Killing fields
door Willem Stolk
Het is donderdagavond 11 oktober j.l. Mijn kinderen hebben morgen vakantie en ik spreek met mijn zoontje Kay af, dat hij de volgende dag mee de Waal op mag, om vanuit de boot te gaan vissen. Dat hij deze dag nooit zal vergeten is zeker!
Het is pas de eerste keer dat hij mee de rivier op mag. Dit komt omdat deze rivier erg ruig is, met veel stroming en schepen. Na lang wachten is het dan zo ver, we staan om halfzeven op om bij het krieken van de dag aanwezig te zijn. De weerberichten zijn goed, dit kan niet meer stuk…
Eenmaal aangekomen op onze trailerstek zie ik nog een auto aan de waterkant staan. Ik stap uit om te kijken wie er ook zo vroeg is, en tot mijn verbazing zie ik een aggregaat achter de auto staan. Een bang voorgevoel maakt zich van mij meester. Elektrisch vissen op snel stromend water, dat kan toch niet waar zijn?
De moordmachine staat klaar…
Plotseling duikt uit het schemer een schim op, hij zegt niets en gaat in de auto zitten wachten. Snel pak ik mijn camera om wat foto’s van de situatie te maken. De flitser van mijn camera doet de man achterom kijken. Ondertussen komt er uit het niets een boot richting oever, een tweede man stapt aan wal en zonder iets te zeggen, sjouwen ze het aggregaat de boot in, en verdwijnen ze in de ochtendnevel.
Kay mijn zoontje voelt dat er iets niet pluis is en vraagt, “Pa wat is er?” “Niets”, zeg ik, maar opnieuw vraagt hij, “Papa wat is er nou? “. Ik vertel hem dat de mannen elektrisch gaan vissen en dat ik ze wil volgen om enkele foto’s te maken. We laten onze boot te water en volgen de beide heren.
Jullie zullen het misschien niet geloven, maar ik had gewoon pijn in mijn buik, omdat ik wist wat ik zou gaan zien. Tijdens onze tocht achter de “vissers” aan keken zij steeds achterom. Het kon mij echter niets schelen, ik bleef volgen. Na een kwartiertje kwamen ze bij hun stek, een kribvak met een uitmonding in een strang. Ze vulden het aggregaat met benzine, deden hun gehoorbescherming op en het apparaat werd gestart. Ondanks hun afkeurende blikken bleven we in de buurt.
Ze gebruikten een net met een handvat van ongeveer 2.5 meter lengte bestaande uit een ijzeren ring met daaraan het net. Het handvat is van hout en daar doorheen loopt een stroomdraad. Het net ging het water in, de man roerde door het water en bonkte tegen de stenen.
Het net ging het water in en bonkte tegen de stenen…
Al snel kwam er paling en witvis boven. De paling werd opgeschept en ging de boot in. In een rap tempo struinden ze de kanten af en er werd volop paling gevangen. Regelmatig zag ik grote vinnen bovenkomen van snoek, snoekbaars, baars en brasem, ze schepten deze vissen natuurlijk niet op, ik was namelijk foto’s aan het maken. Vooral bij de koppen van kribben steeg mijn het bloed naar het kookpunt. De vissen die verdoofd waren dreven met de harde stroming mee. Een lang lint van verdoofde vis draaide in het rond en werd meegesleurd.
Deze snoek konden we, volledig verdoofd, nog net uit de hoofdstroom redden. Of zij het zal redden is maar zeer de vraag…
Een stuk verder konden we nog net een mooie snoek scheppen die volledig gedesoriënteerd was. Na een tijdje reanimatie in rustig water leek hij voldoende opgeknapt om hem de vrijheid terug te geven. Het is maar zeer de vraag of de meegevoerde vissen zich hiervan nog kunnen herstellen en wie weet wat er dan met ze gebeurd, een scheepsschroef, meeuwen, god zal het weten, maar het is in ieder geval verschrikkelijk.
Op een rustig gedeelte werd de vis telkens overgeschept in een grotere boot…
Ondertussen waren er twee uren voorbij gegaan, mijn zoontje wilde vissen en ik gaf gevolg aan zijn wens. Ik vaarde terug naar de overkant en we begonnen te vissen. Ik betrapte mezelf op het feit dat ik telkens naar de overkant keek, mijn dag was verpest. De boot met “vissers” kwam weer terug, ik volgde en zag dat de paling werd overgeschept in een andere “bulkboot”. Hierna gingen ze verder, op weg naar de volgende kribben.
Ik kon het nog steeds niet geloven. Elektrisch vissen door de beroepsvisserij op stromend water is geen vissen, het is onaards, het is Killing fields. Fuiken, daar kan ik nog mee leven maar dit, dit gaat echt te ver. De vissen hebben geen schijn van kans, alles komt boven en als het niet boven komt dan zinkt het af naar de bodem. Kleine baarsjes gaan dood en kleine vis gaat met de harde stroming mee en wie weet wat er nog meer aan organismen wordt vernield. Ik heb geprobeerd mijn woede te temperen om mijn zoontje toch een leuke dag te schenken. Gelukkig ving hij een tweetal vissen en was tevreden maar wie geeft in godsnaam toestemming om deze manier van “moorden” legaal te maken?
Noot van de redactie. Door ons is de O.V.B. en de N.V.V.S. gevraagd om een reactie op bovenstaand verhaal. Daarna heeft de redactie contact opgenomen met dhr. D.J. Stellingwerf, lid Tweede Kamer en tevens woordvoerder visserijbeleid voor de fractie van de ChristenUnie, die adequaat reageerde op deze misstanden, en reeds vandaag (18 oktober) een aanvang maakt om deze ontwikkelingen binnen de beroepsvisserij aan de kaak te stellen.
Reactie van de O.V.B. door dhr. T. Vriese:
“Het vissen met elektriciteit is op zich een goede methode omdat er zeer selectief gevist kan worden. Er is geen sprake van onbedoelde bijvangsten mits de methode op de juiste manier wordt uitgevoerd. Door de O.V.B. is daarvoor dan ook een cursus opgestart voor de beroepsvisserij, waar zij een certificaat kunnen halen. Wanneer er volgens deze uitgangspunten wordt gevist, zullen nadelige effecten voor de overige vissen nauwelijks optreden. Problemen zoals in het artikel van Willem Stolk worden geschetst kunnen ontstaan wanneer de beroepsvisser gebruik maakt van te hoge amperages, om meer paling tussen de stenen vandaan te krijgen. Daarvan worden met name de grotere vissen, zoals snoek het slachtoffer. De schok is dan zo hevig dat er beschadigingen aan de ruggengraat kunnen optreden. Er bestaat geen regelgeving voor wat betreft het gebruik van het vermogen tijdens het vissen. Op dit moment is er tegen deze manier van vissen niets te doen en zijn we afhankelijk van de goede wil van de desbetreffende beroepsvissers. Het aanspreken van de beroepsvisser op zijn gedrag is wellicht de enige oplossing”.
Reactie van de N.V.V.S. afdeling Visserij en Visstandbeleid door Marco Kraal:
“Elektrisch vissen is in principe een selectieve methode voor het vangen van aal. Ook wordt het elektrovisapparaat vaak ingezet tijdens visserijkundig onderzoeken in de oeverzone. Zelf heb ik in het verleden regelmatig bemonsteringen uitgevoerd met dit apparaat waarbij telkens weer opviel dat de sterfte van bijvangsten zeer laag was. Alleen wat jonge baars en pos wilden nog wel eens het loodje leggen. Ik heb echter alleen ervaring in kleinschalig en stilstaand water. Voor wat betreft stromend water kan ik me goed voorstellen dat er met hogere stroomsterktes wordt gevist om de aal uit de basaltblokken te krijgen. Aangezien het effect van het elektrisch vissen (de verdoving) toeneemt met het formaat van de vis, kunnen grote vissen als snoek bij een te hoge stroomsterkte een enorme opdonder krijgen. Afgezien van de directe schade die de vissen hiervan ondervinden is het niet ondenkbaar dat vissen die elektrisch verdoofd zijn en die vervolgens door de stroom worden meegevoerd zich minder goed kunnen herstellen waardoor een verhoogde sterfte ontstaat. Dit effect kan worden versterkt doordat op stromende wateren in tegenstelling tot stilstaande wateren vaak veel frequenter elektrisch wordt gevist. Waarom? In stilstaand water, waar de vis plaatsgebonder is, wordt de aanwezige aal gevangen en ontstaat bij de overgebleven vissen een soort van “elektrodressuur”, hierbij herkennen de aanwezige vissen het met het elektrovisapparaat opgewekte spanningsveld en weten dit te vermijden. De meeste stilstaande wateren zijn daardoor hooguit 2 maal per jaar elektrisch te bevissen. In rivieren waar de vis veel mobieler is loont het om vaker te vissen en kan mogelijk dus een verhoogde sterfte van de bijvangst (bijvoorbeeld snoek) worden verwacht.
Overigens kun je niet zomaar met een elektrovisapparaat vissen, daarvoor dien je een opleiding bij de OVB te volgen. In die opleiding wordt veel aandacht besteed aan zo veel mogelijk beperken van bijvangsten, bijvoorbeeld door aan te geven welke stroomsterktes bij welk chloridegehalte acceptabel zijn. Of men zich daar in het veld aan houdt is een ander verhaal “.
Reactie n.a.v. het artikel op Total Fishing, van dhr. D.J. Stellingwerf. 2e kamerlid en woordvoerder visserijbeleid namens de ChristenUnie.
“De geschetste situatie is onwenselijk en zou niet moeten kunnen. Met de overigens legale vorm van deze visserij hoeft niets mis te zijn mits het zorgvuldig gebeurt. Zoals het nu echter op steeds grotere schaal wordt toegepast door delen van de beroepsvisserij op de rivieren, met geschetste zeer kwalijke neveneffecten, is het nooit de bedoeling geweest. Het probleem is dat het aan goede regelgeving ontbreekt waarmee de selectiviteit van deze vismethode wordt gediend, bijvoorbeeld door de stroomsterkte van de aggregaten aan te scherpen. Ik zal naar aanleiding van dit artikel aan staatsecretaris Faber schriftelijke vragen over deze problemen stellen. In het notaoverleg visserijbeleid van 19 november a.s. zullen we haar vragen of zij bereid is daar goede regels voor te stellen. Daarbij zal ook aandacht moeten worden besteed aan de controlemogelijkheden en eventuele sancties bij misbruik. Ik overweeg zonodig een motie in te dienen.”