**KLAAR**                Karperpassie 34

Karperpassie 34

door Co Sielhorst

                       

20 april 2002.
Gadver, wat een drukte deze week. Heb niet eens tijd gehad om over vissen na te denken, maar de megaklus is bijna klaar. Vrijdag begint de karperkoorts toch hevig op te spelen. Kan mijn kop er niet meer bijhouden. Toch nog even door op de reservetank.




Na het eten ga ik naar de plas. De boot leeghozen. Die paar druppels? Ja, gewoon even over het water kijken. De reigerkolonie is flink uitgebreid. Klunzig stuntelen de veel te grote vogels door de dunne takken. Er is prachtig weer beloofd voor morgen. Daar begint het nu al op te lijken. De zon kleurt de losse stapelwolken. Nu even die paar emmertjes water eruit. De ingeving om de sloten even te smeren is ook niet overbodig. Ik krijg ze met moeite nog open. Even wat morrelen, wat olie erin en dat loopt weer als een zonnetje. Ik voer vandaag niet.

Zaterdagmorgen
Even over zessen stap ik in de boot. Aan de overkant voor de sloot lijkt me een goede keuze. Er blaast een licht rimpeltje naartoe. Onderweg maak ik nog een voerstek in de luwte. Niet te veel. Een pondje royaal gespreid. Nog een paar handjes amandelen erover. Dan vaar ik verder. Vlak bij de sloot moet ik kiezen. Strak langs de kant benaderen of recht er naar toe roeien. Is kies voor de sluipweg langs de kant. Vrij snel blijkt dat een grote fout te zijn. Om de paar meter roeit er een vis weg uit de kant. Ik kan niet zien of het karpers of graskarpers zijn. Ik heb in ieder geval veel onrust veroorzaakt. Voor de sloot voer ik heel dun. Kan altijd nog wat bijvoeren. Ik krijg direct aanbeten. Pinda, amandel, sliertje tarwe, deegbal, alles wordt direct furieus aangevallen. Het is een gekkenhuis. Ondanks haakje acht valt er geen vis te haken. Het zijn allemaal knettergekke ruisvoorntjes. Midden op de plas laat een grote spiegel zijn flank zien. Bijna zonder rimpels glijdt hij soepel terug. Een prachtige vis, maar ik kan er niets mee.

Na een uur heb ik het wel gezien hier. Ik ga kijken hoe het op de andere stek is. Voorzichtig leg ik de boot aan een struik vast. Hier is het een stuk rustiger. In de struik ligt een koetennest. Er liggen twee gestippelde grijze eitjes in. Pas als het legsel compleet is zal de vogel op zijn nest blijven zitten. Dan zullen er nog wel een stuk of vier eieren bijkomen.
Pennetje staat roerloos. Een paar uur lang gebeurt er helemaal niets.

Ik krijg hier een vreemd gevoel bij. Er gaat niets gebeuren vandaag. De wind is helemaal weg. De plas is als een glasplaat. Kil en stil. Van dat mooie weer merk ik ook niet veel. Ik hoef er niet lang over na te denken. Ga iets geks doen. Toos kijkt raar op als ik halverwege de dag thuis kom. Ik zet verse koffie en ik ga snel weer weg.

Ik moet vandaag een vis vangen. Om allerlei redenen lukt het soms gewoon niet om een aasje in de buurt van een vis te krijgen. Vooral in het voorjaar is het op groter water met een dunne bezetting soms moeilijk.Dan maar op een klein water. Ik neem alleen de penhengel mee. Ga eens kijken langs de grachten in mijn woonplaats. Er zwemmen leuke vissen rond. Echt makkelijk zal het niet zijn. Ze kennen het klappen van de zweep. Een paar minuten later, een paar honderd meter van mijn huis, tuig in de hengel op. Ik kies een stek bij een smal zijslootje. Het is er flink begroeid met losse plukken riet en plompen. De witte waterlelies zijn ook al aardig op gang. Achter de plompen loopt het slootje door tot een overstort. Een betonnen muur met een stalen klep. Nog voor ik mijn aasje voor de plompen laat zakken schuift er een vis doorheen. In het slootje is het water vrij helder. Vlak voor het muurtje ontploft het water. Paaiende snoek! Dat is laat. Binnen tien minuten zie ik vier verschillende snoeken langs komen. Ze schuiven allemaal het slootje in.

Op mijn voerstek stuiven regelmatig kleine visjes door de oppervlakte. Niet zo vreemd natuurlijk. Ik begin met een zacht deegballetje. Dat wordt al snel gewaardeerd. Een donkerbruine brasem. Een vloermat. Ik voer een paar handjes bij. Een paar minuten later schuift het puntje weer weg. Mis! Een dikke schuimstreep.

Ik zet een lusje van dun garen op de haak. Met een fleurnaald rijg ik zes tarwekorrels op het lusje. Het open eind van het lusje sla ik over de haakpunt. Om te voorkomen dat het lusje van de haak glijdt zet ik een plukje foam achter het lusje. Groot voordeel is ook dat mijn haak met de tarwe lichter is dan de tarwe die ik gevoerd heb. Vrij snel moet ik weer in actie komen. Een zeelt. Mooie vis. Met moeite kan ik hem uit de takken voor de kant houden. Even verderop landen. Ik onthaak hem in het net. Na de derde zeelt is het wel erg rumoerig geworden op mijn stek. Stuk voor stuk zijn het vissen van boven de halve meter die de stek aardig omgeploegd hebben. Zeelt is nooit zo onder de indruk van wat kabaal in het water. Karper is hier niet zo gek op denk ik. Aan de andere kant van het plompenveldje zie ik weer een snoek. Voor mijn voeten schuift er ook een door de plompen. Ik begin ze al te herkennen.
Midden tussen de planten komt er een schuimspoortje op gang. Af en toe schokken de bladeren. De snoeken komen elkaar precies op die plek tegen. Knallen explosief door de stengels. Schuimspoortje stokt even. Bladeren bewegen nog. Nu een deegballetje erbij. Zichtbare interesse! Het blad begint hevig te schokken. Pennetje staat te wankelen. Ik hak. Als een huis. Even gebeurt er niets onder water. Karper!

Het beest begint loom met zijn kop van links naar rechts te slaan. Vreemd, hij gaat niet zwemmen. Ik trek hem zo hard als ik durf weg van de planten. Hij krijgt nu de ruimte. Nog steeds niet zwemmen. Dan schuif ik het net eronder. Het is een prachtig gekleurde schub. Zwaar gebouwd, grote kop. Maar ik mis iets. Hij heeft geen staart. Nooit gehad ook zo te zien. Nu is duidelijk waarom het met dat zwemmen niet wil lukken. Ik zit met een gemengd gevoel als ik de vis terug zet. Karper vangen? Ja, graag. Maar als een vis zich niet kan verzetten door een handicap, ik weet het niet.

Ik ga nog even wat anders proberen en zet het uit mijn hoofd. Nog steeds komen de snoeken voorbij schuiven. Ik zet een pinda op het draadje en een paar weke korrels tarwe op de haak. Een paar bellen geven aan dat er nog steeds vis actief is op mijn stek. Ik zet mijn pennetje er voorzichtig tussen. Binnen een paar minuten zakt het kleurige puntje weer weg. Een korte droge tik. Het is ontzettend raak. Nu wordt er wel gezwommen. Diep en dreigend. Strak langs de planten. De lijn maait een blad af. Een lange harde sprint langs mijn eigen kant. Een meerkoet springt in paniek op de kant als een grote boeggolf hem achterna komt. Een snelle hoek naar de overkant. Dan komt hij spectaculair snel recht op me af. Wat de vorige vis tekort komt heeft deze teveel. Ik geniet. Zoveel actie en nu ook nog een superdril. Hij laat zich heel even zien. Ik let meteen op zijn staart. Massieve donkerbruine peddel. Hij ranselt het water en gaat er nog een keer vandoor. Spit onderweg de stek nog een keer stevig om. Dan is hij klaar voor het net. Vierentwintig pond schub. Zelfde zware bouw als de vorige. Nu met alles erop en eraan.Ik heb nog even. De kerkklok slaat zes keer. Stomverbaasd ben ik. Even later is het weer raak. Dit is geen karper. De rechte lijnen en zware bonken ken ik. Moet een graskarper zijn. Er zwemmen er een paar rond die dit jaar zeker de meter gaan passeren. Helaas, even later rolt hij van de haak.

Vijf uurtjes gevist hier. Wat een feest. Snoekbruiloft meegemaakt. Ook voor andere vissen is dat een feest. Snoekkuit wordt in grote hoeveelheden rondgestrooid tussen de planten. Bovendien zijn mijn acties door het ruige spektakel nauwelijks opgevallen. Een betere stek is in deze omstandigheden nauwelijks denkbaar. Heel veel dank vriend esox.

                       


Iwan Nijkamp maakte deze leuke tekening van de avonturen van Co

ANDEREN LAZEN OOK

image description
KarperPassie 243
Total Fishing Import -
image description
KarperPassie 280
Total Fishing Import -
image description
KarperPassie 279
Total Fishing Import -