12 mei
Drukke week geweest. Even een keer langs de rivier gezeten toen het me allemaal wat teveel werd. Kreeg meteen heimwee, laag water, geur van opgedroogde algen en vette klei. Ik heb alleen maar zitten kijken, hengels in de auto gelaten. Pas toen ik weg ging zag ik een karper over een ondiepe zandbank ploegen. Het begon direct te malen in mijn hoofd. Vinden was altijd vangen de afgelopen jaren, kan ik hier iets mee?
Door allerlei omstandigheden loopt de werkdruk aardig op. Ik zie geen mogelijkheden om er deze week nog eens uit te breken. Als er kansen zijn op een rivierkarper gooi ik daar vaak onbesuisd veel tijd in. Ik hoop dat het verstand het deze week wint van het gevoel anders krijg ik toch problemen om mijn werk op tijd af te krijgen.
Vrijdagavond ga ik even voeren, goed op de wind gelet. Er zit ook een opvallend kaal stuk in het gras langs de dijk. Een hobbyboer houdt daar wat kippen en ander gevogelte dat vrij rond fladdert. Als die beesten gevoerd worden valt er vast wel wat in het water af en toe, ik gooi hier ook een paar handjes langs de kant. De grote hap gaat weer onder de treurwilg waar ik vorige week helemaal onderuit geblazen werd.
Het is nog vroeg, net licht, roei eerst naar de kale plek, kippen scharrelen langs de dijk, ik zie direct dat er een grote vis lans het kantje aast. Met trillende handjes zet ik het pennetje in zijn baan, niet te dichtbij. Wervelingen in het water geven aan dat de vis dichterbij komt. Pennetje wipt op en schuift weg. Bonk, een grote vis wrikt zich diep ploegend door de slip. Vlak voor de boot begint een traag touwtrekken. Steeds weer komt de vis onder de top, hier ben ik niet blij mee, hoe dichter onder de hengel hoe minder druk ik uit kan oefenen. Alles gaat echter goed. Een grote graskarper heeft me al die tijd voor de gek gehouden, ik had hem niet herkend bij het eerste contact. Ik geef het nog niet op, probeer het nog even hier. Vrij snel haak ik weer een vis. Explosief dendert deze langs de overhangende takken, zoveel mogelijk tegengas, dan rolt de haak eruit, jammer. Ik sluip naar de treurwilg. De boot drijft langzaam naar de kant. Ik lus een touwtje aan een boomstronk en zet het pennetje tegen het takkengordijn. Ook hier pak ik vrij snel een grazer, nu voel ik het wel direct. Ik probeer de vis zo rustig mogelijk klaar te krijgen voor het net, lukt redelijk.
De zon staat nu hoog aan de hemel. In deze hoek, nu zwaar beschaduwd, heeft dat nog niet zoveel effect. Er is veel drijfvuil de hoek ingedrukt, allemaal blaadjes en pluizen van bloeiende bomen. Het geeft een spannend laagje op het water. Iedere beweging onder de oppervlakte valt op. Ik krijg snel weer de indruk dat er een grote vis over mijn stek komt. Een tik op de pen, ja hoor, komt ie, langzaam zakt het puntje weg. Hangen!!! Een zware vis laat zich vrij eenvoudig omhoog trekken, vlak onder de oppervlakte zwemt hij doodleuk naar me toe. Ik sta oog in oog met een breedgeschouderde spiegel, hij zwemt traag een meter voor de boot langs naar links, wat een hoge vis, zeker midden dertig. Ik kan niets doen vanuit deze positie, pas als de vis onder de ongunstige hoek uitzwemt kan ik de druk opvoeren. Ik ga er vol in hangen, hij stop voor de struiken, keert om en komt nog eens voor me langs nu de andere kant op. Dan explodeert het water, helemaal ontketend dendert hij naar rechts, blijft strak in de kant en komt nu gevaarlijk dichtbij een omgevallen boom. Ik probeer hem af te stoppen, lijkt te werken, dan ineens pats, haak eraf, toch een tak geraakt. Ik doe even helemaal niets, eerst razernij laten doven, op zulke momenten zou ik graag iets onherstelbaar beschadigen.
Gewoon doorvissen lijkt bijna lullig na deze dreun, doe het toch maar. Ik voer wat bij en ga naar een stek in de luwte, pluk er een grote zeelt uit en ga na een uur in de blaartrekkende zon weer terug, misschien nog een herkansing. Een paar brasems verder zie ik het niet meer gebeuren. Het ontaardt in een soort stekkendans waar ik tegen de avond schoon genoeg van krijg. De film blijft zich herhalen, puntje zakt weg, een paar seconden halleluja en heel abrupt die knak. Pieken en dalen, heftige emoties, het hoort er allemaal bij op dit water. Als alles goed gaat van azen tot aanbeet, van aanbeet tot aanslag, wil dat nog lang niet zeggen dat de prijs binnen is. Ik heb mijn kans gehad, gegokt en verloren.
|