**KLAAR**                Karperpassie 157

Karperpassie 157

Door Co Sielhorst

29 april 2006.
De natuur begint zich uit te sloven. Overal jaagt het groen de hoogte in. Knoppen van bomen barsten open. Populieren laten hun bloemen vallen. Lastige slierten. Als die eenmaal op het water drijven is er geen ontkomen meer aan. Ze raken allemaal en altijd verward in mijn lijn.
 
De stek die ik voor zaterdag in gedachten heb is ook ruimschoots voorzien van deze bomen. Max is ook weer van de partij. De boot laten we vandaag lekker liggen. Storm, hagel, mogelijk nog onweer. Vooral later op de dag. De hele plas is ook omzoomd met bomen die op respectabele leeftijd zijn. De toestand van de reuzen en de slappe ondergrond maakt het op sommige dagen gevaarlijk om langs de plas te vissen.

                       


“”

We gaan de polder in. Mijn aas blijkt er heel goed in te gaan bij graskarpers. Er zitten een paar hele grote vissen op het stuk water waar we heen gaan. Ik denk dat één meter tien haalbaar moet zijn.  Max heeft een paar leuke hengeltjes meegebracht.

Grey’s, een Engels merk waar ik jaren geleden als eens prachtige stokken op gebouwd heb. Ik ben natuurlijk benieuwd wat er uit het foedraaltje komt rollen. Twaalf voeter, twee pond volgens de opschriften. Lijkt me wel te kloppen. Niet te lang, handig, hier onder de bomen. Een molentje met nylon er onder, stukje gevlochten eraan geknoopt. Haak tien. Een paar snippers bladlood en een veertje met een rood puntje. Ouderwets subtiel weer.

Er zwemmen hier dikke meterbakken rond. Ik heb het gevoel dat het hengeltje het best aan kan. Even een proefworpje. O, shit. Over het prikkeldraad aan de overkant. Gelukkig ziet Max het niet. Met een korte tik schiet de brok door de korte versnellende haal hoog de lucht in om aan de veilige kant weer neer te komen. Ik ben gewaarschuwd. Dit stokkie is sneller dan het op het eerste gezicht lijkt.

Door de harde wind besluit ik om maar een paar meter uit de kant te vissen. Ik wil niet dat ik bij iedere windvlaag de stuipen krijg. Voeren doe ik nauwelijks. Drie brokjes rond de pen.
Max zet een ander soort systeem op. Met een drie gram loodje zorgt hij dat aas en pen goed blijven liggen. Op de laatste meter naar de haak zit helemaal geen lood. Het oppakken van het aas wordt dus niet gehinderd. Pas bij het strak lopen op het loodje komt de schrikreactie. Het werkt vlijmscherp. Door de lijn naar de molen strakker te draaien komt de pen dieper te staan.

Alles staat. We vissen ieder ons eigen systeem. Ik gok op de vertrouwde rustige wegloper. Max gokt op een schokeffect. Mede daarom kiest hij voor veel dunner en rekbaarder elastiek.
Van dat noodweer blijkt nog helemaal niets. Het waait wel pittig. Er is niet veel te zien in de grazige weilanden aan de overkant. De wolkenluchten er boven zijn wél imposant. Af en toe vliegt er een eend langs. Het zijn allemaal groenkoppen. Mannetjes dus. De vrouwtjes zitten braaf op een nest met een stuk of twaalf eieren. Bij de meerkoeten is het al net zo. Wat minder eitjes, stuk of zes maximaal.

Er trekt en bui voorbij. Een soort kleine depressie. Veel wind vooraf. Dan kletterende hagel. Het uitzicht wordt opgefleurd met zwarte wolkenflarden waaruit duidelijk donkere vegen tot op de grond reiken. Door de blauwe gaatjes in de wolken jagen zonnevlekken over de egaal groene weilanden. Koeien keren de kont in de kille narigheid. Het wordt al snel weer stil. De roffel op de plu is weer voorbij. Hoezo slecht weer. Boeiend weer is een veel betere benaming. Koud? Valt toch wel mee. We hebben geen van beiden de fout gemaakt om te weinig kleren mee te nemen.

Dan scheurt de hemel open. Helder blauw, felle zon. Snel die jas uit. Strak in de kant staat een houten beschoeiing. Bij deze waterstand is dat niet te zien. Ik weet uit ervaring dat grote brasems hongeren naar proteïnen. Hun paaiperiode staat voor de deur. Er komt een bellenspoor voorbij dat sterk aan brasem doet denken. Korte verspringende bellensignalen. Ik probeer als een indiaan de rooksignalen te interpreteren. Het lijdt me zodanig af dat ik mijn pauwenpennetje uit het oog verlies.

Plotseling zwiept er een golf onder mijn top vandaan. Even een lichte druk op de top. Ik weet het al. Dit is een grote vis geweest. Ik heb een grote kans laten lopen.  Ik neem me voor om me niet meer af te laten leiden door wat er om me heen gebeurt. Ik  weiger zelfs te kijken als Max een bellenspoortje over zijn stek ziet komen. Verzeker hem wel van de noodzaak om op te blijven letten. De bodem betstaat hier uit spekgladde boetseerklei. Daar komen niet zomaar bellen uit naar de oppervlakte. Ik heb hier in het verleden vaak genoeg naar noodgrepen uit moeten wijken. Ik heb er middenin gestaan.

Urenlang zit ik heel geconcentreerd mijn rode puntje in de gaten te houden. Lijkt wel een beetje op mediteren. Toch gebeurt het weer. Ik reageer pas als ik op de top iets voel. Nu is het raak. Een snelle vis sprint naar de overkant. Raast terug naar me toe. Ik verwacht een graskarper. Toch zie ik niet de waterverplaatsing die een metermaaier veroorzaakt. Zal toch niet waar zijn? Al die drukte om een brasem! Ik ben er al van overtuigd.

Dan veert de Grey weer rond. Zonder moeite wordt deze uitbraak gestopt. De vis komt in de oppervlakte. Grote ronde bek. Rode vinnen. Absoluut geen partij voor deze combinatie. Wat zoekt een winde ook in deze omgeving. Het enig denkbare risico is hier in mijn ogen een verrassing van een cyprinus carpio, een gewone karper. Hoe komt een winde hier terecht. Een vis die zeker de halve meter voorbij gaat.

Ik hou rekening met de kwetsbaarheid van deze prachtvis. Snel weer zwemmen dus.
Max en ik kijken elkaar aan. Altijd iets bijzonders als wij samen op pad zijn. In de verte komt zwarte dreiging dichterbij. We laten ons niet verrassen. in het water. Voor de narigheid los barst zitten we in de auto. 

                       


“Zelfs de kikkers zoeken beschutting” 

ANDEREN LAZEN OOK

image description
KarperPassie 243
Total Fishing Import -
image description
KarperPassie 280
Total Fishing Import -
image description
KarperPassie 279
Total Fishing Import -