**KLAAR** **KLAAR**              Megasnoek               67

Megasnoek 67

door Co Sielhorst

3 januari 2004.
Oudejaarsdag is traditioneel

               
visdag. Ik kies dit keer voor een nieuw water. Een tip van Willem. Sfeervolle strang langs de rivier. Ik ga er vooral heen voor de rust. Langs de plas waar ik de laatste tijd veel vis is het rond deze tijd van het jaar altijd erg onrustig. Een visparaplu is natuurlijk een prachtig mikpunt voor voorwerk. Daar heb ik even geen zin in. Daarom valt het even tegen als ik bij het water aankom. Er staat een rare slungel rotjes af te steken. Allemaal lullig spul maar die gast is helemaal gebiologeerd door die pangetjes. Ik werp een vernietigende blik in zijn richting. Het boze oog lijkt te werken. Eindelijk rust in de tent. In de verte lijkt het Bagdad wel maar dat stoort me niet zo.

 

Het is een leuk overzichtelijk water. Een paar snelle worpen met een peillood maken duidelijk dat drie meter de maximale diepte is. Hier moet het gebeuren. Snel die hengels erin en wat vis op de stek schieten. Het is een magere drie graden met een vinnige oostenwind. De plu moet erachter. Ik prik hem stevig vast is de taaie rivierklei.

Er gaat een uurtje voorbij. Ineens verschijnt er een hele mooie snoek in de oppervlakte. Nog geen meter achter de dobber. Dat geeft moed. Een kwartier later schuift er een kleinere vis voor de dobber langs. Dat wil natuurlijk nog lang niet zeggen dat er vandaag een uitkomt. Een snoek aan de oppervlakte is nog lang geen snoek die mijn aasvis op gaat pakken. Dan staat plotseling de lijn van de linkerhengel strak, springt onder het elastiekje uit en begint langzaam van de molen te kringelen. Ik haal meteen uit maar is mis de vis. Even naar de aasvis kijken. Mankeert helemaal niets aan. Snoekbaars dus.

De hoop leefde behoorlijk op na de twee snoeken in de oppervlakte. Toch gebeurt er verder helemaal niets meer. Tegen het eind van de middag wordt het heel somber. Het gaat ook harder waaien. Er strijken duizenden ganzen neer aan de overkant. Ze maken een oorverdovend kabaal als er steeds weer nieuwe groepen aankomen. Aan de overkant wordt de kabbel verstoord, weer een snoek zo te zien. Ze zijn erg actief vandaag. Waarom krijg ik dan geen aanbeet? Het kan twee dingen betekenen. Ze kennen dood aas al veel te goed of ze hebben het nog nooit gezien. Voorlopig ga ik van het laatste uit. Ik voer de rest van de vissen en ga in de schemering inpakken. Ik kijk nog één keer om als ik de tas om mijn nek hang. Weer golft er een snoek langs de oppervlakte. Ze zwaaien me uit denk ik.

Na een bruisende jaarwisseling, zonder knallende koppijn de volgende dag, gaan mijn gedachten alweer uit naar de eerste snoekdag. Het wordt de strang weer met de springende snoeken. Ik hoop dat het strooien met vis wat op gaat leveren. Zaterdagmorgen kom ik de dijk op. Het is bitter koud geweest afgelopen nacht. Het verbaast me dus niet dat het hele water dichtgevroren is. Jammer. Het water ligt teveel in de luwte.

Wat nu? Ik denk er niet te lang over na. Het is weer een heel eind rijden maar de keus valt op een diepe plas. Lastig water. Het valt niet mee om er een snoek te vangen. Zelfs een kleintje laat hier lang op zich wachten. Ik laat me niet gek maken en ga niet jakkeren naar het volgende water. De wandeling wordt hier een stuk korter als het flink vriest. Het ijs op het slootje is begaanbaar. Ik kan er zonder problemen overheen. Ik ben een uur vistijd kwijt geraakt vandaag. Eindelijk gaan de aasvissen te water. De voorn aan de afstandhengel dwarrelt naar beneden. De gevlochten lijn kringelt van de molen. Ik tel zachtjes mee. Vijftien, zestien, zeventien… bij eenentwintig krijg ik argwaan. Ik draai de lijn strak er geef een haal. Die hangt, onderweg gepakt. Ik voel meteen dat het niets bijzonders is. Niet zeuren, het is een vis, dat is hier heel netjes. Bij de kant zie ik tot mijn verbazing dat het een baars is. Twintig centimeter voorn bungelt uit die grote gulzige bek. Het is een kanjer. Jammer natuurlijk dat ik hem met dit materiaal vang. Goed om even in het geheugen op te slaan. Plekken waar baarzen van een halve meter voorbij komen zijn niet dik gezaaid.

                                                                       

Er staat gelukkig weinig wind. Ik heb alles uit de kast gehaald om het vandaag draaglijk te houden. Zelfs de handschoenen heb ik de hele dag al aan. Tegen het eind van de dag is duidelijk te zien dat het weer pittig koud wordt als de zon zakt. Het water is veel warmer dan de lucht. In de stille hoek rechts van me kringelt de damp omhoog langs het riet. Met de minuut wordt het mistiger. Ik kijk achter me. Ook boven de besneeuwde weilanden groeit de witte deken steeds verder aan. In de spookachtige nevel wordt het ijzig koud. Ik heb nog de nodige moeite om de weg terug te vinden naar de auto. Het zicht is hooguit een paar meter.Tot mijn opluchting hangt de dikke wolk vooral rond de plas. Onderweg is het redelijk helder.

ANDEREN LAZEN OOK

image description
Co Sielhorst stopt met wekelijkse column Total Fishing
Total Fishing Import -
image description
Megasnoek 166
Total Fishing Import -
image description
Megasnoek 165
Total Fishing Import -