Karperpassie 85
Door Co Sielhorst
30 augustus 2003.
De visweek begint al vroeg. Ik duik een avondje de polder in. Bart wil ook graag mee. Voor het eten gaan we al even een kleine investering doen. Een paar voerplekjes zijn snel gelegd. De vissen hebben precies twee uur om ze te vinden.
Na het avondmaal rijden we de ondergaande zon tegemoet. Even later parkeren we in de berm. Zelfs de autodeuren doen we zachtjes dicht. De hengels zijn al opgetuigd. We besluipen de stekken als indianen. Bart heeft het begrepen. Heel voorzichtig gaat het aas te water. Ik zit aan de andere kant van het sluisje. Heel snel een paar tikken op de pen. Spannend allemaal. Dan zie ik mijn ooghoek Bart opveren. De kromme hengel zegt alles. Zware bonken en heftige sprints. Hij gaat zijn eerste graskarper vangen. Ik ga lekker even meegenieten en leg mijn hengel aan de kant. Karper kent hij al. Een paar bloedstollende runs en dan houdt het een keer op. Dit gekke beest gaat maar door. Ik zie al dat het weer negentig plus is. Bij dit formaat worden het echte knokkers die ieder moment weer een plompenveld in kunnen stuiven. We zijn allebei onder de indruk van tien minuten vuurwerk. De avond duurt veel te kort. Toch rijden we in het donker helemaal tevreden naar huis.
Zaterdag trekt de polder weer. Een beetje ruig weer is altijd prettig op ondiep water. Ik moet een keuze maken. Een stuwtje vormt een onneembare hindernis tussen twee delen van de vaart. Vóór de stuw is de karper in de meerderheid. Er zwemmen wel een paar graskarpers rond. Die zijn door de grote ruimte die ze tot hun beschikking hebben heel massief geworden. Achter het stuwtje is het precies andersom. Meer graskarpers en kans op een dikke karper.
Ik kies voor het eerste deel met meer kans op karper. De stek waar ik vrijdagavond gevoerd heb ligt er heel stil bij. Ik was er al bang voor. Ik voer heel voorzichtig nog wat bij en ga nog twee andere stekken aanleggen.
Terug op stek één sta ik meteen al met trillende handen. Een mooie schub scharrelt voor mijn voeten in het kantje. Zijn brede oranje staart zwaait regelmatig langs de oppervlakte. Een meter verderop begint het zwaar te schuimen. Het zijn er dus meer. Nou niet meteen bovenop een vis gooien anders is het snel weer gedaan met de pret. Waar is die schub gebleven. Ik zie hem even niet. Snel laten zakken dan maar. Ik heb wat korte pauwenpennetjes gemaakt voor wat winderig weer. Draagt net iets meer lood om mijn aas op zijn plaats te houden. Binnen een paar seconden zakt het parmantige rode puntje weg. De aanslag is hard. De weerstand niet. Een grote brasem gaat gestrekt. Ik kan het beest er niet uitbeuren. De lijn kan het wel hebben maar ik ben bang dat zijn bek in de vernieling gaat. Moet ik er geen plaatje van maken? Het is een mooie vis maar het was echt een ongelukje en zeker geen poging om een recordbrasem te vangen. De vis maakt zelf een eind aan mijn twijfels. Rolt een keer en valt van de haak. Alle activiteit is meteen over. Ik denk niet dat het veel zin heeft om hier verder te gaan. Op naar de tweede stek.
“Ik heb wat korte pauwenpennetjes gemaakt”
Ik schuifel naar het water. Geen schaduw over het water maken. Ook niet met de hengel boven het water komen. Een strookje plompen geeft niet alleen de vissen dekking maar houdt mij ook uit zicht. Een eskader stekelbaarsjes stuift uit elkaar. Een goed teken. Er is iets gaande onder de plompen. Ook hier zakt het pennetje vlot weg. Wéér een grote brasem. Deze verzet zich tot het uiterste dus ook deze stek is naar de knoppen. Volgende stek dan maar. Hier knoop ik een paar kattenbrokjes aan het elastiek. De laatste loodjes gaan naar beneden. Twee centimeter boven de haak. Het andere lood is nog zwaar genoeg om het pennetje op zijn plaats te houden. De brokjes zinken heel traag. Die zweven straks twee centimeter boven de bodem. Het pennetje kruipt naar zijn plaats. Valt dan weer plat en lijkt iets weg te drijven. Dan wipt het veertje keurig rechtop. Best vreemd eigenlijk. Er gebeurt een heel poosje niets. Gelukkig niet meteen weer een overval van een brasem. Ik ga eens kijken hoe die brokjes erbij hangen nu ze wat weker geworden zijn. Verrek! Alles eraf, ook het elastiek. Toch een aanbeet geweest. Afgebeten! Vroeger, toen karpers nog vrij naïef waren kwam het voor dat haken gewoon afgebeten werden. De knoop werd geplet tussen de keeltanden. De haak, als vreemde rommel, werd uitgespuwd. Zat ik net als nu gewoon voor joker.
De zon staat inmiddels hoog aan de hemel. Het wordt schroeiend heet. Als op commando komen aan de overkant grijze torpedo’s aan de oppervlakte. Alle karpers zoeken een plaatje onder de plompen en liggen daar nu volkomen roerloos. Ik kan vandaag helaas niet wachten tot de zon van het water is. Het gaat vandaag niet lukken.
Zondag nog een herkansing. Max wil proberen om die grasmeter voorbij te komen. Daarnaast staan er nog een paar experimenten op het programma. Het gaat allemaal weer in de polder gebeuren. We komen aan in een stortbui. Imposante Hollandse luchten. Grijze sluiers die snel voorbij gaan. Met het oog op mogelijke zeelt heb ik het voer wat aangepast. Meer klein spul erbij. Tarwe en hennep, samen gekookt met pinda’s. Heerlijke geur en lekker vettig. Ook nu weer een meer stekken strategie. Ik neem een paar kleine plompenveldjes als herkenningspunt. Ik de loop van de middag heb ik bijna alle stekken wel een keer gehad. Zelfs geen brasem vandaag. Ook niet op het ultralichte materiaal. Ik loop wat verder. Plotseling valt me iets op. Aan de buitenrand van een plompenveldje ligt iets op de bladeren. Tarwe? Ja hoor, ook hennep, en nog iets wat ik niet zo snel thuis kan brengen. Dat lijkt heel veel op mijn voer. Alleen heb ik het er niet neergegooid. Er loopt iemand precies hetzelfde te doen als ik op dit water. Vandaar dat de brasems het er zo goed op doen. Dit doet de deur dicht. Dat kleine spul kan hier voorlopig achterwege blijven.
Er is nog een stek waar ik niet geweest ben. Er staat weinig water. Ondanks de golven die er overheen rollen zie ik activiteit. Snel pennetje erbij. Eindelijk een aanbeet. Heerlijk. Het beest beukt woest door de planten. De lijn snoeit er hard doorheen. Eerste hindernis genomen. Dan keihard op het volgende veldje af. Melodieus geluid uit de molen. Klinkt me als muziek in de oren. Ineens houdt de muziek op en veert de hengel recht. Nee, niet gooien met de hengel. Te hard aan getrokken misschien? Zit de haak er nog aan? Alles in nog helemaal in orde en de haak is vlijmscherp. Lijnzwemmer misschien? Het was groot en sterk. Ik heb de vis niet gezien. Ik heb alleen niet de karakteristieke graskarperbonken gevoeld. Doet nog iets meer pijn. Het gaat vandaag wéér niet lukken.