**KLAAR**                Karperpassie                   123

Karperpassie 123

Door Co Sielhorst

9 april 2005.
Het is vreselijk koud. Ik zit er de hele vrijdagavond op te zweten. Geen polder. Bij deze temperaturen zeker niet de rivier, maar wat dan? In de loop der jaren heb ik natuurlijk wel een behoorlijk aantal wateren op de harde schijf staan.

Plasje langs de rivier blijft ook trekken. Net als vorige week een voerplek maken en kijken hoe de vissen er op reageren misschien? Ik ben bang dat het ondiepe water erg gevoelig is voor deze plotselinge kou.

Dan doemt er ineens een mogelijkheid op. Hoe langer ik er over nadenk hoe zekerder het wordt dat ik daar heen ga. De treurwilg. Dat wordt het morgen. De treurwilg is een oeroude boom. Ik kan me niet herinneren dat hij er niet was. Hij is niet te omarmen met drie grote kerels. Een waterval van sliertige takken. Een enorme paraplu van hangend groen. De smalle blaadjes zijn er altijd vroeg bij. Als een van de eersten hult de treurwilg zich in een waas van lichtgroen blad. Direct er achteraan komen de heldergele bloempjes. Het ijle groen wordt zomogelijk nog mooier. Door de zon en de gele bloempjes ligt er een gouden gloed over de boom.

                       


Treurwilg? Dat is toch een naam om helemaal verdrietig van te worden. Het is gewoon een belediging. Een boom die zo versierd is met groene en gouden slingers hoort anders te heten. Gouden regen is al geclaimd. Feestwilg dan maar. Rond de boom is het fluitenkruid al aardig opgekomen. Zonde om alles plat te trappen. Met een paar grote stappen richt ik zo weinig mogelijk schade aan. Ik ben nu helemaal omringd door groen.

Ik heb alle winterkleren weer uit de kast gehaald. Zelfs de dikke jas moet aan. De lompe warmtelaarzen heb ik niet nodig. Ik kijk hoe ik met de hengel uit de voeten kan onder de boom. De takken raken in een grote ring bijna het water. ik voer dun binnen de hele ring van overhangende takken. Onder de top leg ik wat meer neer. Het slijm van de tijgernoten dikt in. Nog even en ik kan er plakken van snijden.

Na een uur beweegt er iets. Het lijkt uit de diepte te komen. Het is niet de wind. Het water wervelt licht. Het gebeurt alleen onder de top. Concentreer je. Niet op het zwiepen van de takken letten. Pen beweegt. Schuift langzaam weg. Beheerst tikken. Denk om die boom. Wat voelt dat solide aan! Heel traag koerst een grote vis een rondje onder de boom. Komt nu dicht bij de kant. Ik ga hem zien denk ik. Ja, er waaiert een grote staart langs de oppervlakte. Iets meer druk. Het gevolg is dat de verkeerde kant van de vis omhoog komt. Fout gehaakt?

Het is een grote schub. Hij gaat nu de rechterhoek in. Slingerende beweging. Die gaat er af rollen. Toch geniet ik even van de brute kracht. Het is een vis van ergens achterin de twintig pond. Heel even lijkt het erop dat hij er niet af wil rollen. Ik win wat lijn terug. Dan valt de lijn slap. Jammer, maar er komt vis op mijn stek. Dat is hoopgevend.

Die laarsjes, grote fout. Ik heb een paar ijspoten. De zon is weg. Het begint te regenen. Het water beweegt. Een ander soort beweging dan daarnet. Ik buig me voorover om te zien wat er achter de stam gebeurt. Het is vis. Snoek! Een stel paaiende snoeken wentelt zich door de haarwortels van de wilg. Zie je wel dat het een feestwilg is!
De middag vordert en het blijft regenen. Het waait steeds harder. De groene gordijnen zwiepen wild heen en weer. Heel even heb ik vrij zicht op het water erachter. Ik hoor een dreun. Zie schuim opspatten. Weer een zwieper. Heel even hangt daar een machtige spiegel boven het water. Vol in beeld. Precies op tijd onthuld door het groene gordijn. Prachtige klap.

Ik zit weer helemaal op scherp. Hoe ver is die vis nog van mijn stek af? Een paar meter misschien. Mijn voeten beginnen gevoelloos te worden. Nog een slok hete koffie om de koude rillingen te verdrijven. Ik ga zeker niet voor het donker weg. Dan stijgen er ineens blauwe bellen op. Er worden pinda’s geplet. Bij iedere bel spreidt zich een blauwe vetvlek uit over het water.

Strak langs de kant zie ik de snoeken nog een keer voorbij komen. Alweer heeft een azende karper zich keurig aangemeld. Niet naar die snoek kijken! Ik zit helemaal klaar voor een ingetogen tik. Komt ie! Het pennetje wipt even op. Zakt dan weg. Meteen breekt de hel los. De vis dendert furieus rond. Wil dan onder de boom uit naar links. Ik probeer met de top onder water te volgen. Bijna vrij. Keert die woesteling weer om! Weer top onder water. Bij iedere uithaal veert de lijn op. Het takkengordijn geeft weinig problemen. Ik sta weer onder de boom als druk ineens wegvalt. Ik wordt er bijna misselijk van. Niet weer! Ik ben in staat om met mijn hengel te gaan gooien. Dan zie ik tussen de takken door een boeggolf aankomen. Ja, wrijf het er maar lekker in.

De boom heeft me het zicht op de dril helemaal ontnomen. Kan het zijn dat hij er nog aan hangt? Het flitst door me heen en ik begin meteen als een bezetene te draaien. Het is niet te geloven. Het contact is weer hersteld. Er is gelukkig ruimte genoeg onder de boom. Zelfs voor de vijftienvoeter. De vis gaat het volgende kunstje uithalen. Staat nu met zijn kop tegen de grond met zijn brede staart te waaieren. Ik krijg hem niet van zijn plaats. Dit kost hem weinig energie. Minutenlang kan ik alleen maar toekijken hoe het water over een brede plek spectaculair staat te wervelen. Ik moet de druk opvoeren anders sta ik hier morgen nog. Hij moet nu harder zijn best doen om tegen de grond aan te blijven. Dat geeft moed. Nog iets harder dan maar. Ik kijk naar de stand van mijn hengel. Nee, die laat me niet in de steek.

                       


Zijdelingse druk brengt de boel tenslotte weer in beweging. Tot het laatste moment blijft de vis zich verzetten. Het grootste deel van de knokpartij heb ik zittend onder de plu doorgebracht. Ik zal er nu toch even onderuit moeten om de vis het net in te loodsen. Dertig plus is mijn eerste indruk. Het is een mooi net vol. Hij komt er niet veel aan te kort. Even de situatie overzien. Om een plaatje te maken moet de vis op ruwe steenstort blijven liggen tot ik de boel opgezet heb. Ik durf het niet te gokken. De kans is veel te groot dat het beest zich hier beschadigd. Bovendien stort het en slaat de wind de natte takken in het rond. Dat wordt een bende. Een snelle plaat in het net en gewoon laten zwemmen. Door alle opwinding ben ik weer helemaal opgewarmd. Ik blijf nog lekker even zitten onder mijn feestboom.

ANDEREN LAZEN OOK

image description
KarperPassie 243
Total Fishing Import -
image description
KarperPassie 280
Total Fishing Import -
image description
KarperPassie 279
Total Fishing Import -