Op zoek naar Mega-snoek! - (deel 11)
door Co Sielhorst
Megasnoek 11
28 februari, laatste dag van het snoekseizoen. Het vriest de hele dag. Ik zit weer op de eerste stek waar ik deze winter begonnen ben. Ik vis diep omdat het de afgelopen week erg koud is geweest, op zeven en elf meter met grote aasvissen.
Actief vissen laat ik vandaag maar zitten, even geen zin in die maffe kleine. Alles of niets vandaag. Melancholiek gevoel, er loopt een periode ten einde. De inzet was hoog, ik heb er alles aan gedaan. Mooie vissen gevangen, echter nog niet die megasnoek. Ik zal in de komende weken misschien nog wel een keer met dood aas vissen. Snoekbaarzen mag nog tot eind maart, dus wettelijk gezien valt hier niets tegen in te brengen, maar als de temperatuur stijgt hou ik er een poosje mee op. De paaitijd komt dan snel dichterbij dan laat ik ze met rust. Ook in de periode daarna als ze van die grote klus moeten herstellen hebben ze van mij geen last. Als de zomer ver gevorderd is ga ik weer nieuwe plannen maken.
Halverwege de dag besluit ik naar een ondiepe hoek te verkassen. Er staat maar vier meter water. Een gok maar ik blijf hier de rest van de dag zitten. Rond iedere stengel die het water raakt zitten kleine klontjes ijs, door de pittige wind kabbelt er steeds water overheen waardoor ze steeds dikker aanvriezen.Eerst even kijken hoe het hier is met de plantengroei op de bodem. Een peilloodje onder de dreg werkt perfect. Staan er planten dan blijft de dreg hangen. Dat is goed te voelen op de hengel. Bij de eerste worp kom ik geen weerstand tegen. Nog een worpje de andere kant op, nu blijft de dreg hangen, hier is het niet zo schoon geloof ik. Ik zet wat druk op de hengel om de dreg los te trekken, dat zit goed vast. Ineens begint er iets terug te trekken, zou het lood gepakt zijn? Het is me eerder overkomen. Ik sta dus ineens met een vis aan de haak, iets meer lef, laat je maar eens zien. Als de vis op gang probeert te komen voel ik dat er iets fout zit. Constant die schudbeweging geeft aan dat ik een vis in de staart gehaakt heb. Ik vermoed dat een ongelukkige karper mijn pad gekruist heeft. Het is maar vier meter diep maar na een paar minuten heb ik nog steeds niets gezien. Ik voer de druk nog iets meer op, dan komen een paar donkere staartlobben aan de oppervlakte. Wat een klus, voor mij mag hij rustig los gaan nu ik weet wat het is, even wat speling geven, nee hoor, die haak zit goed vast. Een karper in zijn achteruit naar het net brengen duurt erg lang, als de vis uiteindelijk in het net ligt zie ik ook waarom. Een schitterend gebouwde schubkarper, iets ingevallen buik dus dertig pond zal hij wel niet halen. De haak zit in de bovenste vinstraal van de staart. Even wegen, zesentwintig pond, snel terug dat beest. Ik ben al zolang bezig zonder handschoenen. Het landingsnet verandert acuut in konijnenhokgaas, stijf bevroren. Nog voor ik een hengel ingegooid heb al twee totaal vernielde handen, jezus wat doet dat zeer. Hoe sneller ik ze probeer op te warmen hoe pijnlijker het wordt. Ik hou ze daarom een poosje in het koude water, dat helpt, de pijn zakt af en gaat langzaam over in een weldadige gloed, de rest van de dag geen koude handen meer gehad. Als aan het eind van de dag de rechterdobber langzaam weg schuift vind ik dat ik het ruimschoots verdiend heb. Een fraaie dikke dame van net geen meter geeft goed partij en gaat zonder poespas direct weer terug.
De karper heeft een brug geslagen. Naadloos overschakelen op karper. Ik ga niet beweren dat ik een karper gevangen heb vandaag. Dit was gewoon een ongeluk, heeft niets met vissen te maken. Zo wil ik geen vis vangen. Ik heb er wel van geleerd. Hier houdt de karper zich op, daar wil ik nog wel meer van weten, wat een prachtvis. Ik ga er werk van maken. Als de temperatuur deze week oploopt, zoals voorspeld, gaat er een voercampagne van start. Dit ongelukje zet de deur open naar andere avonturen. Megasnoek gaat verder, maar nu wordt het tijd voor karperpassie.
Het snoekseizoen is afgelopen en Co moet tijdelijk de jacht op zijn megavis stoppen. Het is hem nog niet gelukt en niemand die hem dat kwalijk neemt. Het is immers een bijna onmogelijke opgave die hij zichzelf stelt: een vis van boven de 1.25 meter en meer dan 35 pond. Er moet altijd iets te wensen blijven anders is de “drive” snel verdwenen. Toch leverde hij weer een prachtige prestatie om vanaf 1 januari enkele vissen boven de 1.15 m te vangen. De grootste tot nu toe 1.17 m. en 29 pond. In de loop van de zomer zal hij zijn jacht voortzetten en kunnen wij allemaal weer meegenieten van zijn visbeleving, zonder opsmuk en daardoor juist zo puur en boeiend. Vanaf volgende week gaat Co verder met zijn “oude stiel” genaamd: Karperpassie…