Kant één, laten schieten lijkt wat flauw. De laatste jaren ben ik gewend om een ingeslagen weg te vervolgen tot er resultaat komt. Dat kan ik nu ook doen. Er zwemt zeker nog megaformaat rond. Ik ben er nog niet uit.
Vrijdagavond zet ik ook wat baars en brasem naast de vriezer. De makreeltjes, waar ik zo blij mee was, beginnen aardig op te raken. Er zijn wat plannen de mist in gegaan. Daardoor kan ik niet goed oordelen over de doelmatigheid van makreel als aas. Twaalf kilo makreel heeft ongeveer twaalf kilo snoek op de kant gebracht. Ik weet niet of ik daar tevreden mee moet zijn. Weinig gevangen dus en zoals ik nu bezig ben ook niet veel uitzicht op spetterend avontuur. Als dit soort gedachten door mijn hoofd woelen moet ik dan doorgaan op de ingeslagen weg? Tijdelijk ander water proberen misschien? Ik weet het even niet.
Ik duik veel te laat mijn nest in. Slaap als een blok. Verdwijn gewoon in een rustgevend, droomloos, diep, zwart gat. Een half uur voor de wekker ben ik er weer. Klaarwakker en glashelder. Ik ben er uit. Letterlijk en figuurlijk. Dat half uur kan ik wel gebruiken. Ik zal misschien even naar een toegankelijke plek moeten zoeken.Misschien kan ik nog voor de zon op komt aan het water staan. Het is een flinke plas, meer dan honderd vijftig hectaren. Ik heb hier al lang tegenaan zitten hikken. Deze plas speelt samen met nog twee grote wateren al een poosje door mijn hoofd. Het is tijd voor schaalvergroting. Nieuw avontuur. Een nerveuze trilling van een ooglid bij een aanbeet. Bevende handjes onder een dril. Weke knieën bij een eerste aanblik. Dat zoek ik. Waar dat ineens allemaal vandaan komt weet ik ook niet maar de onrust van de laatste weken is nu over. Een soort ontwikkeling die even gehaperd heeft. Ineens zie ik weer helder, de knoop is doorgehakt. Ik kijk niet meer achterom om een doel te zoeken.
Het is nog schemerig. Ik kom op de laatste kruising aanrijden. Hier moet het ergens zijn. Ja, ik zie water in de verte. Er is genoeg parkeergelegenheid. Ik kijk even rond. Weinig ruimte om te vissen langs deze oever. Ik heb in het verleden wel eens aan de overkant gezeten. Prettige diepte kan ik me nog herinneren. Het is nog te donker om te kunnen zien waar ik gezeten kan hebben. Ik moet aan de overkant zien te komen. Ik ben er eerder geweest maar dat is lang geleden. Ik spring weer in de auto. Twee keer rechtsaf en een paar minuten later sta ik aan het begin van een pad. Ik zie water maar ook een enorm hoog hek. Een vriendelijke fietser helpt me op weg. Drie honderd meter verderop loopt er nog een pad naar het water. Daar zijn grote open plekken vertelt de man.
Ik vind het pad en sjor zoveel mogelijk bagage op de kar. Licht als een veertje rollen mijn spullen achter me aan. Wel even wat anders dan het gezeul door een weiland. Het eerste gaatje dat ik tegenkom is wat klein. De lange hengels kunnen hier niet achterover voor een uithaal. Bij de volgende twee plekken loopt de rietkraag wat ver door. Iets te weinig ruimte om twee hengels door te prikken. Dan loop ik ineens tegen een prachtige stek aan. Gave grasmat, een zee van ruimte en een opkomende zon. Snel een hengel eruit en kijken hoe diep het hier is. Met een klein worpje kom ik al aan negen meter.
Hier kan het. Een hengel met een baars en aan de andere een brasempje. Ik voer royaal stukken makreel over de hele stek. Na een paar uurtjes kruipt de zon over de bomen links van me. In een aangename gloed op een driesterrenstek. Wat een rust en een ruimte. Zeshonderd meter verderop is de dichtstbijzijnde oever. Ik kan zonder kijker niet eens zien of er iemand zit. Een vis vangen zal hier nog niet meevallen. Dat wordt een speld in een hooiberg. Het is wel een hele mooie hooiberg. Ik ga het zoeken zo prettig mogelijk maken. Daar zal het grootste deel van de tijd uit gaan bestaan die ik hier door ga brengen.
Misschien moet ik hier eens een dag met de kano rond gaan kijken. Er is hier veel oever niet te bereiken vanaf de kant. Voor een goede indruk van dit water zal ik zeker een hele dag nodig hebben. Meestal is een dergelijke investering heel erg lonend. De zon zakt aan de overkant in dreigend zware bewolking. De aangekondigde regen is onderweg. Het wordt snel donker. Ik heb nog geen tipje van de sluier gevonden, toch pak ik met een goed gevoel in.
Noot van de redactie; Dit was de 100e bijdrage van Co Sielhorst voor Total Fishing. Komende week gaat 2 man van de redactie aan hem de geschreven (e-mail)reacties van de lezers overhandigen. Co zal daar eveneens komende week in een apart artikel op reageren en daarin tevens bekend maken wie bij hem op kosten van Total Fishing een hengel naar keuze kan laten bouwen…..Wij vinden dit toch wel uniek, hoe je als lezer en auteur tegenwoordig zo met elkaar kunt communiceren…