**KLAAR**                Karperpassie                   109

Karperpassie 109

Door Co Sielhorst

10 juli 2004.
Ik ga nog niet helemaal weg uit rivierenland. Mijn oog is gevallen op een plas binnen de dijken. Geen directe verbinding met de rivier. Alleen bij extreem hoge waterstanden loopt de boel hier helemaal over. Voordeel is dat niet meteen de stop eruit gaat als het water op de rivier zakt.

Ik weet niet veel over het karperbestand. Wat vage geruchten. Geen wilde verhalen over grote vissen. Misschien daarom zo weinig belangstelling voor dit water. Ik volg het al weken. Zie er nooit iemand vissen. Het is een heel toegankelijk water. Onder alle weersomstandigheden kan ik hier snel een kamp opzetten. Ik ga er een paar weken voor. Eerste opzet… Simpel houden?

Ik ga gewoon een flink bed tarwe strooien en kijken wat er gebeurt. Terug naar de basis. Vrijdagavond wil ik tien kilo storten. Zie ik meteen de waterstand op de rivier voorbij komen. Kilometers voor de plas kan ik dat al zien. Liggen de strandjes droog en steken de kribben diep en hoog de rivier in dan weet ik genoeg. Kan ik gewoon door rijden naar de plas in de uiterwaarden.

Dinsdag begin ik al met mijn aas. Vijf kilo tarwe in een emmer water. Vol in de zon. Twee uur later zie ik al dat het mooi vers spul is. Het water is al helemaal opgezogen. Het volume van de korrels begint al toe te nemen. De korrels zijn van binnen nog hard en droog. Morgen nog een dag in de zon. Dan gaan ze pas opzwellen. Met donderdag en vrijdag nog een paar koele dagen te gaan wordt het perfect. De enzymen doen hun werk. Vrijdag zijn de korrels sterk opgezwollen. De halve emmer is nu zo in volume toegenomen dat de korrels nu over de rand van de emmer rollen.

Donderdag moet ik even een boodschap doen. Ik kan het niet laten. Ik neem de toeristische route. Even naar het water kijken. Gewoon even de sfeer opsnuiven. Vrijdag gaat het plan om. Ik moet nog een nieuwe plu aanschaffen. Door tijdgebrek moet ik genoegen nemen met een wat mindere kwaliteit. Kost ook geen drol dus niet zeuren. Op zolder moet nog iets van een overtrek liggen. Een van de eerste tentachtige uitbreidingen van de simpele plu. De rest van het overlevingspakket ligt er ook nog. Het spul staat al twintig jaar stof te vergaren. Dat moet ik er vannacht maar eens af laten waaien. Ik krijg er zin in.

Eerst eens kijken hoe het ook al weer werkte. Ik moet een paar schroefeindjes aan de baleinen van de plu zetten zodat er een paar hoge steunen onder de plu komen. Tussen die steunen komt de deur van het tentje. Die deur was altijd heel lastig. Wat moet ik ermee, de enorme losse flap die altijd in de weg hangt knip ik er meteen uit. De overtrek past perfect. Is ook met tentharingen vast te zetten. Die moet ik ook nog even halen. Het wordt wat dus ik zet door. Het wordt een nachtsessie. Misschien ga ik dit wel weer leuk vinden. Er moet nu wel een enorme berg troep mee. Ik mag wel een lijstje maken voor ik de auto in ga pakken.

Het weer is niet best als ik vrijdag de auto achter mijn stek zet. Wel lekker dat ik zo dicht bij het water kan komen. Anders loop ik in één keer met de handel naar het water. Nu moet ik vier keer heen en weer. De routine van tentje opzetten is wat gesleten. Het losse zand biedt niet veel houvast. Ik hoop dat alles blijft staan vannacht. Vóór ik de klus afmaak ga ik eerst die emmer tarwe storten. Dan even door werken. Het blijft vast niet lang droog. Stretcher erin slaapzak erop, tas erachter. Aas bij de opening, lampje aan de baleinen. Steunen onder handbereik. Alles staat. Tevreden maak ik een rondje om mijn kamp. Druk de haringen nog even stevig aan. Ik heb alle tijd. Zo kort na het voeren zal er vast geen vis op mijn stek zitten. Voor de schemer verwacht ik al helemaal niets. Maar dat duurt vandaag niet zo lang meer. De hengels gaan erin.

                       


Aan de horizon wordt nog even een puntje van de grijze deken opgetild. Een zachte roze gloed achter de bomen. Dan wordt het snel donker. De penhengel maakt plaats voor een tweede wakerhengel. Er rolt een vis op mijn stek. Snel hierna klimt een van de wakers omhoog. Ik haal uit. Een golf voor de kant. Lijnzwemmer. Dan blijft het lang stil. Ik gooi de slaapzak open. Behaaglijk, die warmte aan mijn voeten. Ik sla de zak verder over me heen. Frommel mijn jas op een prop. Prima kussen. Ik weet niet of ik zo kan slapen. Even later ben ik al in dromenwereld.

Bij de eerste piep schiet ik overeind. De zak blijft open dus ik kan bliksemsnel reageren. Het lijkt weer een vis die door de lijn zwemt. Ik sla de behaaglijke warmte weer om me heen en dommel weer weg. Ik wordt nog verschillende keren ruw uit mijn slaap gehaald. Misschien toch niet zo’n goed idee om een grote tarwestek te gooien. Misschien is een toploodje genoeg om lijnzwemmers te vermijden. Mijn eerste fout, dat moet volgende keer anders.

Dan wordt ik in het holst van de nacht wakker van een enorme stortbui. Een flinterdun vliesje en een constructie in los zand moeten de narigheid buiten houden. Ik krijg mijn twijfels. Het begint ook stevig te waaien. Een van de tentstokken bij de opening zakt onderuit. Het gaat nog veel harder waaien en regenen. Ik bedenk vast wat ik moet doen als mijn kamp instort. Alles in de struiken schoppen, camera’s mee en naar de auto vluchten tot het over is.

Dan wordt het rustiger. Het wordt zelfs droog. Ik ga meteen kijken hoe het circus erbij staat. Eigenlijk is er niets aan de hand. Alle haringen zitten nog stevig vast. Alleen die ene tentstok staat scheef. Iets verder uitschuiven en hij staat weer strak. Ik heb meteen het volste vertrouwen in mijn oude tentje. Bovendien is nog geen druppel regen binnengekomen. Ik ga nog even lekker liggen.

Vóór het licht wordt ben ik weer wakker. Hier ben ik voor gekomen. Het gouden uurtje. De penhengel staat achter me in de struiken. Nog even. Zodra het kan gaat er een wakerhengel uit en zet ik mijn pen op de stek. De levendige bos wormen wordt meteen opgemerkt. Bingo, een dikke brasem. De tweede wakerhengel gaat er ook uit. Om gek van te worden. Constant lijnzwemmers. De brasems vreten mijn stek nu leeg.

                       


De zon staat al lang boven de horizon. Het eerste levensteken van karper. Een klein dikkertje knalt vrolijk door de oppervlakte. Het is de eerste en de kleinste van velen. Allemaal aan de overkant. Pas in de middag houdt het springfestijn op. Ik neem de uitnodiging graag aan. Volgende keer ga ik niet op jullie zitten wachten. Ik kom wel naar jullie toe. Dat zal alleen niet lukken met het aas dat ik nu bij me heb. Ik heb nog de hele week om een aardigheidje te bedenken als ik naar jullie toe kom.

ANDEREN LAZEN OOK

image description
KarperPassie 243
Total Fishing Import -
image description
KarperPassie 280
Total Fishing Import -
image description
KarperPassie 279
Total Fishing Import -