Karperpassie 53
door Co Sielhorst
31 augustus 2002.
De landing is nog nooit zo zacht geweest. Met hulp van de wind kom ik precies goed uit, terwijl ik tientallen meters van de kant al dunnetjes met tarwe gestrooid heb.
Het wordt voorlopig geen dag om vissen te gaan zoeken. Het waait stevig en het begint ook al te regenen. Ik ben heel tevreden met mijn stekkeuze. Hier kan ik ook de nattigheid prima buiten houden.
Het effect van de grote dun gezaaide stek is al snel merkbaar. Over de hele stek beginnen brasems door de golven te rollen. Alleen dicht bij de kant blijft het rustig. Ik hoop dat het op de bodem ook zo gaat. Door de harde wind is ultralicht niet te doen vandaag. Ik heb de pennenvoorraad aardig uitgebreid de laatste weken. Komt goed van pas nu ik wat zwaarder zal moeten gaan. Er komt geen extra lood bij. Ik zorg alleen dat alle loodjes op de grond liggen. Zo zal de lichte onderstroom het aas niet verplaatsen denk ik. Na een paar minuten zie ik tevreden dat alles perfect staat. Wat een rijkdom eigenlijk. Ik heb vandaag maar één probleem. Het vangen van een vis. Dat is het enige waar ik me vandaag voor in ga spannen. De rest van de wereld bestaat even niet en ik ben voor helemaal niemand te bereiken. De plu schermt een groot deel van het uitzicht af. Dat maakt mijn wereldje nog kleiner.
Plotseling komt er een blauwe schicht binnen. Een ijsvogeltje maakt een korte bocht over mijn stek en landt met een duidelijk voelbaar plofje op mijn hengel. Hij zit bij het vierde oog. Anderhalve meter van me af. Wat een kleuren pracht. Zoveel blauw laat zich niet beschrijven. Ik zie details die normaal niet in beeld komen. Vuurrode pootjes omklemmen de hengel net niet. De witte vlek in zijn nek is veertje voor veertje te zien. Ook valt op hoe strak en glad het verenpakje is. Moet natuurlijk een soort badpakje zijn dat niet teveel water op mag nemen. Hij ziet mij best maar lijktzich niet aan me te storen. Het is al zo vaak gebeurd, de blauwe flits hield even in als hij de hengel zag. Ging steeds weer verder naar een overhangende boom. Nu heeft hij misschien door dat hij van mij niets te vrezen heeft. Ik voel me zeer vereerd door dit bezoekje. In de hoek roept zijn maatje. Ze gaan samen een rondje maken. Mijn aandacht is al een poosje niet bij het pennetje. De hengel krijgt een opdonder en zwiept door de boot. Hier ben ik niet blij mee. Vorige week begon ik ook al met een miskleun. Ik moet me wat beter concentreren.
Toch weer een aanbeet op een hazelnootje. Dat gaat wel goed, de laatste weken krijg ik steeds aanbeten terwijl ik er heel weinig mee voer. Echt een topaasje. Binnen een half uur is het weer prijs. Nu ben ik bij de les. Een woesteling van een schub ranselt de hengel. Hooggebouwde schub. Jonge vis zo te zien. Begin twintig. Geen enkel obstakel binnen dertig meter dus ik kan hem heel soepel uitdrillen. Hij komt voor de boot. Ik probeer het. Pak de lijn. Rustig blijven liggen nu. Ik pak hem bij zijn onderlip. Hij vindt het goed. Stevig houvast aan die stroeve, rubberige lip. Met mijn andere hand pluk ik het haakje uit zijn bovenlip. Ik hou hem even vast tot hij weg wil. Geen plaatje dan? Ach, een vis zo soepel onthaken is toch ook mooi. Mijn probleem voor vandaag is al weer opgelost en het is nog vroeg. De regen is inmiddels weggetrokken. Er komen steeds meer blauwe gaten. Ik ga een poosje in lederterritorium kijken. Het waait nu pittig. Zal lastig worden om soepel het plompenveld binnen te komen. Moet gewoon gokken en kiezen voor een plek om met wat vaart de boot door de planten te prikken. Ik maak wat tempo zodat ik in het plantenveld niet meer hoef te roeien. Dat lukt, maar mijn actie blijft niet onopgemerkt. Een paar meter van de boot worden wat
bladeren weggedrukt. Een grote vis maakt dat hij weg komt. Geen paniek, maar ik heb hem wel nerveus gemaakt. Toch probeer ik het een poosje. Een hand nootjes voor de plompen. Pennetje erbij. Binnen een paar minuten loopt de lijn strak.Een grote brasem. Het nootje bungelt naast zijn bek. Even later zakt het pennetje weer weg. Een dikke voorn, minstens een kilo, prachtvis. Echt storend is dit niet dus ik ga nog een poosje door. Dan haak ik iets vreemds, ik kan het rossen door de planten niet meteen thuis brengen. Het blijkt een grove winde te zijn. Nu weet ik wat die snelle zwemmers zijn die bij mooi weer in hoog tempo aan de oppervlakte azen. Ik geloof niet meer dat ik nog karper tegen ga komen. Het vertrouwen brokkelt langzaam af. Maar mijn honger is nog niet gestild. Bovendien wil graag weten of die hazelnootjes overal zo instant werken. Ik pak in. Op de terugweg maak ik bewust een omweg. Even langs wat polderwatertjes. Langs de eerste wetering kan ik vanaf de weg het water zien. Ik doe even heel rustig aan. In de luwte van een populierenbos is het water heel vlak. Midden op het water staat een vis uitdagend schuimstrepen te maken. Dit zoek ik. Op veilige afstand van de schuimer voer ik een hand nootjes. Dan ga ik proberen of ik die bellenblazer kan verleiden. Niet echt simpel want deze vis is op zoek naar bodemdiertjes. De enorme schuimplaat geeft aan dat hij er tamelijk diep voor moet wroeten. Ik leg het nootje ver over de bellenbaan heen en probeer het dan zo voorzichtig mogelijk onder zijn aandacht te brengen. Het wordt meteen stil, hij heeft het opgemerkt. Dat wil nog lang niet zeggen dat het in de smaak valt. Na een kwartier geef ik het op. Die doet het niet. Ik struin nog wat verder. Aan de overkant zijn twee vissen langs de graskant aan het scharrelen. Er drijft nogal wat gras en het stroomt licht dus dat gaat niet lukken. Op naar de hand nootjes dan maar. Ik krijg direct een tik op de pen. Goed voor het vertrouwen. Even later zakt het pennetje vloeiend weg in het troebele water. Wat een explosie. De vis slaat hoeken. Trekt sprints en komt plotseling met een noodgang op me af. Ik laat me niet verrassen. Het is een lange gespierde schub. Hij blijft gaan. Wat een dolle. Vijf minuten woest verzet. Dan is het ineens over. Hij hangt hoog in het water en laat zich binnen zeulen. De haak zit op het randje van zijn lip. In een laatste krachtsinspanning duikelt hij nog een keer loom rond. De haak schiet los. Dat had ik liever zelf willen doen. Mijn net is niet nat geweest vandaag. Toch heb ik het heel erg naar mijn zin gehad en dat de nootjes instant werken weet ik nu ook heel zeker. |