**KLAAR** Karperpassie 98

Karperpassie 98

Door Co Sielhorst

24 april 2004.
Zaterdag ga ik lekker in de boot zitten. Ik zet in op een mix van goud en oud en iets nieuws dat het ook gaat doen. Hazelnootjes, waar ik tot nu toe mijn zwaarste karper op heb gevangen en pompoenpitten waar ik nog steeds hoge verwachtingen van heb. De kooktijd is ongeveer gelijk dus dat kan samen in één grote pan.

Het is windstil als ik de boot van de kant duw. Heeft er vannacht een windje gestaan? Ik speur de oevers af. Links voor het riet liggen pluisjes en baadjes. De vettige oppervlakte houdt ook wat schuimstrepen vast. Aasbellen? Kan ook van eenden zijn. Ik ga het daar proberen. Heel rustig roei ik naar een geschikte plek. Onderweg voer ik nog even voor een diep in het water groeiende wilgenstruik. Voor het riet maak ik met postelastieken de boot vast aan een paar sprietige elzentakken. Werkt wel prettig dat elastiek. Er hoeft niet geknoopt te worden. Ook hier strooi ik breeduit hazelnoten en pompoenpitten.

Na een uur zie ik net als vorige week vissen aan de oppervlakte. Het zijn er zeker een stuk of tien. Ze zwemmen tamelijk ver uit de kant. Eerst denk ik aan graskarper. Dan komen ze dichterbij. Ik kan af en toe de bekken door de oppervlakte heen zien happen. Het lijkt wel of ze last van zuurstofgebrek hebben. Opvallend is dat het alleen maar karpers zijn die zo vreemd doen. Wat moet ik hier nou van denken?

                       


”Vissen aan de oppervlakte”

Vlak bij de boot komt er een grote spiegel omhoog. Ook deze vis begint nadrukkelijk te happen. Er strijkt nu een zacht windje over de plas. Het lijkt de karpers mijn kant op te drijven. Ik zit nog steeds met verbazing te kijken wat ze aan het doen zijn. De happen duidelijk naar iets. Sommige vissen slurpen lucht mee naar binnen die ze hoorbaar weer uitblazen. Er komen nu vissen tot op twee meter van de boot. Ik kijk in het water rond de boot. Eerst zie ik niets bijzonders. Dan valt me een soort levendige glinstering op. Het water trilt werkelijk van het leven tegen het riet.

Ik schep wat water in een emmer. Boven de witte bodem zie ik één grote wolk leven. Het zijn cyclops. Een soort watervlo. Nogal lichtgevoelig. Ze komen naar het licht toe. Dat ze zich nu zo massaal aan de oppervlakte verzameld hebben is dus niet zo vreemd. Dit is vloeibaar voedsel! Dat het er zoveel zijn dat karpers zich er tegoed aan kunnen doen heb ik pas één keer eerder meegemaakt. Onder de straatlantaarns langs de grachten. Rond deze ring van licht verzamelden zich ook vaak karpers die de hele nacht in de wolk cyclops lagen te happen.

Rampzalige tijd voor bodem aas. Aan de oppervlakte wilde het toen nog wel eens lukken. Er zijn nu uren verstreken. Ik heb hier nog nooit zoveel vissen aan de oppervlakte gezien. Drijvend aas is dus het laatste waar ik aan denk als ik hier ben. Ik ga een poosje bij de wilg kijken. Ze zullen toch niet allemaal aan de oppervlakte eten? Hier zijn geen vissen te zien. Ook geen signalen van azende vissen aan de bodem. Dat zegt niet zoveel. Ik probeer het een poosje.

De dag schiet al aardig op. De frustrerende gedachte dat het vandaag weer niet gaat lukken begint aan me te vreten. Mijn vertrouwen wordt tot op de wortels weg geknaagd. Ik ga mezelf wijs zitten maken dat ik graag wil weten of mijn aasmix werkt. Ik ga hier vandaag niet ontdekken hoe een vis erop reageert.

Ik ga de polder in. Eerst even langs de sluis om te kijken hoe hard het stroomt. Bij dit lichte stroompje blijft dit stevige pennetje er op staan. Er zal wat meer lood nodig zijn om het aas aan de overkant op zijn plaats te houden. Er waait een stevige wind tegen de stroom in. De twee krachten compenseren elkaar aardig. De pen blijft keurig staan op een meter uit de andere kant. Ik schuif nog wat met de loodjes. Dan ben ik tevreden over de afstelling.

Eerst een stukje lopen. Ik blijf ver van de kant. Ik ontdek een grote modderwolk. Een spittende vis. Ik ga de spullen halen. Ik voer een paar handen boven de vis. Misschien neemt het stroompje een geurspoor mee in de richting van de vis. Dan gaat mijn pennetje naar de afgebrokkelde overkant. Onverwacht snel zie ik bruine wolken opwervelen rond mijn pen. Ja hoor. Zeilt weg en komt meteen weer boven. Lijnzwemmer? Vlotte reactie!

Hierna wordt het even rustig. Dan is er plotseling weer belangstelling voor mijn stek. Een spiegel duikelt langs de oppervlakte. Even later scheert dezelfde vis langs de graskant. Ik durf de hengel niet meer in het gras te laten liggen. Daar ben ik aardig op tijd mee. Een resolute aanbeet. Reactie is ook niet onaardig. Ik moet meteen als een razende draaien om de vis bij te houden. Hij zwemt met een noodgang naar me toe. Gelukkig, hij zwaait af naar rechts. Links is het niet pluis. Een tiental meter verderop ligt een omgevallen boom in het water. Het lijkt een karper. Moet een mooie vis zijn. Dan voel ik de harde klappen. Korte stompen, als op een boksbal. Dit moet een graskarper zijn, kan niet anders. De runs zijn kort en afgemeten. Steeds weer bolt het water op. Mijn hele stek is nu donkerbruin van al het geweld. Steeds weer probeert de vis een andere richting op te vluchten. Zelfs bij een poging om naar links te beuken ben ik niet bang meer. Hij komt gewoon weer terug. Ik sta nu een minuut of tien te zeulen. Er stopt een busje achter me. Hé Willem, tijd niet gezien. Hij ziet meteen wat er loos is en blijft even voor een gezellige babbel. Met het net en de camera kan hij ook uitstekend overweg. Een meter is hij niet maar het is wel een lekkere stevige vis. Zesentwintig pond Chinese vechtsport is een mooie troostprijs.

                       

ANDEREN LAZEN OOK

image description
KarperPassie 243
Total Fishing Import -
image description
KarperPassie 280
Total Fishing Import -
image description
KarperPassie 279
Total Fishing Import -