**KLAAR** Karperpassie 74

Karperpassie 74

door Co Sielhorst

14 juni 2003.
De tijgertjes doen het, daar is geen twijfel over mogelijk. Ik onderbreek de werkdag een half uurtje. In de loop van de middag ga ik even een bodempje leggen. Een paar pond moet genoeg zijn. De wind staat perfect op de kant van de boot. Vanavond hoef ik dus alleen maar het touwtje te laten vieren om wat verder uit de kant te komen. Helemaal geruisloos te doen. Mijn stek ligt dus al een paar uur te lokken voor ik ga vissen. Waterdicht plan.

Rond zeven uur ga ik op pad. Op de kant tuig ik de hengels op. Zet het net in elkaar. Leg de rest van de spullen voorzichtig in de boot. Duw de sloep een hele slag om. Zet een roeispaan in de zachte bodem. Leg er een lusje omheen. Trek de boel strak en ik lig. Bijna zonder een rimpeltje te maken. Ik overzie het strijdperk. Hier kan ik goed gooien zonder de bomen te raken. Rechts de wakerhengel. Links de penhengel. Ik zet mijn pennetje voor het blad en niet ertussen. Er rommelt teveel zeelt tussen de bladeren. Anders heel graag maar nu liever niet.

Het tijgertje aan de wakerhengel hangt onder een loodje van tien gram. Gewoon een wartelloodje. Een stuitje en een kraal houden het loodje een halve meter van de haak weg. Ik heb er weer een maatje acht aan hangen. De wind heeft de hele dag lekker op mijn stek staan blazen. Het wordt nu rustiger. Verderop schommelt er zo te zien een karper door het blad. Op mijn stek is het doodstil. Nog geen belletje. Dat hoeft ook niet. Mijn aas ligt voor het ophappen. Daar hoeft niet in gespit te worden tot het schuim er op staat. Ik heb wel vertrouwen in. Langs de verste rand van mijn stek staat drie meter water. Aan de voorkant, waar de pen staat, is het anderhalve meter diep. Ik zit aan het eind van een brede plompenstrook, langs een ondiepe plek te vissen. Vijftig meter naar rechts is er bij de laatste zware storm een grote populier ingetuimeld. Daar blijf ik eerbiedig een heel eind vandaan.

Het is nu heel stil geworden. Ik kan het hele plompenveld overzien. Ik zie nog steeds die vis schommelen. Nee, ik blijf lekker zitten hier. De reigers voeren hun jongen voor het laatst vandaag. Woest geschreeuw, wild geklapper. De futen worden erg actief. Vooral rivaliteit denk ik. Ze stuiven elkaar achterna. Een grote boeggolf over mijn stek. Schrik me wild. Er komt weer een fuut boven, vrijwel direct gevolgd door een tweede. Dat gedonder gaat in het donker gewoon door. De maan is al een poosje op. De plompenbladeren voor de boot liggen in een zacht schijnsel. Een wazige sluier filtert het licht. Er blijft een zachte oranje gloed over. Het overgangsuurtje is voorbij. De insectenplaag gelukkig ook.

Ik heb alleen een simpel rondje van alu folie tussen de ogen gevouwen. Goed te zien bij dit maanlicht. De lichtpen staat nu ook te stralen als een ster. De waker kruip tot vlak onder de hengel omhoog. Vlijmscherpe reactie. Een lome vis laat zich snel naar de oppervlakte pompen. Die heeft er helemaal geen zin in. Komt gewoon mee naar de boot. Toch is het een leuke vis. In het vage schijnsel zie ik een hoge spiegel plat gaan. Vlak voor het net rolt de vis van de haak. Hier krijg ik acute hakenparanoia van. Er zit maar één ding op. Weer snel terug naar maatje tien. Dat er een vis afrolt kan een keer gebeuren. Twee keer achter elkaar is me net even te veel.

Ik wil het niet al te laat maken vandaag. Ik pak de wakerhengel op om in te draaien. Laat hem snel weer vallen. Pen loopt weg. Haal uit met de penhengel. Mis? Dan komt de wakerhengel naar me toe zwiepen. Hier heb ik even een paar seconden voor nodig. Ik heb de aanbeet op de wakerhengel niet gezien. De vis is door de lijn van de penhengel gezwommen. Daar heb ik op gereageerd. Ik heb nu de stampende wakerhengel in mijn handen. Dit wordt niet makkelijk. Als de vis wat lijn neemt zwiepen er steeds twee hengels in zijn richting. Het is gelukkig geen grote vis. Een schub, zie in het maanlicht. Ik pak het lampje er even bij. De haak zit muurvast in zijn bovenlip. Die ban is dan eindelijk gebroken. Alles zit in de knoop. Ik kan rustig wat licht maken als ik de vis met de tang onthaak. Hij hoeft niet eens het water uit. Ik denk nu al na over het nut van twee hengels in één boot. Hoe krijg ik het mee naar huis? Ik trek de delen uit elkaar. Pak het hele bosje bij elkaar en rol alle loshangende lijn er gewoon omheen. Frommel het hele zootje met pen lood en haken in het foudraal. Kijk nog even of alles binnen is als ik het dichtdoe.

Ik heb al een nieuw ideetje om dat inhaken wat te verbeteren. Maar nu eerst een poosje met mijn vrouw naar de Ardennen. Ik zit aan de Ourthe, schijnt leuk vissen te zijn. Laat ik volgende week weten!

                       

ANDEREN LAZEN OOK

image description
KarperPassie 243
Total Fishing Import -
image description
KarperPassie 280
Total Fishing Import -
image description
KarperPassie 279
Total Fishing Import -