**KLAAR**          Kleine           wrakken, grote kabeljauw

Kleine wrakken, grote kabeljauw

Wrakvissen wordt (nog) steeds populairder. Ergens logisch want juist rond die grote bonken roest, daar ergens gelegen in die donkere koude Noordzee huizen die nog echt zware kabeljauwen. Het hoeft weliswaar geen betoog dat het zeker hier in onze Noordzee ronduit slecht gaat met vriend kabeljauw. Maar ondanks dit alles, zwemmen er toch best nog wel wat dikke “yes-babies” rond. Hoe en waar we de beste kans maken om toch nog zo’n super gul te kunnen vangen lees je in het volgende artikel.

                       

Een echte supervis

Het klinkt misschien gek, maar over het algemeen herbergen de juist kleinere wrakken vaak veel meer grote gul dan wordt verwacht. Begrijpelijk, als je weet dat juist die grote bonken roest 7 dagen per week 24 uur in de warnetten staan. De kleinere wrakken zijn over het algemeen moeilijker te bevissen dus aantrekkelijker voor juist grotere gullen.

Wrakvissen heeft iets speciaals! Je weet uiteindelijk nooit wat je kan verwachten. Natuurlijk vang je in het winterseizoen alleen maar gul en steenbolk, maar tijdens de zomervisserij worden er ook regelmatig dikke zeebaarzen, ponen en niet te vergeten mooie tarbotten en grote pollakken gehaakt. De komende maanden moeten we het dus doen met vriend kabeljauw. In de regel vangen we de zwaarste gullen zo rond eind februari. Prachtige dikke beren, die werkelijk voor supersport zorgen. Tot eind maart en zelfs begin april nog, maken we kans op grove gullen. Daarna trekken ze weer weg naar het noordelijk deel van de Noordzee.

Materiaal
Wrakvissen kunnen we verdelen in twee catagorien. Meestal wordt er vanaf een logger driftend gevist met natuurlijk aas. Een hengel van pakweg drie meter voldoet hier dan ook prima. Anders is dit als we vanaf een geankerde boot met kunstaas vissen. Deze techniek vergt veel meer van ons lijf, omdat we ons kunstaas de gehele dag zo aantrekkelijk mogelijk aan willen bieden. Een korte hengel met een lengte tussen de 130 en 180 cm. is hier dan ook perfect op zijn plaats. Voordeel van deze korte hengels is dat je de gul makkelijker kunt drillen zonder dat je je rug te veel overbelast. Iedere dreun die vriend kabeljauw op de top van je hengel geeft wordt namelijk via je arm naar de onderkant van je rug getransporteerd. Oke, het maakt niet echt veel uit als je weinig vis vangt. Maar op die dagen dat ze echt “los” zijn, ben je met een (te) lange hengel echt in het nadeel!

                       

De juiste hengel is belangrijk

Gebruik in beide gevallen een stevige zeemolen en kies voor een dyneema lijn. The good old nylon lijn, vangt zeker tijdens een felle getijdestroom net even te veel druk, waardoor je je pilker nauwelijks goed aan kunt bieden. Neen, een relatief dunne dyneema lijn is tijdens deze visserij dan ook zondermeer een must. Maar goed eerst even de molen. Kies een stevige molen met een trage overbrenging. Zelf gebruik ik of een Daiwa Gold (GS9) of de Shimano Ultegra 10.000. Twee topmolens die beide zijn voorzien van een dikke as. Belangrijk, omdat er tijdens de dril een enorme druk op deze as komt te staan. Stop uit voorzorg altijd een reserve molen in je viskoffer. Beter mee als om verlegen nietwaar…. Een dyneema lijn van maximaal 35/00 mm. is ruimschoots voldoende om de zwaarste gullen te kunnen landen.

Teaser.
Uiteraard gebruiken we voor deze visserij een gewone al dan niet geverfde pilker. Je kan het allemaal net zo mooi maken als jezelf wil. Toch zijn er speciale dingen aan te bevelen. Gebruik, zeker als de vis er niet dik zit, altijd een teaser.

                       

 

                       

 

                       

Dit kan bijvoorbeeld een twister of een fel gekleurde muppet zijn. Het gaat er om dat juist dit kleine stukje kunstaas net even anders door het water gaat dan die gebruikelijke “lood-pil” Al heel wat zware gullen sneuvelden aan deze kleine stukjes kunstaas. Teasers kun je heel eenvoudig aanbieden. Neem een stuk nylon van 60/00 mm. met een lengte van circa 120 cm. Maak aan een kant een lus doormiddel van een dubbele knoop en zet aan de andere kant een wartel. Knip de lijn in het midden door en zet er een driewegwartel tussen. Maak een (maximaal 15 cm. lange) zijlijn aan het buitenste oogje van de driewegwartel en zet daar de teaser aan. Eenvoudiger kan het niet! Gewoon thuis lekker op je gemakkie een serie van deze “onderlijnen” knopen! Om ellende te voorkomen vervoer ik ze gewoon in een onderlijnenmap. Vriend gul heeft een grote bek, dus kies dan ook voor een grote haak. Een 7/0 of 8/0 is dan ook beslist niet overdreven! Kies je voor een muppet, gebruik dan gewoon een dreg inplaats van een enkele haak. Zelf gebruik ik forse 7/0 dreggen van Eagle Claw of Mustad. Tijdens gesprekken met enkele duikers werd duidelijk dat kleuren op een diepte van circa 10 meter al vervagen. Typisch, want het zou daarom dus eigenlijk niets uit moeten maken voor welke kleur je kiest! Toch heb ik zelf verreweg de beste ervaringen met de kleuren geel/oranje – groen/geel en fluo rood. Pilkeren wordt in de wandelgangen nog al eens afgedaan als een mazzelvisserij. Nou, geloof me niets is minder waar. Pilkeren is gewoon een kunst. Zo is het namelijk van het grootste belang dat je je pilker zo dicht mogelijk over het wrak laat “dwarrelen”. Een kunst apart, want zeker in het begin zal je zien hoe snel je pilker in het wrak vastloopt. Je moet een “vaste loop” zien te vinden. Heb je die gevonden, dan ga je pas vis vangen. Je moet als het ware je pilker gewoon over het wrak begeleiden, daar gaat het om. Heb je die truc eenmaal door dan komt de rest vanzelf. Heel belangrijk is dat je ook met loodgewichten “speelt”. Loopt er bijvoorbeeld een felle getijdestroom, dan moet je je loodgewicht aanpassen, tenminste als je de pilker zo dicht mogelijk bij het wrak wilt aanbieden. Want daar liggen die beren, lekker uit de stroming te wachten op hun maaltijd. Wordt de stroom langzaam minder, dan kun je wat lichtere pilkers gaan gebruiken. Voor mij de mooiste momenten van een tij, omdat juist die lichte pilkertjes (tot max. 100 gram) vaak lekker vol worden genomen!

Op die dagen dat de vis los is maakt het nauwelijks uit hoe je pilker over een wrak dwarrelt. Dan pakken ze hem toch wel! Verspelen doe op die momenten ook vrijwel niets omdat je pilker meestal tijdens het zakken al gepakt wordt. Om de pilker goed op diepte te brengen is het (zeker tijdens een felle stroom) dat je enigszins uptide vist. Belangrijk is dat je voor je eigen gevoel zo uit kient dat je pilker zo dicht mogelijk over het wrak loopt. Haal op dat moment de pilker langzaam iets omhoog. Doe dit echter altijd met korte halen en til je hengel niet te hoog op. Gewoon haaltjes van 20 hooguit 30 cm. zijn meer dan voldoende om je pilker het juiste effect mee te geven!

                       

Goed laten dwarrelen geeft resultaat

Beste momenten
Zoals ik net al even aanhaalde maak je de beste kansen op het moment dat het tij niet al te fel is. Vis je van laag naar hoog water, dan maak je de beste kansen op het moment dat de eerste stroom loopt tot pakweg twee tot drie uur voor hoog water. Vissend van hoog naar laag water maak je beste kans op het moment dat de ebstroom net gaat lopen tot ver in het lage water. Let er altijd op dat je het gewicht van je pilker aanpast aan de stroomsterkte. Zoals bekend hebben we een 14 daagse cyclus van dood- en springtij. Tijdens het dode tij heb je in de regel (veel) minder last van de getijdestroom dan tijdens een springtij. Houdt hier dus even rekening mee als je van plan bent een vistrip te boeken. De mooiste dagen heb je als het verschil tussen hoog en laag water niet al te groot is. Kijk hiervoor in de rubriek Getijdentabel op Total Fishing voor de allerlaatste actuele informatie!

Vele soorten kunstaas.
Zoals bij iedere tak van de roofvisserij heb je ook hier een uitgebreide kunstaas collectie. Net haalde ik al even aan dat kleuren op een bepaalde diepte gewoon vervagen. Je zou dus zeggen dat de kleuren die we gebruiken niet van belang zijn. Mijn favoriete kleuren heb ik al even aangegeven, maar ik denk dat het een kwestie van vertrouwen is. Koop en probeer eens een stel kleurtjes uit en je zal zien dat bepaalde kleuren toch weer net even meer vis opleveren. Mijn pilkers verf ik in de regel helemaal niet. Natuurlijk kun je in de meeste winkels de mooiste pilkers in de meest opvallende kleuren kopen. Totaal niet belangrijk Een gewone goedkope loodkleurige pilker vangt minstens net zo goed als een dure mooi geverfde pilker met kunstogen! Alleen het verschil in prijs is duidelijk merkbaar.

                       

Een prachtige Noordzeevis

Tot slot nog even wat tips:

- Zet aan je dyneema hoofdlijn altijd een stevige speldwartel. Hieraan kun je de onderlijn met de teaser makkelijk bevestigen. - Maak je vis ook ’s-winters altijd zo snel mogelijk schoon, hiermee voorkom je dat de lange dunne wormen het vlees aantasten. - Pak de dreggen van je pilkers altijd goed in! Je kunt ze onderste boven ophangen in een emmer, maar je kunt de dregpunten ook afschermen doormiddel van een stukje piepschuim. - Verwijder de pilker tijdens het varen. Een los dwarrelende pilker is echt levensgevaarlijk! - Boek je vistrip op tijd. Veel kleinere snelle boten zijn nu al volgeboekt voor het volgende seizoen. Probeer indien mogelijk altijd met een vaste groep vissers te boeken! - Zorg ervoor dat je genoeg materiaal bij je hebt!

Gul ze!