**KLAAR**                Karperpassie                   92

Karperpassie 92

Door Co Sielhorst

13 maart 2004.
Het is veel te koud geweest afgelopen week. Tegen beter weten in wil ik toch wat peuteren met een pennetje. Dat wil nog niet zeggen dat ik de stekels vergeten ben. Ik zet van alles klaar. Zelfs een emmer met een paar dikke voorns uit de vriezer. Er staat ook een karperaasje te weken. Een pan macaroni, een ouderwets blik maïs en een zak krenten. Mooie opvallende mix. Lichtverteerbaar denk ik.
Uit de vriezer diep ik ook nog een balletje deeg op. Ik heb een paar weken geleden een lekkere hoeveelheid vettig deeg gemaakt en in kleine porties ingevroren. Zo kan ik op de meest onverwachte momenten beschikken over een aasje waar ik veel vertrouwen in heb.

Ik ga zaterdag eerst naar een stuw in het riviertje. Misschien heeft die stuw een opwarmende werking. Het water wordt over de klep gedrukt en valt dan bijna een meter naar beneden. De temperatuur gaat vandaag oplopen dus het water kan hier wellicht wat sneller opwarmen.
Ik moet de penhengel nog optuigen. Nu kan ik zien hoe hard het stroomt en daar een pennetje bij kiezen. Eerst even een strip vis onder een loodje. Ik gooi naar de diepste plek en leg de hengel op de pieper. Dan tuig ik de penhengel op. Ik voer niet te wild. Dan zet ik het pennetje achter het glooiende oeververloop. Zo zit ik ongeveer een halve dag naar een roerloos pennetje te kijken. Van de pieper ook geen kik. Wat verwacht ik er eigenlijk van vandaag? Het heeft de afgelopen week nog gevroren. Vannacht was het nog pittig koud. En nu dan? Ik geloof niet meer in die oplopende temperaturen. Ik heb al weer dezelfde kleren aan als op een gemiddelde dag met vrieskou. De harde wind maakt het onaangenaam. Het vissen met het pennetje is er ook niet makkelijker op geworden. De gevlochten lijn ligt irritant van links naar rechts te zwiepen. Ik moet er een zwaardere pen op gaan zetten. Even de hengel neerleggen. De lijn waait als spinrag van de molen. Bij iedere stengel wordt het een warboel. Ik zit aardig te tobben. Alles zit eindelijk weer op zijn plaats. Ik probeer het stuitje te verschuiven. Hierbij raakt de losjes geweven lijn uit zijn verband. Ik kan het spul nu vrij eenvoudig breken. Hier schrik ik even van. Ik heb het drie keer opnieuw geprobeerd. Ik zie nu wat er aan de hand is. Bij het schuiven met een stuitje moet ik de lijn snaarstrak houden om het verband er in te houden. Nu gaat het wel goed.

Ik probeer opnieuw in te gooien. De lijn raakt iets voor mijn voeten bij de onderhandse worp. De top vliegt krom. Precies op topspanning schiet de haak los onder de kant. Aas, pen en loodjes worden afgevuurd. Ketsen terug om in een uiterst minuscuul propje te belanden. Ik krijg nu vreselijk veel zin om iets helemaal kort te maken. Ga rustig even zitten tot de stoom achter mijn brillenglazen weer verdampt is.

Het valt me op dat er op en rond het water absoluut geen teken van leven te bespeuren is. Dit ziet er helemaal niet uit als een water waar ik vandaag een vis ga vangen. Ik hak de knoop door. Inpakken. Die twaalf voeter kan wel weg. Die stekels zie ik verderop in het jaar wel een keer. De penhengel tuig in op de volgende stek wel weer op. De polder in nu. De wind is gedraaid. Zuidwest. Ik ga niet in de volle wind zitten. Veel te koud. Achter het gemaal is nu de beste optie schat ik vanaf deze plek.

Twintig minuten later zit ik op het muurtje. Ik voer helemaal niets. Kan hier alleen maar vis verjagen. Het deeg is aantrekkelijk genoeg als er een vis wil eten. Waar de vis is? Kan maar op één kleine plek zijn. Er zijn wel een paar dingen anders dan anders. De oude sluisjes staan nog fier overeind als stoere wachters van het water. Er is wat nieuwe techniek aan toe gevoegd. Uiterlijk is er niet zoveel veranderd. Zeker in het water niet. Aan de overkant staat een roestige golfplaat lang een hek. Plotseling ploft er een ijsvogeltje neer op het roestige stuk metaal. Perfect, precies de zelfde kleur bruin. Dan een korte blauwe flits. Een succesvolle duik. Het vogeltje timmert net zo lang met visje op het muurtje tot het niet meer beweegt. Wat is het eigenlijk voor een visje? Het is geen stekelbaarsje. Het moet een vetje zijn. Dezelfde visjes tikken even later speels tegen mijn pennetje. Ik denk dat dit onbeduidende visje de ijsvogeltjes de winter door helpt.

Vetjes kom je alleen tegen in rustige hoekjes waar ze ook in de winter vrolijk in hogere waterlagen dartelen. Kleine éénjarige witvis zoals voorn kan nu al makkelijk tien centimeter lang zijn. Verwarring is dus niet mogelijk met de drie tot vier centimeter lange visjes die ik nu zie dartelen tussen een pluk dode plantenresten. Geen vis gevangen vandaag maar wel iets heel moois van heel dichtbij gezien.

                       


“Switch van megasnoek naar karperpassie…”

ANDEREN LAZEN OOK

image description
KarperPassie 243
Total Fishing Import -
image description
KarperPassie 280
Total Fishing Import -
image description
KarperPassie 279
Total Fishing Import -