Karperpassie 16
door Co Sielhorst
14 juli
Het patroon is goed, niet aan morrelen dus.
Na een zware week zit ik toch weer bij het eerste streepje licht in de boot. Er klapt een vis uit het water als ik door de plompen schuif. Op mijn stek is veel zeelt actief, druk blazen, af en toe een buiteling, had ik niet verwacht op dit grove aas.
Als ik het pennetje tussen de plompebledden zet duurt het erg lang voor er iets gebeurt. Er hangt weer een amandel onder de haak. Na een paar uur klimt het rode puntje uit het water. In een drukte van bellen en tikken tegen bladeren schuift het puntje weg. Ik haal uit en stuit op woest verzet. De vis neemt geen meters maar knalt rond tussen het blad. Steeds weer wordt de hengeltop naar beneden gerost. Dit is geen karper. Dan komt de vis langs de oppervlakte. Een zeelt!! Halve meters komen wel eens langs maar deze is veel groter, vlot boven de zestig centimeter, kan wel tien pond wegen. Ik heb nog nooit zo’n geweldige zeelt gezien. Net voor ik naar het landingsnet reik flitst de haak omhoog in de takken. Heel erg jammer, deze vis had ik graag even van dichtbij gezien. Het is meteen helemaal afgelopen met de zeeltactiviteit.
Het wordt erg grijs, het begint te regenen, dat houdt vandaag niet meer op zo te zien. Een uur of vier verder, nog steeds geen karper gezien. Plotseling is het rode stipje weg, lijn erachteraan, grof geweld, bladeren sneuvelen, probeer de schade te beperken, denk even aan karper. Het is een graskarper, haalt de meter wel, pond of vijfentwintig, lekker in het net onthaken, in de boot loopt een vis van dit formaat zeker schade op. Met een tangetje pluk ik de haak uit zijn bovenlip. Ik help hem het net uit, traag zwemt hij weg.
Ik geloof er niet zo in vandaag, nog steeds geen karper gezien.
Er is nu al zoveel vis op mijn stek geweest, die paar knabbels zijn allang weg. Na de heibel met die graskarper kan ik best wat voeren, daar zal ik geen vis meer mee verstoren.
Ik voer een streep tot ver in het plompenveld, dat wordt wachten tot er een vis langs komt. Verkassen lijkt me niet zinvol. De wind staat precies op mijn stek. Ik zie geen alternatief.
Bovenop het gebrek aan vertrouwen komt nog dat ik niet meer weet hoe ik zitten moet. Mijn ogen branden in mijn kop. Een slopende week wreekt zich. De druilerige regen doet er ook geen goed aan. In de verte waar die narigheid vandaan komt lijkt het iets lichter te worden. Als het even later wat zachter regent wordt de vis ook wat actiever. Aan de oppervlakte schuimen ruisvoorns de plompenrand af. Hier en daar drijven baarzen het broed in het nauw en smakken gulzig in de panische school visjes.
Ik moet erg mijn best doen om bij het rode puntje te blijven. Meestal raak ik vanzelf in een staat van zelfhypnose, het rode puntje is dan het centrum van mijn wereld, soms is dat goddelijk, er hangt een heel pak ambities aan en hier valt het startschot.
Ik stel weer scherp, verzet mijn houten kont, en schenk een bak koffie in.
Het lijkt wel een beloning, even later verdwijnt het rode puntje traag uit beeld, lijn kringelt keurig mee. Ik reageer op tijd, koffie overal, een lompe vis ramt in het rond. Iedere keer als de bladeren het contact dempen scheurt hij zich los. Rozige flank, diep bruine staart, geweldige vis. Zolang hij zich niet ophangt in de plompen hou ik maximale druk. Hij blijft zich losbeuken. Steeds weer is er direct contact, uithaal naar open water blijft uit. Hij lijkt te zwaar om zijn eigen gewicht op gang te brengen. Ik probeer de balans te bewaren tussen buigen en barsten, voel me net een koorddanser.
Ineens is het koord weg!!
Stemming laat zich nu moeilijk beschrijven, begin ik ook niet aan. Er valt ook niets te beredeneren. Na de geloste zeelt twijfels, is die haak nog scherp, graskarper muurvast, daarna toch de haak vervangen, mankeert nu ook niets aan. Het gebeurt gewoon af en toe.