Materiaal voor zeebaars
door Benny Muizelaar
De zeebaars is een van de mooiste sportvissen langs de kusten van onze lage landen. De vis wordt onvoorspelbaar genoemd; moeilijk te vangen en wordt ook door veel sportvissers als een uitzonderlijke gelukstreffer gezien tijdens een strandsessie of een andere visserij zoals het vissen op geep. Wie zich echter verdiept in de vis merkt dat ook de zeebaars zoals andere baarsachtigen een voorspelbaar aasgedrag heeft. En dat het vooral doorzettingsvermogen vergt om deze voorspelbaarheid te gaan begrijpen.
Benny in zijn element
Wanneer vissen we op zeebaars?
Vanaf mei tot eind november bij een watertemperatuur van 10 tot 12 graden komt de zeebaars vanaf de Atlantische Oceaan en de zuidelijke Noordzee steeds meer noordelijker. Hoe hoger de watertemperatuur, hoe meer de vis naar het noorden opschuift. In deze periode zijn de vissen mager na een lange reis en de voorafgaande paaiperiode. Dit maakt dat ze vaak zeer agressief azen op alles wat in hun nieuwe territorium voorhanden is.
Vanaf de kust
Vanaf de kant zijn er zeer veel stekken langs de kusten der lage landen die de moeite waard zijn om te bevissen. Deze stekken zijn veelal goed te herkennen. Kolkend water bijvoorbeeld, strekdammen, paalhoofden, sluizen, brugpijlers, ondiepe zandplaten, havenhoofden en stroomravelingen. Stroomravelingen zijn onder water gestorte zinkstukken of steenstorten die de stroming op deze plaatsen afremmen en keren, waardoor er perfecte omstandigheden ontstaan voor de zeebaars. Een zeer gekende stroomraveling is te vinden bij Westkapelle aan de oude pier voor het oude huisje van de reddingsdienst. Eveneens bij de vele mossel- en oesterpercelen, en op al de plaatsen waar de vele meeuwen en sterns vechten voor hun deel van de buit.
Vanuit de boot
Vanaf de boot zijn veelal dezelfde stekken te bevissen als hiervoor genoemd, maar dan vanuit een andere -veelal iets gunstiger- hoek waarbij het vastraken van aas of kunstaas beter te controleren is. Hiernaast is er de visserij op de vele wrakken voor de kust en op de Oosterschelde en Westerschelde.
Materiaal voor de kustvisserij
We dienen dit onder te verdelen in vier verschillende vistechnieken.
Strandvissen: het vissen met aas nabij alle eerdergenoemde plaatsen geschiedt meestal met de strandhengel. Hierop zetten we een goede zeemolen, voor het afstandwerk zijn de modellen met conische spoelen het meest geschikt. Deze hengelcombinatie kunnen we eveneens gebruiken voor diverse plaatsen waarbij op grote afstand dient te worden gevist. Meestal wordt hier gebruik gemaakt van een verenpaternoster of ander kunstaas.
Spincasting: een visserij met een lange spinhengel van 3.00 m. tot 3.60 m. met een stevige body en een werpvermogen van 10 tot 30 gram of een met een vermogen tot zo’n 60 gram. Uw keuze zal afhangen van de gebruikte kunstaassoorten en de omstandigheden waarin u de zeebaars gaat bevissen. Op de spinhengel plaatsen we een goede medium size spinningmolen met een perfecte slip.
Plughengel: een hengel met een goede topactie en een werpvermogen van 40 tot 80 gram. Lengte 2.70 m. tot iets boven de drie meter, met hierop naar wens een goede spinmolen of, voor het jerkbaitvissen bijzonder doeltreffend, een reel. Zelf geven wij de voorkeur aan een niet te lange hengel aangezien wij hiermee een betere controle hebben op de pluggen of jerkbaits op de noodzakelijke werpafstand. Heel vaak zie je mensen op grote afstand vissen, op plaatsen waar wij met de boot juist naar de kant toe werpen en waarbij de boot slechts op 1 meter water voor anker ligt. Wij vissen hier slechts over afstanden van 30 tot 40 meter richting de oever.
Vliegenhengel: een 9 ft Aftma 8 hengel met voldoende body om ook onder vaak minder ideale omstandigheden de lijn te werpen. En krachtig genoeg om een van de sterkste vissen van onze Noordzee en aangrenzende wateren te drillen en veilig te landen. Als vliegenlijn nemen we een floating type met sinktip, of een verzwaarde tip met leadcore leaders, of een snelzinkende lijn voor het vissen tegen brugpijlers zoals de Zeelandbrug.
Aas en kunstaas
Als meest gekende aassoorten kennen we de zagers, krabben (zacht en hard), zeebliek, zandspiering, inktvis, makreelstrips of voor de specimen-jagers een hele makreel.
|