Kanaalsnoekbaarzen in de zomer (2)
door Frank Caes
Soms halen we ze, afhankelijk van de temperatuur in het voorjaar, echt pal uit de oever. We werpen ons kunstaas echt op de rand van het water en de oever. Staan hier waterplanten zit je helemaal goed.
De aanbeten die dan volgen gebeuren op een maximale diepte van 0,5 meter. Voor diegene die geen boot bezitten, zijn dit unieke kansen om de oeverzone uit te kammen. En schrik niet wanneer dit nou net de mooiere snoekbaarzen zijn die hier jagen. Ook maak je nog een mooie kans om een leuke en sterke kanaalsnoek aan de haak te slaan.
“Een sterke kanaalsnoek loopt er regelmatig tussendoor..”
Het kunstaas dat ik tijdens deze periode gebruik om te slepen zijn bijna altijd pluggen. Niet van die doorsnee slanke, kleine plugjes, nee in deze tijd van het jaar schrikt een snoekbaars er echt niet voor terug om een plug van minimum 15 cm tussen de kaken te nemen.
Afgelopen week ving ik nog een tachtiger die maar liefst een soortgenoot van ongeveer 39 cm achterstevoor had binnengewerkt. Ook in die verhalen dat men snoekbaars dient te vangen met slanke pluggen, is voor mij al lang verleden tijd. Pluggen zoals de Super Shad Rap van Rapala, de Grandma, de Rattle Trap, enz… zijn zeker aanraders om te trollen.
“Een plug van het formaat Super Shadrap, gaan ze echt niet uit de weg..”
Voor het werpen zijn eveneens voornoemde pluggen geschikt maar ook met jerkbaits en grote spinners zijn ze zeer goed te vangen. De jerkbaits worden misschien met iets minder sensatie uit het wateroppervlak gehaald dan de snoek dit doet, maar onvergetelijk zijn die momenten als je een snoekbaars met zijn stekelrug uit het water, jouw zigzagger te grazen ziet nemen. Een dijk van een werpplug vind ik de suspenderende Zalt. Deze schoeploze plug ontdekte ik in Zweden en ving er fenomenaal goed mee. Indien je er een hebt geef ze dan absoluut een eerlijke kans, je zal zien dat de snoekbaars er ook maar moeilijk kan vanaf blijven.
De kleur van het kunstaas is louter persoonlijk. Ik vind dat je moet vissen met de kleur waar je zelf echt veel vertrouwen in hebt. Persoonlijk scoor ik goed met blauw-metallic, fire-tiger, geel of baarskleurige motieven. Voor mij blijft echter de presentatie van het kunstaas het allerbelangrijkste om roofvissen aan de schubben te komen.
“Ontdekt in Zweden; de schoeploze Zalt”
Qua hengels gebruik ik voor het slepen een niet te zware trolhengel met een werpvermogen van ongeveer 40 gram. Daarop staat een reel bevestigt en vis ik met dyneema van maximum 20 pond. Voor het kunstaas bevestig ik altijd een lange stalen onderlijn, niet alleen in geval van een aanbeet van een snoek, maar eveneens voor het niet afslijten van de dyneema door de scherpe mosselschelpen die zich op de harde bodem hebben verankerd. Voor het gooiwerk gebruik ik een snelle en niet te lange baitcaster met eveneens een werpvermogen van ongeveer 40 gram. De jerkhengel is iets pittiger om de toch zwaardere jerbaits te kunnen wegzetten. Doch hierin niet overdrijven, een 60 grammer is meer dan voldoende.
Rest mij u nog te zeggen dat men bij het vissen op kanalen dient rekening te houden met het scheepvaartverkeer. Nergens dient men beter op te letten dan op de kanalen, zeker wanneer men een aanbeet heeft en men zich alleen maar focust op de te vangen vis. Best kan men ook altijd de voorgeschreven vaarroute respecteren, teneinde goede vriendjes te blijven met de politie te water. Goede vangst! (lees deel 1)