Karperpassie 71
door Co Sielhorst
Doe eens gek zegt Dick. Ga mee naar Zweden. Ja, waarom ook eigenlijk niet. Laat het maar gebeuren. Zo komt het dat ik nu niet mijn wekelijkse karperavonturen beleef. Ik krijg gedurende tien dagen een heel scala aan Zweedse meren voorgeschoteld. Dick van Hattem kent Zweden goed. Hij heeft al diverse trips naar verschillende delen van Zweden gemaakt. Hij weet dus vrij goed de weg. Best handig.
We maken een reisplan. Laat in de avond weg. Zoals verwacht hebben we na het eerste stuk Duitsland de hele weg voor ons zelf. De reis naar de veerboot gaat strak op schema. Even lijkt een gekantelde vrachtwagen roet in het eten te gooien. We kunnen er maar net langs. Bij de afvaart met de veerboot staan we als eerste te dringen om aan boord te gaan. Stipt op tijd vertrekt de Sea Cat.Wat een imposante schuit. Het gaat allemaal zo snel dat ik me geen moment verveel. Prima moment om aan boord ook even de inwendige mens te versterken. Als we in Zweden aankomen brengt de routebeschrijving ons bij een tankstation in Bengtfors. Hier ontmoeten we Tommy Nerstrand, onze gids de komende dagen. Hij brengt ons bij een huis met uitzicht over een schitterend meer.
Alle meren hebben een waterkleur die nog het meest lijkt op een lichte soort whisky. In Ierland heb ik het ook wel gezien. Alle meren en meertjes die we tegen komen liggen in een prachtige ongerepte omgeving. Dat maakt veel goed als we in het begin niet veel vangen. Waar zit die vis in godsnaam? Ik zie ook een geheel nieuwe vogelwereld. De kraaien zien er hier al heel anders uit. De zwarte kraai zoals die bij ons voorkomt heeft hier een grijs vest aan het is een bonte kraai. Grijze rug en borst. Een raaf is hier ook geen zeldzaamheid. Voor de deur broeden bonte vliegenvangers in een nestkastje. Zaagbekken die ik bij ons alleen in de winter tegenkom zie ik hier volop. Heel boeiend allemaal. Maar het vissen verloopt wat moeizaam de eerste dagen.
Het meer voor onze deur is een prachtige uitdaging. We besteden er veel tijd aan. De eerste visjes harken we uit een klein plasje bij elkaar. Gitzwarte snoekjes. Prachtige donkere ogen. Zelfs hun buik zit onder de zwarte vlekken. Bij het onthaken zien we dat ze ook in hun bek zwart zijn. Eerste denken we nog dat alleen de visjes uit de kleine plasjes zo donker van kleur zijn.we worden op het verkeerde spoor gezet door een denkwijze die we thuis hanteren. Ieder voorjaar gaat de witvis naar ondiepere plekken. Snoeken volgen hun prooi dus die komen we ook tegen op ondiepe plekken. We gaan er vanuit dat het hier ook zo werkt. Mooi niet dus. We zijn gewaarschuwd maar we hebben niet geluisterd. Tommy vertelde ons over een klein visje de soortnaam zoek ik nog even uit. Het behoort tot de grote familie van de zalmen. Heeft ook een vetvinnetje op de rug. Een kenmerk dat alle zalmachtigen delen. Ze zijn te vergelijken met onze alver. Er is wel een groot verschil. Ze blijven met grote scholen op grote dieptes zwemmen.
Na een paar dagen begint het tot ons door te dringen. Al die prachtige baaien met riet en opkomende plompenvelden zijn volkomen visloos. We zullen wat anders moeten verzinnen om snoeken uit die dieptes te belagen. We vissen slepen nu op acht meter. Dan lost Dick een mooie vis. Hij is er doodziek van. Een paar seconden later wordt de andere hengel rondgeramd. Weer rolt de vis eraf. Pokkezooi. Toch leren we ervan. Shads met zware loodkoppen en nog wat extra lood ervoor. Ik krijg er een op. Hij blijft hangen. Nu zien we dat ook de grotere vissen inktzwart zijn. Even in de negentig. Geweldig lastig als ze uit het water zijn. Enorme kaakdruk valt me op. Gelukkig zit de haak niet al te onhandig vast. Snel terug die schoonheid.
Stukje voor stukje ontrafelen we de mysteries. Op de meren waar niet of nauwelijks witvis zit blijven de snoeken op grote diepte. Net als bij ons dus, bij hun prooivis. Bestaat die uit die kleine zalmachtige visjes en uit baars, dan moeten wij onze techniek aanpassen en niet gaan lopen zeuren dat het een moeilijk water is.
Een dag met Tommy maakt ook weer veel duidelijk. Hij neemt ons mee op zijn boot. Dick kijkt mij aan. Ik kijk Dick aan. Een prachtig wit vaartuig. Helemaal vol met steunen en techniek. Downriggers, outriggers, noem alles maar op wat je op een zeegaande trollingboot tegenkomt. Het zit erop. Er staan tien hengels klaar. Voor we een kilometer gevaren hebben staan alle hengels te vissen. Via planerboards gaan links en rechts een paar dikke lijnen naar buiten. Op iedere lijn moeten via clips drie hengels uitgezet worden. De druk van het water zorgt ervoor dat het kunstaas naar buiten wil langs de lijn. De snelheid van de boot is van het grootste belang. Downriggers zorgen ervoor dat er kunstaas in de diepte werkt. Outriggers brengen kunstaas in de breedte. Achter de boot ontstaat dus de ruimte om een vis te drillen. De fightinglane zoals Tommy uitlegt blijft vrij door de snelheid van de boot. Een gehaakte vis wordt er gewoon ingedrukt. Ziet er allemaal wat machinaal uit maar ik ben wel benieuwd naar de effectiviteit van het hele spektakel. Na een uurtje pakt Dick de eerste, dikke tachtiger. Dan breekt ineens de hel los. Er gaat een hengel in een angstaanjagende bocht. Dick pakt de tweede. De boot blijft rustig doorvaren. Dat voorkomt problemen met de andere hengels maar het voert ook de druk op. De gehaakte vis moet door die druk heen gedrild worden. Midden in de dril breekt er een tweede lijn uit de clip los. Nog een aanbeet. Terwijl Dick de eerste vis dicht bij de boot heeft ben ik bezig met de tweede. Wat een spektakel. Beide vissen blijven net onder de magische metersteken. Opvallend, de aanbeten kwamen precies op het moment dat er een pittige bui overkwam.
Het systeem heeft zich in ieder geval bewezen. Een uur later gebeurt het weer. Dick is aan de beurt. Toerbeurt is de norm bij dit systeem. Het gaat weer heel lekker. Mooie vis zo te zien. Midden in al het geweld springt er nog een hengel krom. Ik grijp en probeer lijn te winnen. Terwijl Dick poseert met zijn Zweedse schone staat mijn hengel nog steeds als een soort spanningsboog boven zijn hoofd gespannen. De vis wint zelfs lijn. Tientallen meters lijn scheuren van het spoeltje. Ik sta te trillen op mijn poten. Dit soort geweld hebben we tot nu toe nog niet gezien. Ik sta nu in het middelpunt van de belangstelling en geniet er helemaal niet van. Dan gebeurt het. Precies waar ik steeds bang voor ben. Het gaat er nogal grof aan toe. De haken scheuren uit. Ik weet dat ik iets heel groots gelost heb. Toch is er alle reden voor blijdschap. Dick heeft een Zweeds meter te pakken. Daarnaast hebben we nog alle gelegenheid voor meer spannende avonturen. Het verslag van Dick vind u op www.metersnoeken.nl rechtsonder op de homepage.
“Zweedse snoek spreekt ook een beetje Tukkers”